Discussie

Gesprekken voeren - Waar moet je op letten?
Discussie voeren

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOMiddelbare schoolStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gesprekken voeren - Waar moet je op letten?
Discussie voeren

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Soorten gesprekken

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

timer
1:00
Waar moet je dus op letten bij het voeren van een discussie?
Wat moet je doen?
Wat moet je juist niet doen?

Slide 4 - Woordweb

Een goed gesprek: waar moet je op letten?

  • Bereid je voor op het onderwerp, kom met goede argumenten
  • Spreek rustig en verstaanbaar
  • Let op je houding
  • Luister goed naar de ander
  • Stel vragen
  • Geef beleefd aan als je de beurt wilt

Slide 5 - Tekstslide

Discussiëren
  1. Wat is de vraag of stelling?
  2. Wat is de mening van de deelnemers over het onderwerp?
  3. Welke argumenten en voorbeelden hebben de deelnemers?
  4. Reageren op elkaars mening en vragen stellen
  5. Afsluiten met conclusie of oplossing

Slide 6 - Tekstslide

Spelregels voor een goede discussie
  1. Laat elkaar uitpraten. 
  2. Luister naar elkaars argumenten. 
  3. Sta open voor elkaars mening. 
  4. Bestrijd argumenten op de inhoud, speel het niet op de persoon. 
  5. Gebruik de IK - boodschap. 
  6. Blijf rationeel en zorg ervoor dat je argumenten geldig en juist zijn. 
  7. Discussieer niet alleen om de discussie te winnen. Het gaat om het beste standpunt. 

Slide 7 - Tekstslide

Waar ben je tevreden over op school? Noem 3 dingen

Slide 8 - Woordweb

Waar ben je minder tevreden over op school?
Noem 3 dingen.

Slide 9 - Woordweb

Discussiestellingen
- De pauze moet volgend schooljaar korter zijn, zodat we vroeger naar huis kunnen. 
- De school moet starten om 8.30u in plaats van 8.15u.
- Elke klas moet een vast lokaal hebben, enkel leerkrachten moeten wisselen van lokaal. 
- Pesten moet op school strenger aangepakt worden. 
- Vanaf volgend schooljaar dragen we beter terug een uniform op school. 


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

1)  Kies een stelling waarover jullie gaan discussiëren.
2) Kies wie voor of tegen is. 
3) Noteer op een kladblad enkele argumenten die je kan gebruiken. 
4) Start jullie discussie, en denk aan de regels binnen een discussie. 

Slide 12 - Tekstslide

Spelregels voor een goede discussie
  1. Laat elkaar uitpraten. 
  2. Luister naar elkaars argumenten. 
  3. Sta open voor elkaars mening. 
  4. Bestrijd argumenten op de inhoud, speel het niet op de persoon. 
  5. Gebruik de IK - boodschap. 
  6. Blijf rationeel en zorg ervoor dat je argumenten geldig en juist zijn. 
  7. Discussieer niet alleen om de discussie te winnen. Het gaat om het beste standpunt. 

Slide 13 - Tekstslide

Boek pagina 18-19-20

Slide 14 - Tekstslide

Zender - boodschap - ontvanger Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  • wat de zender, boodschap en ontvanger is
  • wat ruis is

Slide 15 - Tekstslide

Mondelinge communicatie
Zender 
Boodschap 
Ontvanger 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Geef aan wie de zender, de ontvanger en wat de boodschap is. 
    De docent legt Marit een lastige vraag uit.
    Pieter stuurt een sms’je naar een klasgenoot.
    Je staat bij de bushalte en leest de reisinformatie van de 
    busmaatschappij.

   
Zender
Boodschap
Ontvanger
Marit
een lastige vraag
De docent
Pieter
een klasgenoot
een sms'je
Je
reisinformatie
busmaatschappij

Slide 20 - Sleepvraag

Boodschap
Om een boodschap over te brengen, gebruik je vier onderdelen:
  • de verbale communicatie (de woorden zoals je die opschrijft of uitspreekt); 
  • de intonatie (de klemtoon en melodie); 
  • de lichaamstaal (je houding en je gebaren); 
  • je mimiek (je gezichtsuitdrukking)

Slide 21 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
Ruis

Slide 22 - Woordweb

RUIS
Miscommunicatie komt vaak door ruis in de boodschap

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Boek pagina 29-30-31-32

Slide 25 - Tekstslide