Breuken

Breuken
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Breuken

Slide 1 - Tekstslide

Je kan ...
  • een breuk lezen
  • de teller en de noemer aanduiden bij een breuk
  • breuken voorstellen
  • breuk nemen van een getal
  • breuken gelijkwaardige maken
  • breuken vereenvoudigen
  • breuken rangschikken

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een breuk?
Een breuk geeft aan hoe groot een deel van een geheel is.
Het geheel is hetzelfde als het totaal of alles.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noemen we het bovenste getal van de breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we het onderste getal van een breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 5 - Quizvraag

Breuken voorstellen

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel krijgt één poppetje?
A
1/3 deel
B
1/4 deel
C
1/2 deel
D
1/8 deel

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel eet het blauwe mannetje?
A
1 deel
B
1/8 deel
C
1/4 deel
D
1/1 deel

Slide 8 - Quizvraag

Jan, Piet en Frank moeten samen een pizza delen.

Wat eet jan op?
Welk deel eet Jan op?
A
1/2 deel
B
1/3 deel

Slide 9 - Quizvraag

Welke breuk hoort er bij dit plaatje?
A
1/2 deel
B
1/4 deel

Slide 10 - Quizvraag

Welk deel is hier gekleurd?

Welk deel is hier gekleurd?
A
1/2 deel
B
1/4 deel
C
1/10 deel
D
4/1 deel

Slide 11 - Quizvraag


A
1/4 deel
B
1/2 deel
C
1/3 deel
D
3/1 deel

Slide 12 - Quizvraag

Welke breuk hoort op de plaats van de pijl?

Slide 13 - Open vraag

Welke breuk hoort op de plaats van de pijl?

Slide 14 - Open vraag

Breuk nemen van een getal
Je deelt het getal door de noemer en vermenigvuldig je uitkomst met de teller.
8/9 van 90 = 90 : 9 x 8

Slide 15 - Tekstslide

1/2 van 26
Noteer je bewerking!

Slide 16 - Open vraag

3/4 van 20
Noteer je bewerking!

Slide 17 - Open vraag

7/10 van 100
Noteer je bewerking!

Slide 18 - Open vraag

2/5 van 75
Noteer je bewerking!

Slide 19 - Open vraag

Gelijkwaardige breuken
  • even groot, dezelfde waarde
  • de teller en noemer van de breuk met eenzelfde getal vermenigvuldigt of door eenzelfde getal delen

Slide 20 - Tekstslide

2/3 = ... / 9
Noteer de volledige breuk!

Slide 21 - Open vraag

15/20 = .../4
Noteer de volledige breuk!

Slide 22 - Open vraag

4/7 = ... /14
Noteer de volledige breuk!

Slide 23 - Open vraag

90/100 = ... /10
Noteer de volledige breuk!

Slide 24 - Open vraag

Breuken vereenvoudigen
  • Een breuk verandert niet van waarde als je de teller en noemer van de breuk door eenzelfde getal deelt.
  • Op die manier wordt de breuk eenvoudiger geschreven.

Slide 25 - Tekstslide

6/8 = ...

Slide 26 - Open vraag

9/12 = ...

Slide 27 - Open vraag

8/12 = ...

Slide 28 - Open vraag

6/10 = ...

Slide 29 - Open vraag

24/36 = ...

Slide 30 - Open vraag

Breuken rangschikken / vergelijken
  • dezelfde teller: breuk met de grootste noemer is altijd de kleinste
  • dezelfde noemer: breuk met de kleinste teller is altijd de kleinste
  • breuken met verschillende teller en noemer: breuken gelijknamig maken (dezelfde noemer)

Slide 31 - Tekstslide

Wat is het grootst?
A
4/7
B
4/8

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het grootst?
A
2/7
B
4/7

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het kleinst?
A
1/4
B
1/2

Slide 34 - Quizvraag

Ik kan een breuk lezen.

Slide 35 - Poll

Ik kan de teller en de noemer aanduiden bij een breuk.

Slide 36 - Poll

Ik kan breuken voorstellen.

Slide 37 - Poll

Ik kan breuk nemen van een getal.

Slide 38 - Poll

Ik kan breuken gelijkwaardig maken.

Slide 39 - Poll

Ik kan breuken vereenvoudigen.

Slide 40 - Poll

Ik kan breuken rangschikken.

Slide 41 - Poll

Hoe schaal jij jezelf in voor de oefeningen rond breuken?

Slide 42 - Poll

Oefeningen!
pag. 10 t.e.m. 18

Slide 43 - Tekstslide