Voortplanting Planten en Dieren

VOORTPLANTING BIJ PLANTEN EN DIEREN
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VOORTPLANTING BIJ PLANTEN EN DIEREN

Slide 1 - Tekstslide


Bekijk de afbeelding.
Welk onderdeel van een bloem is onderdeel 1?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Stamper
D
Stempel

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de functie van de kelkbladeren?

Slide 4 - Open vraag

Welke soort bloemen is het?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de functie van kroonbladeren bij insectbloemen?

Slide 6 - Open vraag

Insectenbloem
Windbloem
nectar
meeldraden in de bloem
maken veel stuifmeel
felgekleurde kroonbladeren

Slide 7 - Sleepvraag

De meeldraden maken stuifmeel
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Stuifmeelkorrels zijn de mannelijke voortplantingscellen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Deel 1 van de stamper
noem je......
A
stamper
B
stempel
C
stijl
D
vruchtbeginsel

Slide 11 - Quizvraag

Dit deel van de stamper heet?
A
Stijl
B
Stempel
C
Zaadbeginsel
D
Vruchtbeginsel

Slide 12 - Quizvraag

In dit vruchtbeginsel zitten ....... eicellen
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Als de bij naar een andere bloem op het plaatje vliegt, krijg je .........
A
bestuiving
B
bevruchting
C
geen bestuiving
D
geen bevruchting

Slide 15 - Quizvraag

Als een bij van de klaproos naar de korenbloem vliegt, krijg je .........
A
bestuiving
B
bevruchting
C
geen bestuiving
D
geen bevruchting

Slide 16 - Quizvraag

Welk onderdeel van een bloem lokt insecten?
A
Meeldraden
B
Kelkbladeren
C
Kroonbladeren
D
Stamper

Slide 17 - Quizvraag

Sommige planten lokken geen insecten, dit noem je........
A
zaadplanten
B
insectenbloemen
C
windbloemen

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Welke planten maken nectar?
A
windbloemen
B
insectenbloemen

Slide 20 - Quizvraag

veel stuifmeel
weinig stuifmeel
opvallende bloem
onopvallende bloem
maakt geen nectar
maakt nectar
stempel hangt uit de bloem 
stempel zit in de bloem

Slide 21 - Sleepvraag

Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Eicel
Bevruchting

Slide 22 - Sleepvraag

Wat zit er in de stuifmeelbuis?
A
de kern van een eicel
B
de kern van een stuifmeelkorrel
C
een bevruchte eicel
D
een bevruchte stuifmeelkorrel

Slide 23 - Quizvraag

Wat is bevruchting?
A
versmelten kernen eicel en stuifmeelkorrel
B
groeien van de stuifmeelbuis
C
stuifmeelkorrel komt op de stempel
D
bloemen maken nectar

Slide 24 - Quizvraag

Wat ontstaat uit de bevruchte eicel?
A
een zaadje
B
een vrucht
C
een bloem
D
een stengel

Slide 25 - Quizvraag

Uit welk onderdeel van de bloem komt de peper?
A
Stempel
B
Vruchtbeginsel
C
Kroonblad
D
Meeldraad

Slide 26 - Quizvraag

De pruim is gegroeid uit
.............
A
de meeldraad
B
het vruchtbeginsel
C
de eicel
D
de bloemsteel

Slide 27 - Quizvraag

De pit (het zaadje)
is gegroeid uit
.............
A
1 eicel en 1 stuifmeelkorrel
B
2 eicellen en 2 stuifmeelkorrels
C
1 eicel en 2 stuifmeelkorrels
D
2 eicellen en 1 stuifmeelkorrel

Slide 28 - Quizvraag

De 3 zaadjes
zijn gegroeid uit
.............
A
1 eicel en 1 stuifmeelkorrel
B
3 eicellen en 3 stuifmeelkorrels
C
1 eicel en 3 stuifmeelkorrels
D
3 eicellen en 1 stuifmeelkorrel

Slide 29 - Quizvraag

De appel is
gegroeid uit
.............
A
de meeldraad
B
het vruchtbeginsel
C
de eicel
D
de stuifmeelbuis

Slide 30 - Quizvraag

Kelkbladeren
Zaadbeginsel
Bloemsteel

Slide 31 - Sleepvraag

In de celkern van elke cel ligt alle erfelijke informatie (DNA)
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Bij bevruchting bij dieren en mensen smelten de kernen van........
A
2 eicellen samen
B
1 eicel en 1 zaadcel samen
C
1 eicel en 1 stuifmeelkorrel samen
D
2 zaadcellen samen

Slide 34 - Quizvraag

UITWENDIGE bevruchting
Bevruchting BUITEN het lichaam.
-> waterdieren
Bevruchting in het water
INWENDIGE bevruchting
Bevruchting IN het lichaam.
> landdieren 

Slide 35 - Tekstslide

Als kikkers paren
komen zowel de zaadcellen als de eicellen in het water. Dit noem je....
A
Inwendige bevruchting
B
Uitwendige bevruchting

Slide 36 - Quizvraag

Bij konijnen komen de zaadcellen in het lichaam van het vrouwtje, dit noem je?
A
inwendige bevruchting
B
uitwendige bevruchting

Slide 37 - Quizvraag