methodisch werken met het zorgleefplan

Methodisch werken
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Methodisch werken

Slide 1 - Tekstslide

Wat is methodisch werken?
A
De zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het voordeel aan methodisch werken
A
het tussentijds of achteraf beoordelen van een agenda
B
je doorloopt alles stappen van het proces
C
een bepaalde kijk op iets, een richtinggevende zienswijze
D
de evaluatie

Slide 3 - Quizvraag

Wat is methodisch werken
Methodisch  werken houdt in dat je, je werk uitvoert door middel van een vaste doordachte werkwijze en dat je daarmee je doel wilt behalen.


Met behulp van een zorg(leef)plan of een ondersteuningsplan werk je methodisch

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan methodisch werken
  1. Verzamelen van informatie
  2. Vastellen van de behoefte 
  3. Vaststellen zorgdoelen
  4. Vaststellen van en plannen zorgactiviteit
  5. Uitvoeren van zorgactiviteiten volgens planning
  6. Het evalueren en zo nodig bijstellen van zorg

Slide 5 - Tekstslide

Voordelen methodisch werken
  • de kans op fouten neemt af omdat je vooruit kijkt
  • zowel een ander als jijzelf weet wat er verwacht mag worden
  • je eigen handelen kan beter geëvalueerd worden om, als het nodig is, het handelen te verbeteren
  • anderen krijgen een duidelijker beeld van wat jij doet en wil gaan doen

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens de Anamnese kunnen de eventuele doelen besproken worden. Welke doelen zijn er binnen de zorg
A
Korte termijn doelen
B
Lange termijn doelen
C
Zowel korte als lange termijn doelen
D
geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

In stap 1 gegevens verzamelen spreken we over een Anamnese, wat betekend dit?
A
Een gesprek met de arts en verzamelen van gegevens.
B
Een gesprek met de zorgvrager en verzamelen van alle gegevens omtrent hem/haar.
C
Een online intake
D
Een schriftelijke overdracht

Slide 8 - Quizvraag

Het in kaart brengen van wensen, behoeften,mogelijkheden en zorgvraag beschrijven we in het?...
A
zorgplan
B
zorgleefplan
C
ondersteuningsplan
D
A,B,C

Slide 9 - Quizvraag

Welk soort plan hoort bij welke soort zorg? Sleep naar elkaar toe.
Verpleeghuis, Verzorgingshuis, Thuiszorg
Gehandicaptenzorg
Geestelijke gezondheidszorg
Behandelings- en begeleidingsplan
Ondersteuningsplan
Zorgleefplan

Slide 10 - Sleepvraag

4 domeinen van de zorg.
Voor het in kaart brengen van de diagnose en situatie van de zorgvrager kunnen we gebruik maken van 4 domeinen van de zorg.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Even oefenen (10 minuten)
Lees de casus van meneer Evers.

Welke zorgproblemen heb je ontdekt?
En zijn dit zorgproblemen die opgelost/verminderd kunnen worden, of blijvende zorgproblemen, of zorgproblemen die zouden kunnen ontstaan.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

opdracht (10 minuten)
Kies een zorgprobleem en beschrijf een PES vanuit de casus meneer Evers
Even samen oefenen. 

Slide 20 - Tekstslide

Doelen 
Na het beantwoorden van de domeinvragen, kan je samen met de zorgvrager een doel opstellen. Dit doel zal na enige tijd behaald zijn of bijgesteld moeten worden. Dit verloopt altijd in een cyclus.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

opdracht 
Beschrijf bij je PES nu een zorgdoel 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk nu acties bij het zorgdoel wat je hebt opgesteld.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Gericht evalueren
Evalueren doe je om bepaalde informatie te krijgen over een ingezette koers, begeleidingsplan, handeling of activiteit​



Om gericht te evalueren moeten vooraf een aantal zaken vaststaan:​

- Wat ga ik evalueren?  Waarover moet informatie verkregen worden?​ 

- Hoe ga ik evalueren?  Welke manier is passend?​ 

- Met wie ga ik evalueren?  Wie kan de gewenste informatie geven?



Slide 33 - Tekstslide


Evalueren doe je niet alleen : Het vraagt om samenwerking met betrokkenen​
Het gebeurt vooral interdisciplinair = een overleg waarbij het meerdere vakgebieden betreft​ 

Het doel: met elkaar op dezelfde lijn komen te zitten​ 

Een evaluatie moet leiden tot betere onderlinge afstemming​


Welke evaluatie je kiest: Mondeling, schriftelijk, groepsevaluatie.
Afhankelijk van je cliënt, activiteit en de betrokkenen

Slide 34 - Tekstslide

productevaluatie
In de productevaluatie ga je kijken of het doel wat je vooraf gesteld hebt ook behaald hebt​.
Je gaat “meten” hoe het doel verlopen is.​
Meestal draait het om: kennis en inzichten​.

Slide 35 - Tekstslide

procesevaluatie
Onderzoeken en een waardeoordeel geven aan de manier waarop de doelen bereikt zijn.
Je gaat bekijken hoe het proces is verlopen​.
Je richt je niet op wat je hebt bereikt, maar op hoe je het hebt bereikt.​
Voorbereiding en uitvoering van je activiteit zijn van grote waarden voor de procesevaluatie.

Slide 36 - Tekstslide

Onder een product evaluatievraag verstaan we de .....
Wat moet erop de puntjes?
A
het doel
B
de weg ernaar toe

Slide 37 - Quizvraag

Onder een proces evaluatievraag verstaan we de ....
Wat moet erop de puntjes?
A
de weg ernaar toe
B
het doel

Slide 38 - Quizvraag

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll