2 vmbo 3.1 & 3.2


De Eerste Wereldoorlog
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide


Geschiedenis | 
Oorzaken voor het uitbreken van WO1
  • Nationalisme = liefde voor het eigen land
  • Militarisme = verheerlijking van het leger 
  • Wapenwedloop = strijd om de sterkste bewapening 
Later meer...

Slide 2 - Tekstslide


Geschiedenis | 
Bondgenoten in 1914






Start van de Eerste Wereldoorlog
Geallieerden
Centralen
Groot-Britannie
Duitsland
Rusland
Oostenrijk -
Hongarije
Frankrijk
Italie 

Slide 3 - Tekstslide

Geallieerden
Centralen
Bondgenoten in 1914
Sleep het juiste land naar het juiste bondgenootschap
Duitsland
Rusland
Italie
Frankrijk
Groot-Britannie
Oostenrijk-Hongarije

Slide 4 - Sleepvraag

Oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog
Sleep de juiste beschrijving naar het juiste begrip
Nationalisme
Militarisme
Wapenwedloop
verheerlijking van het leger 
strijd om de sterkste bewapening 
liefde voor het eigen land

Slide 5 - Sleepvraag

Hoe heten de twee bondgenootschappen?

Slide 6 - Open vraag

Wat was geen oorzaak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
A
Nationalisme
B
Militarisme
C
Wapenwedloop
D
Moord op Frans Ferdinand

Slide 7 - Quizvraag

Westfront
Oostfront

Slide 8 - Tekstslide


Geschiedenis |
  • De Duitsers liepen zowel vast in het westen als in het oosten
  • Tweefrontenoorlog
  • Oorlog waarbij op twee gebieden tegelijk gevochten wordt 

  • Waarom was de Tweefrontenoorlog niet handig voor Duitsland?

Slide 9 - Tekstslide


Geschiedenis | 
Nederland neutraal
Nederland was tijden de Eerste wereldoorlog neutraal = 
  • Onpartijdig, geen kant kiezen
  • Duitsland liet Nederland met rust omdat zij de Rotterdamse haven voor het doorvoeren van goederen gebruikten.
  • Voor een handelsland als Nederland is dat lastig: je handelt immers met beide partijen.

Slide 10 - Tekstslide

Nederland was in de Eerste Wereldoorlog neutraal; Leg in je eigen woorden uit wat dit betekende

Slide 11 - Open vraag


Geschiedenis | 
Einde Eerste Wereldoorlog
Duitsland kreeg de schuld van de oorlog, er werd afgesproken dat zij:
  • Geen groot leger meer mochten hebben
  • Stukken land moesten inleveren
  • Schadevergoedingen moesten betalen
  • Verdrag van Versailles

Slide 12 - Tekstslide


Geschiedenis | 
In het Verdrag van Versailles werd ook afgesproken dat meer landen onafhankelijk werden:
  • Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk vielen uit elkaar

Slide 13 - Tekstslide


Geschiedenis | 
  • Oostenrijk-Hongarije en Ottomaanse vielen uiteen en landen kregen onafhankelijkheid door Verdrag van Versailles

  • Van Oostenrijk bleef een klein deel over

  • Polen, Tsjecho-Slowakije en Hongarije zelfstandige staten werden. 

  • De nieuwe staat Joegoslavië was een combinatie van kleine landen zoals Servië, Kroatië en Bosnië

  • Van het Ottomaanse rijk bleef alleen Turkije over. 

Slide 14 - Tekstslide

Europa voor de Eerste Wereldoorlog;
Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk
Europa na de Eerste Wereldoorlog;
Onafhankelijke staten als Polen, Oostenrijk en Joegoslavië 

Slide 15 - Tekstslide

JUIST of ONJUIST: Duitsland kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Welke straf(fen) kreeg Duitsland tijdens het Verdrag van Versailles? Noem er minimaal 1

Slide 17 - Open vraag

Sleep het juiste jaartal naar de juiste kaart
1914
1919

Slide 18 - Sleepvraag


Geschiedenis | 
Een welvarende tijd
  • Rond 1920 (de jaren '20) was het een roerige tijd, dit noemen we ook wel de roaring twenties 
  • Met name in Amerika veranderde de mentaliteit = manier van denken
  • Mensen wilden niet langer zuinig doen met hun geld, maar veel spullen kopen en goed leven
  • Ook waren er conservatieve Amerikanen =
    Zij wilden alles bij het oude houden

Slide 19 - Tekstslide


Geschiedenis | 
Dictatuur in Italië 
  • In Italië ontstond in de jaren 20 een dictatuur = een land waar 1 iemand de baas is
  • Benito Mussolini
  • Hij was aanhanger van het fascisme
    - Tegen de democratie
    - Gewelddadig 
    - Nationalistisch (liefde voor je eigen land)

Slide 20 - Tekstslide


Geschiedenis | 
De crisistijd 
  • Rond 1929 ging het mis met de Amerikaanse economie
  • Economische crisis = mensen hebben minder werk en ook minder geld
  • Ook in Nederland en Duitsland ontstond veel werkloosheid

Slide 21 - Tekstslide


Geschiedenis | 
Antidemocratische partijen
  • Door de crisis stemden veel Duitsers op de partij van Adolf Hitler, de NSDAP
  • Dit was een nationaalsocialistische 
    - Tegen democratie
    - Dictatuur
    - Nationalisme (liefde voor het eigen land)
    - Racistisch
  • De nazi's 
  • In 1932 werd Hitler benoemd tot regeringsleider van Duitsland

Slide 22 - Tekstslide


Geschiedenis | 
Antidemocratische partijen
  • Hitler maakte een einde aan de democratie
  • Dictator = 1 iemand heeft de macht
  • Hij liet zichzelf Führer noemen 
    Dit is Duits voor leider

Ook in Nederland had je partijen die tegen een democratie waren en achter de ideeën van Hitler stonden= De Nationaalsocialistische beweging (NSB)

Slide 23 - Tekstslide