6.1 Metalen 3 mavo

H.6 Metalen
H.6§1 Eigenschappen van metalen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H.6 Metalen
H.6§1 Eigenschappen van metalen

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
6.1.1 Je kunt enkele gemeenschappelijke eigenschappen van metalen noemen.
6.1.2 Je kunt edelmetalen en hun belangrijkste eigenschappen noemen.
6.1.3 Je kunt enkele onedele metalen en hun belangrijkste eigenschappen noemen.
6.1.4 Je kunt enkele legeringen en hun belangrijkste eigenschappen noemen.
6.1.5 Je kunt enkele zware metalen en hun schadelijke effecten noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Gemeenschappelijke eigenschappen
  1. Blinken als je ze poetst (glanzend);
  2. Geleiden stroom
  3. Buigzaam zijn (vervormbaar);
  4. Geleiden warmte 
  5. Hoog smeltpunt
  6. Mengbaar in gesmolten toestand
Noteer dit in je schrift met kernwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Edele metalen 
  • Edele metalen reageren niet of nauwelijks met andere stoffen.
  • daarom worden ze vaak gevonden als zuivere stof, in een ader.
  • 24 karaat goud =100 %  zuiver goud , 18 karaat = 18/24 x100%= 75 % goud (en 25 %  andere metalen meestal zilver of koper)

Noteer dit in je schrift met kernwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Onedele metalen
  • Onedele metalen reageren wel  met andere stoffen. (b.v.zuurstof, water of zuren) 
  • worden daarom bijna altijd gevonden als erts = verbinding van metaal met een niet- metaal
  • hoe onedeler het metaal hoe reactiever het is.


Noteer dit in je schrift met kernwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Zeer onedele metalen
Zeer onedele metalen reageren zo heftig met b.v. zuurstof en water dat ze onder een laagje olie bewaard 

Noteer dit in je schrift met kernwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Metalen overzicht
Edel                                        onedel                                 zeer onedel
- goud                                   - ijzer                                    - kalium
- zilver                                   - tin                                       - natrium
- platinium                          - aluminium                      - calcium
- (koper)

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden van metaal in periodiek systeem (zie Binas)

Slide 8 - Tekstslide

Wat is geen metaal
A
Fe
B
Al
C
N
D
Pt

Slide 9 - Quizvraag

Sommige metalen kunnen zeer heftig met water reageren. Welke twee metalen zijn dat?
A
ijzer en koper
B
natrium en kalium
C
lood en tin
D
cadmium en kwik

Slide 10 - Quizvraag

Er zijn onedele metalen en edelmetalen. Wat geeft men aan als men spreekt van een edelmetaal?
A
Hoe edeler des te duurder het proces is om het te winnen
B
Hoe edeler des te beter het metaal reageert met andere stoffen
C
Hoe edeler des te slechter het metaal reageert met andere stoffen
D
Hoe edeler des te zwaarder het metaal is

Slide 11 - Quizvraag

Geef 3 eigenschappen van metalen

Slide 12 - Open vraag

Welke bewering over de stof calcium is juist?
A
Calcium is een edel metaal
B
Calcium is een legering
C
Calcium is een zeer onedel metaal
D
Calcium is een ontleedbare stof

Slide 13 - Quizvraag

Een metaal reageert niet met zuurstof. Om wat voor soort metaal gaat het
A
Edel metaal
B
Licht metaal
C
Zwaar metaal
D
onedel metaal

Slide 14 - Quizvraag

Specifieke eigenschappen

Slide 15 - Tekstslide

Legering
Dat is een mengsel van metalen (door smelten vermengen)

Slide 16 - Tekstslide

Tabel 2 legeringen
Noteer dit over in je schrift 

Slide 17 - Tekstslide

Zoek op in de Binas: Legeringen

Welk metaal komt, behalve tin, ook voor in soldeer?
A
kwik
B
lood
C
zilver
D
zink

Slide 18 - Quizvraag

Messing is een legering dat bestaat uit koper en ...
Geef het tweede metaal.
A
Tin
B
Zink
C
Aluminium
D
Lood

Slide 19 - Quizvraag

Welke metalen zitten in brons?

Slide 20 - Open vraag

Waarom gebruiken we legeringen?
A
zodat het metaalrooster makkelijk bewerkbaar is
B
Zodat het metaal gaat glanzen
C
zodat het minder zwaar weegt
D
Zodat het metaalrooster sterker wordt

Slide 21 - Quizvraag

Gouden ring
Een gouden ring is niet van puur goud, 
want goud is relatief zacht.

24 karaat = 100% goud.
12 karaat = 50% goud
Noteer dit in je schrift met kernwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel karaat is een
25% gouden ring?
A
25 karaat
B
12,5 karaat
C
10 karaat
D
6 karaat

Slide 23 - Quizvraag

Een gouden sieraad bevat 60% goud.
Hoeveel karaat is dit?
A
9,6 karaat
B
12 karaat
C
14,4 karaat
D
20 karaat

Slide 24 - Quizvraag

De massa van een diamant wordt weergegeven in karaat. 1 karaat is gelijk aan 0,200 g. Is karaat een grootheid of een eenheid
A
grootheid
B
eenheid

Slide 25 - Quizvraag

Zuiver goud is 24 karaat (dus 100% goud). Hoeveel karaat is dan 75% goud?
A
24 karaat
B
12 karaat
C
18 karaat
D
6 karaat

Slide 26 - Quizvraag

Zware metalen
Metalen met een grote dichtheid.


Kunnen giftig zijn in bepaalde hoeveelheden.

Daarom altijd netjes inzamelen.

Noteer dit in je schrift met kernwoorden

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van giftige zware metalen?
A
natrium, kalium en calcium
B
ijzer, koper en aluminium
C
kwik, lood en cadmium
D
goud, zilver en platina

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn zware metalen? Zware metalen zijn metalen die:
A
een hoge dichtheid hebben
B
erg giftig zijn
C
heel goed met andere stoffen reageren
D
heel veel op aarde voorkomen

Slide 29 - Quizvraag

Maak nu .....Boek blz 131 - 133
opdracht  2 - 3- 5 - 7 - 8 - 9 - 10

uitdaging   13

EERSTE 7,5  minuten werk iedereen in stilte 
zet de klok aan op het bord

Slide 30 - Tekstslide

0

Slide 31 - Video