3. Middeleeuwen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waar hebben we het
de vorige les over gehad?

Slide 3 - Woordweb

Middeleeuwen

Hebban olla vogala
Ridderliteratuur
Voorbeeldige levens
Jacob van Maerlant
Zingen in de middeleeuwen




Slide 4 - Tekstslide

Waarom werden middeleeuwse verhalen geschreven in dichtvorm?  

Slide 5 - Tekstslide

Middeleeuwen
Hebban olla vogala
Ridderliteratuur
Voorbeeldige levens
Jacob van Maerlant
Zingen in de middeleeuwen
Toneel in de middeleeuwen
Boekdrukkunst



Slide 6 - Tekstslide

De meeste troubadours konden ook niet lezen en schrijven en leerden de teksten daarom uit hun hoofd. Rijm was hierbij erg belangrijk: het maakte het voor de troubadour makkelijker om een tekst uit het hoofd te leren. Ook was rijm prettig voor degene die luisterde.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat is er bijzonder aan de abele spelen? 

Slide 9 - Tekstslide

Nergens in Europa werden er in die tijd (1410) al toneelstukken in de volkstaal geschreven. 

Slide 10 - Tekstslide

In welke taal werden de toneelstukken eerder dan geschreven?

Slide 11 - Open vraag

De abele spelen zijn profane toneelstukken. Wat betekent profaan?
A
religieus
B
werelds
C
niet-kerkelijk
D
kerkelijk

Slide 12 - Quizvraag

Wat is GEEN synoniem van 'abel'?
A
edel
B
kunstig
C
religieus
D
hoofs

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een klucht?

Slide 14 - Open vraag

Wanneer verschijnen er schouwburgen in de Lage landen?
-12000

Slide 15 - Poll

In de 17e eeuw
De eerste Nederlandse schouwburg wordt in 1637 aan de Keizersgracht in Amsterdam in gebruik genomen.

Slide 16 - Tekstslide

Middeleeuwen
Hebban olla vogala
Ridderliteratuur
Voorbeeldige levens
Jacob van Maerlant
Zingen in de middeleeuwen
Toneel in de middeleeuwen
Boekdrukkunst



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Rond 1400 verschijnen er papiermolens in de Lage landen. Waarom is dat van belang? 

Slide 19 - Tekstslide

Papier is veel goedkoper dan perkament. Dit draagt bij aan de democratisering van kennisoverdracht.

Slide 20 - Tekstslide

In 1477 wordt het eerste Nederlandstalige boek gedrukt. Welk boek is dat?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Wat is proza?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Waarom worden de verhalen nu in prozavorm geschreven?

Slide 25 - Tekstslide

Rijm is niet langer nodig

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Essay (>300 woorden)
In welk genre of welke stroming hoort jouw roman thuis? 
Welke elementen en kenmerken uit deze periode vind jij typisch bij het gelezen werk horen? Leg uit dat met citaten en gebeurtenissen uit je boek.
Wat is het thema van het werk? Zit er een boodschap in het verhaal waar jij iets mee kunt?
Kun jij je inleven in de gebeurtenissen, in de gevoelens, gedachtes en gedrag van de personages of juist helemaal niet? Hoe komt dat? Heeft dat met het tijdsbeeld te maken?

Slide 29 - Tekstslide

Essay
Een essay is een tekst waarin informatie wordt gegeven over een bepaald onderwerp, maar bovendien het standpunt van de auteur gepresenteerd wordt.
(Een essay is minder stellig dan een betoog, onderzoekender)

Slide 30 - Tekstslide