Havo 3 Grammaire unité 4
1 / 27
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent het ww moeten in het Frans?
Slide 2 - Open vraag
Vervoeg: tu, imparfait
Slide 3 - Open vraag
Vervoeg: il, présent
Slide 4 - Open vraag
Vervoeg: nous, futur
Slide 5 - Open vraag
Vervoeg: je, imparfait
Slide 6 - Open vraag
Vervoeg: ils, passé composé
Slide 7 - Open vraag
Vervoeg: elles, présent
Slide 8 - Open vraag
Vervoeg: on, futur
Slide 9 - Open vraag
Vervoeg: vous, présent
Slide 10 - Open vraag
Vervoeg: elle, passé composé
Slide 11 - Open vraag
Vertaal:
ik moet
ik moet
Slide 12 - Open vraag
Vertaal:
jij hebt moeten
jij hebt moeten
Slide 13 - Open vraag
Vertaal:
men moest
men moest
Slide 14 - Open vraag
Vertaal:
u zal moeten
u zal moeten
Slide 15 - Open vraag
Vertaal:
zij moeten (vmv)
zij moeten (vmv)
Slide 16 - Open vraag
Maak een bijwoord:
terrible
terrible
Slide 17 - Open vraag
Maak een bijwoord:
poli
poli
Slide 18 - Open vraag
Maak een bijwoord:
lent
lent
Slide 19 - Open vraag
Maak een bijwoord:
intensif
intensif
Slide 20 - Open vraag
Maak een bijwoord:
curieux
curieux
Slide 21 - Open vraag
Maak een bijwoord:
bon
bon
Slide 22 - Open vraag
Maak een bijwoord:
meilleur
meilleur
Slide 23 - Open vraag
Vertaal: slecht
Slide 24 - Open vraag
Vertaal: lang (tijd)
Slide 25 - Open vraag
Vertaal: vite
