In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 13 videos.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
HvA MBO Natuur & Techniek
Les 6: Krachten, constructies, skelet & spieren
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Programma
Uitleg kracht
Uitleg constructies
Uitleg skelet & spieren
Toetsvragen oefenen
Slide 3 - Tekstslide
Deel 1: Krachten
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
03:10
Welke soorten krachten ken jij?
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Video
Waar hangt de sterkte van zwaartekracht van af?
A
De massa van een voorwerp
B
De afstand tot een voorwerp
C
Zowel de massa als de afstand
Slide 8 - Quizvraag
Van welk voorwerp ondervind JIJ de grootste zwaartekracht?
A
De zon
B
De maan
C
De stoel waar je op zit
D
De aarde
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
08:52
Ik maak zo direct bij mijn uitleg (het uitwerken van dit rekenvoorbeeld) een fout - probeer hem te vinden
A
Begrepen!
Slide 11 - Quizvraag
11:44
Welke fout maakte ik in mijn uitleg?
A
Ik heb de verkeerde getallen bij elkaar opgeteld
B
Het blokje versnelt niet naar links maar naar rechts
C
Ik had alle getallen van elkaar moeten aftrekken
D
De resulterende kracht is groter dan berekend
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Welke krachten werken er op de veer en bowlingbal tijdens het vacuüm experiment uit het filmpje?
A
Alleen zwaartekracht
B
Alleen wrijving
C
Alleen luchtweerstand
D
Zwaartekracht en wrijving
Slide 14 - Quizvraag
Quiz over krachten
Nu volgt er een aantal multiple choice vragen over krachten :) Daarna gaan we door met deel 2 van deze les
Slide 15 - Tekstslide
Welke kracht geeft de groene pijl aan?
A
wrijvingskracht
B
zwaartekracht
C
motorkracht
D
normaalkracht
Slide 16 - Quizvraag
Welke kracht geeft de gele pijl aan?
A
Wrijvingskracht
B
Zwaartekracht
C
Motorkracht
D
Normaalkracht
Slide 17 - Quizvraag
Deze astronaut ondervindt minder zwaartekracht dan op aarde
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Deze astronaut ondervindt minder luchtweerstand dan op aarde
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Waarom dragen duikers loodgordels?
A
Om de opwaartse kracht te verkleinen
B
Om de zwaartekracht te vergroten
C
Om de opwaartse kracht te vergroten
D
Om de wrijvingskracht te vergroten
Slide 20 - Quizvraag
Wat weet je over de beweging van deze auto?
A
De auto staat stil
B
De auto rijdt met constante snelheid
C
De auto gaat steeds sneller rijden
D
De auto gaat steeds langzamer rijden
Slide 21 - Quizvraag
Wat gebeurt er wanneer een vliegtuig zijn snelheid opvoert en op dezelfde hoogte blijft vliegen?
A
Wrijvingskracht neemt af en zwaartekracht wordt kleiner
B
Wrijvingskracht neemt af en zwaartekracht wordt groter
C
Wrijvingskracht neemt toe en zwaartekracht wordt groter
D
Wrijvingskracht neemt toe en zwaartekracht blijft gelijk
Slide 22 - Quizvraag
In de grafiek is met twee lijnen de gemiddelde remweg van een auto weergegeven. Eén lijn geeft de gemiddelde remweg op een nat wegdek weer, en één lijn de gemiddelde remweg op een droog wegdek. Welke lijn hoort bij het natte wegdek?
A
De bovenste lijn, want op een nat wegdek duurt het langer voor de auto stilstaat
B
De bovenste lijn, want op een nat wegdek duurt het korter voor de auto stilstaat
C
De onderste lijn, want op een droog wegdek duurt het langer voor de auto stilstaat
D
De onderste lijn, want op een droog wegdek duurt het korter voor de auto stilstaat
Slide 23 - Quizvraag
Deel 2: Constructies
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
01:07
Waar zou jij de hefboom duwen om de steen zo makkelijk mogelijk op te tillen
A
Plek A
B
Plek B
Slide 26 - Quizvraag
Voorbeelden
In het volgende filmpje zie je enkele voorbeelden van hefbomen in het dagelijks leven
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Video
06:47
Hoe groot is het moment links en rechts van het draaipunt?
Slide 30 - Open vraag
Tandwiel-simulatie
Op de volgende slide vind je een link naar een simulatieprogramma voor tandwielen. Als je op een tandwiel klikt, kun je waardes zoals het aantal tanden veranderen en kijken wat dit met de beweging doet
Slide 31 - Tekstslide
https:
Slide 32 - Link
Slide 33 - Video
14:06
Hoe maak je een toren stevig?
Slide 34 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van een profiel?
A
Een piramide
B
Een houten bezemsteel
C
Een paperclip
D
Een opgerolde krant
Slide 35 - Quizvraag
De beweging van de fiets is gebaseerd op een tandwielwerking. Een tandwiel met dertig tanden dat een ander kleiner tandwiel met tien tanden aandrijft, levert bij het kleinere tandwiel een...
A
Versnelling op die drie keer zo groot is
B
Vertraging op die drie keer zo klein is
C
Versnelling op die drie keer zo klein is
D
Vertraging op die drie keer zo groot is
Slide 36 - Quizvraag
Bij het werken met een koevoet werk je met verschillende krachten. Zo is er de kracht op het handvat van een koevoet en de kracht van de koevoet op het raam. Welke van de volgende beweringen over de grootte van deze twee krachten is juist?
A
De kracht op het handvat van de koevoet is kleiner dan de kracht die op het raam wordt uitgeoefend
B
De kracht op het handvat van de koevoet is groter dan de kracht die op het raam wordt uitgeoefend
C
De kracht op het handvat van de koevoet is even groot als de kracht die op het raam wordt uitgeoefend
D
Er wordt bij deze handeling geen kracht uitgeoefend op het raam
Slide 37 - Quizvraag
Het hefboomprincipe kan toegepast worden bij constructies die niet in evenwicht zijn. Dan wordt er een contragewicht aangebracht. Waar zien we dit?
A
Een deur hangend in een kozijn
B
Een hijskraan
C
Een pneumatische tandartsstoel
D
Een wip
Slide 38 - Quizvraag
Welke bewering over constructies is juist?
A
Een holle buis is minstens net zo stevig als een massieve stang, omdat bij vervorming van de stang (wanneer je er een enorme kracht op uitoefent) de grootste trek- en drukkracht aan de buitenkant worden uitgeoefend
B
Als we moeten kiezen tussen een driehoek-, vierhoek- en vijfhoeksconstructie is de vijfhoeksconstructie het meest stabiel
C
De constructie van een massief opgebouwde elektriciteitsmast is steviger dan de constructie van een elektriciteitsmast die opgebouwd is uit profielen
D
Een boogconstructie vangt de drukkrachten op dezelfde manier op als een piramide
Slide 39 - Quizvraag
Deel 3: Skelet & Spieren
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
00:28
Wat zou er volgens jou gebeuren als we geen skelet hadden gehad?
Slide 42 - Open vraag
Slide 43 - Video
Slide 44 - Video
10:49
Wat voor hefboom is het bot in de arm?
A
primair
B
secundair
C
tertiair
Slide 45 - Quizvraag
Slide 46 - Video
Welk bot of welke botten zijn bij de bouwvakker gebroken?
A
Het dijbeen
B
Het opperarmbeen
C
Het scheenbeen en het kuitbeen
D
Het spaakbeen en de ellepijp
Slide 47 - Quizvraag
Bij wielrennen worden naast spieren en pezen vooral de beengewrichten in het geraamte aangesproken. Welke van de onderstaande soorten gewrichten zijn actief als je een berg op fietst?
A
Alleen de scharniergewrichten
B
Alleen het kniegewricht en het ellebooggewricht
C
Alleen de kogelgewrichten
D
Scharniergewrichten en kogelgewrichten
Slide 48 - Quizvraag
Yana steekt haar vinger op in de klas en strekt daarbij zijn arm. Wat gebeurt er op dat moment?
A
De biceps wordt gespannen en de triceps ontspannen
B
De triceps wordt gespannen en de biceps ontspannen
C
Zowel de biceps als de triceps wordt gespannen
D
Zowel de biceps als de triceps wordt ontspannen
Slide 49 - Quizvraag
Einde van de les
Dit was het dan. Hopelijk is alles duidelijk zo. Als je vragen hebt, kun je altijd e-mailen. Tot volgende week!