Betekenis geven aan

Betekenis geven aan 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Betekenis geven aan 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Herhaling 
- Doelen 
- Uitleg 
- Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nu over de tweede wereldoorlog?

Slide 3 - Woordweb

Noem een politieke verandering door de machtsovername van Hitler:

Slide 4 - Open vraag

Waarom nam de werkloosheid in Duitsland af toen Hitler aan de macht kwam?
A
Hitler voerde de dienstplicht in.
B
Hitler sloot bondgenootschappen.
C
Hitler liet snelwegen aanleggen.
D
Hitler liet wapenfabrieken bouwen.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom past de afbeelding bij discriminatie?

Slide 6 - Open vraag

Welke uitspraak over de Duitse bezetting van Nederland is juist?

A
De bezetting begon op 10 mei 1945
B
De meeste Nederlanders steunden de Duitse bezetter.
C
Direct na het begin van de bezetting kwam de Nederlandse economie stil te liggen.
D
Nederlandse ambtenaren moesten gehoorzamen aan een Duitse bestuurder.

Slide 7 - Quizvraag

Doelen
- Je kunt met een voorbeeld uitleggen dat een moment, dat herinnert aan het verleden, iets kan betekenen voor mensen uit onze tijd.
- Je kunt een oordeel over het denken en doen van iemand uit het verleden onderbouwen met argumenten en daarbij rekening houden met de historische situatie en de persoonlijke omstandigheden van die personen. 

Slide 8 - Tekstslide

Monumenten 
Iets wat mensen hebben gemaakt om een gebeurtenis of persoon uit het verleden te herdenken

- Mensen geven hun mening over het verleden. 
 

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een gebeurtenis waarvoor je een monument kunt maken?

Slide 10 - Woordweb

Een oordeel geven 
"moffenmeiden"
Een vriend die te laat komt - oordeel - begrip

- Inleven 
- Achtergrond 
- Situatie 
- Kennis 
- Normen en waarden 

Pas na de bovenste informatie kun je pas een goed oordeel geven over een persoon uit het verleden. Argumenten zijn belangrijk. 


Slide 11 - Tekstslide

Maken
Opdracht:  2, 3, 7, 8, 9 en 10

Slide 12 - Tekstslide