5D/A De ridderroman

Les 7  - de ridderroman
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Les 7  - de ridderroman

Slide 1 - Tekstslide

februari 2023 - De Morgen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In welke historische periode
speelt deze game zich af?

Slide 4 - Woordweb

Welke games, films, series
en boeken spelen zich in de
middeleeuwen af?

Slide 5 - Woordweb

pg.45

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

In welk jaar is "Karel ende Elegast" ongeveer geschreven?
A
1070
B
1250
C
1470
D
1670

Slide 9 - Quizvraag

In welke eeuw leefde Karel De Grote?
A
9de eeuw
B
10de eeuw
C
11de eeuw
D
12de eeuw

Slide 10 - Quizvraag

Geven Karelromans dan een betrouwbare weergave van deze historische figuur?

Slide 11 - Open vraag

Karelromans
In de middeleeuwen werden Karelromans geschreven die gebaseerd werden op het leven van Karel de Grote. De koningen hoopten hiermee hun prestige te vergroten.  Deze romans schreven voor hoe edelen aan het hof zich moesten gedragen. Op die manier werd het feodale systeem in ere gehouden. Het beeld van Karel De Grote werd geïdealiseerd. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Het Nederlands van de 13de eeuw
De video die we zonet bekeken is een moderne bewerking van Karel ende Elegast. De originele tekst klonk natuurlijk wel anders...

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Beginfragment (archief voor onderwijs)
We luisteren naar het beginfragment van Karel ende Elegast. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Hoe kan je "feodaliteit"
aan Karel ende Elegast verbinden?

Slide 22 - Woordweb

Hoe kan je "theocentrisme"
aan Karel ende Elegast verbinden?

Slide 23 - Woordweb

Hoe kan je "standenmaatschappij"
aan Karel ende Elegast verbinden?

Slide 24 - Woordweb

Karelromans
Karelromans schreven voor hoe edelen aan het hof zich moesten gedragen. Op die manier werd het feodale systeem in ere gehouden. 

Slide 25 - Tekstslide

Hoe bereikt Karel ende Elegast dit doel?

Slide 26 - Open vraag

Noteren en schematiseren
13. Om een voorbeeld te stellen zodat iedereen weet wat er met verraders zoals Eggeric gebeurt.
14. De positie van de vrouw: De vrouw van Eggeric krijgt geen naam (en identiteit). Ze wordt zonder haar goedkeuren weggegeven aan Elegast als beloning.
De visie op god: god kiest altijd de kant van de rechtvaardige (Elegast) en er wordt gevochten voor de eer van God.
15. Een goede ridder is trouw aan de koning en aan God. Het loont om eerlijk te zijn en trouw wordt beloond.
16. Karel ziet in dat hij Elegast vroeger te streng heeft beoordeeld en beseft nu hoe trouw hij is.
pg.50

Slide 27 - Tekstslide

De cornell-methode
Dit systeem is een belangrijke manier om te noteren:
  • Je gebruikt de linkerkolom om de inhoud met kernwoorden samen te vatten.
  • In de rechterkolom noteer je ideeën en voorbeelden uitgebreider.

Slide 28 - Tekstslide

Waarom noteren?

Wanneer je in de les of bij een video vooral moet luisteren en de aandacht niet wil verliezen, kan het helpen om te noteren. Door te noteren verwerk je de leerstof actief en blijf je alert

Slide 29 - Tekstslide

Notities: hand-out
1. Werk schematisch: gebruik bijvoorbeeld de Cornell-methode of voorzie een duidelijke inleiding, midden en slot.
2. Schrijf snel (doorstreep fouten en gebruik geen tipp-ex) en houd eventueel witruimte over om achteraf zaken aan te vullen.
3. Gebruik kernwoorden (enkel de belangrijkste informatie, geen hele zinnen).
4. Laat ruimte tussen de verschillende onderdelen om een overzicht te bewaren
5. Schrijf afkortingen en gebruik symbolen (zie kader onderaan)
6. Maak een onderscheid tussen voorbeelden en theorie.
7. Markeer, omcirkel of onderlijn de belangrijkste informatie.
8. Structureer je notities: gebruik nummers of opsommingstekens:

2. …3. …

Slide 30 - Tekstslide

De cornell-methode
Maak notities op basis van de Cornell-methode
  1. Welke deelonderwerpen kunnen we onderscheiden? (ontstaan - waarom populair? - invloed vandaag - doel (publiek) - soorten)    Noteer in de linkerkolom 
  2. Welke verschillen worden er aangegeven?                                       Noteer in de rechterkolom

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Bekijk elkaars werk
Wissel je blad met je buur. Schrijf eventuele suggesties:
  • Hebben jullie dezelfde informatie
  • Heeft je buur kernwoorden en afkortingen gebruikt?
  • Heeft hij/zij schematisch gewerkt? (opsommingen, pijlen, leestekens ...)
  • Zijn er nog dingen onduidelijk? duid aan
pg.51

Slide 33 - Tekstslide

pg.52

Slide 34 - Tekstslide

volg mee op pg.91-93 en maak notities

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Hoofs gedrag
In arthurromans spelen eer, trouw en moed in het gevecht een belangrijke rol. Maar er duikt een nieuw begrip op: hoofs. De ridder weet zich te beheersen, kan zich verfijnd kleden, heeft tafelmanieren en kan een beleefde conversatie voeren. De ridder doet alles om vrouwen te beschermen en haar liefde te winnen.

Slide 44 - Tekstslide

pg.52

Slide 45 - Tekstslide

Pas de queestestructuur toe op de tocht van Walewein.
(volgens Cornell)

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Literair-historische context

Een werk moet je "in zijn tijd" bekijken... 
Wanneer we werken uit het verleden bestuderen, is het belangrijk om de tekst in zijn historische context te bekijken. Historische context gaat over details die een gebeurtenis omringen. Het gaat dus over de tijd en plaats waarin een verhaal is ontstaan. Deze details stellen ons in staat om literaire werken uit het verleden te interpreteren.

Slide 48 - Tekstslide

Deelvragen context

1. In welke tijd is het werk geschreven?
  • Welk jaartal? Welke eeuw? (wees zo specifiek mogelijk)
  • Welke historische periode?

2. Op welke plaats is het verhaal ontstaan?
  • Waar is het werk geschreven?
  • Waar werd het verhaal verteld?
  • Is het verhaal overgeleverd uit een ander land?


Slide 49 - Tekstslide

Deelvragen context

3. Wie heeft het verhaal geschreven?
- Is de auteur bekend?
- Wie heeft het werk geschreven?
- Wat weet je over de auteur?


4. In welk medium is het verhaal ontstaan?
- Werd het oorspronkelijk geschreven?
- Werd het mondeling overgeleverd?
- Zijn er manuscripten van bewaard? Werd het verhaal in boeken gedrukt?


Slide 50 - Tekstslide

Deelvragen context

5. Met welk doel werd het werk geschreven?
  • Wie is de doelgroep? Voor wie werd het geschreven?
  • Wat wilde de schrijver of verteller met het werk bereiken?



Slide 51 - Tekstslide

Noteren en schematiseren 

Slide 52 - Tekstslide

MOOC Middelnederlands
In de MOOC Middelnederlands wordt het verhaal van de arthurroman Walewein verteld. Je leert hier ook wat meer over de literair-historische context van de roman.
  • Maak notities tijdens het bekijken van de video. 
  • Focus je enkel op informatie die te maken heeft met de context van het verhaal.
tip: noteer eerst de informatie in de rechterkolom en structureer nadien de notities: Bedenk het "hoofdthema" en noteer dit in de linkerkolom

Slide 53 - Tekstslide

0

Slide 54 - Video

pg.53

Slide 55 - Tekstslide

pg.54
timer
10:00

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Tekstslide

Evaluatie:
AGENDA:

Toets
  • Toets van les 5 (de ridderroman) op ______________________
  • Les 5
  • schematiseren en noteren
  • Trajectwijzer pg.158-164

Slide 58 - Tekstslide

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Tekstslide