Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een nieuwe woordzoeker.
Aujourd'hui, c'est mercredi
A1A / G1A
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een nieuwe woordzoeker.
Aujourd'hui, c'est mercredi
A1A / G1A
Slide 1 - Tekstslide
Le programme:
- Grammaire H
Slide 2 - Tekstslide
Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les....
1) kun je het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
2) kun je iemand beschrijven
Slide 3 - Tekstslide
Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?
Slide 4 - Tekstslide
Grammaire H:
Ouvre le livre à la page 36
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord + onregelmatige vormen
Verwachtingen....
Slide 5 - Tekstslide
Grammaire H
Het bijvoeglijk naamwoord
De witte hond heet Kees.
Het ijsje is groot.
De blauwe auto is lelijk.
Welk woord in de zin is het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 6 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord
Zie je terug in de woordenlijst -> noir(e) / grand(e)
La grande soeur
Le grand frère
Kijk dus altijd naar het zelfstandig naamwoord om te weten hoe je het bijvoeglijk naamwoord schrijft
Slide 7 - Tekstslide
Uitlegvideo 1+2:
Kijk mee en luister mee!
Slide 8 - Tekstslide
Standaard regel over de vorm:
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
-
-e
Meervoud
-s
-es
Leer dit uit je hoofd!
Slide 9 - Tekstslide
La piscine est ..............
bleu / bleue / bleues / bleus
Slide 10 - Tekstslide
La piscine est bleue
bleu / bleue / bleues / bleus
La piscine --> La = vrouwelijk enkelvoud --> +e --> bleue
Slide 11 - Tekstslide
Le garçon est ..............
grand / grande / grandes / grands
Slide 12 - Tekstslide
Le garçon est grand
grand / grande / grandes / grands
La garçon --> Le = mannelijk enkelvoud --> + X --> grand
Slide 13 - Tekstslide
Uitlegvideo 3:
Onregelmatige vormen
Deze vormen moet je uit je hoofd kennen!
Noteer de Nederlandse vertalingen in je werkboek.
Slide 14 - Tekstslide
1) Elle est ........ (oud)
2) Les livres (mnl. mv.) sont .......... (nieuw)
Vertaling
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Mooi
Beau
Belle
Beaux
Belles
Nieuw
Nouveau
Nouvelle
Nouveaux
Nouvelles
Oud
Vieux
Vieille
Vieux
Vieilles
Slide 15 - Tekstslide
1) Elle est vieille (oud)
2) Les livres (mnl. mv.) sont nouveaux (nieuw)
Vertaling
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Mooi
Beau
Belle
Beaux
Belles
Nieuw
Nouveau
Nouvelle
Nouveaux
Nouvelles
Oud
Vieux
Vieille
Vieux
Vieilles
Slide 16 - Tekstslide
Stappenplan:
1) Wat is de vorm van het bijvoeglijk naamwoord --> kijk naar het zelfstandig naamwoord ( - / -e / -s / -es)
2) Is het een onregelmatige vorm (beau / nouveau / vieux)?
Beau - belle - beaux - belles
Nouveau - nouvelle - nouveaux - nouvelles
Vieux - vieille - vieux - vieilles
Slide 17 - Tekstslide
Au travail:
Quoi (wat)? Via Magister ontvang je antwoorden van het huiswerk. Kijk dit na en verbeter. Klaar? Maak ex. 30E (gebruik het plaatje om te weten welke bijvoeglijk naamwoorden je moet gebruiken) +31C (vertaal (gebruik voca.) en zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm) + 32C(zet de Franse zin in het meervoud) + 34A (zoek de verschillen, schrijf de verschillen op in het Frans of Nederlands)
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Temps (tijd)? Tot het einde van de les
Prêt (klaar)? Ga leren voor het proefwerk van 21 mei
Slide 18 - Tekstslide
Les devoirs (huiswerk):
- Faire: ex. 30E + 31C + 32C + 34A
- Apprendre: grammaire H
Slide 19 - Tekstslide
Vragen:
1) Zou jij met deze strengere regels nog naar Amerika willen reizen? Waarom wel of niet?
2) Wat vind je ervan dat immigratiemedewerkers je telefoon kunnen checken? Licht je antwoord toe.
timer
1:30
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Volgende les -> na meivak.
Slide 22 - Tekstslide
Even oefenen...
Slide 23 - Tekstslide
Quiz:
Koppel je laptop met de LessonUp!
Slide 24 - Tekstslide
Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord
Slide 25 - Quizvraag
Waar moet je op letten bij het bijvoeglijk naamwoord?
A
Of het vooraan de zin staat of achteraan
B
vorm ( mannelijk /vrouwelijk/meervoud)
C
vorm en of het een uitzondering is
D
hoofdletters
Slide 26 - Quizvraag
bijvoeglijk naamwoord + es
bijvoeglijk naamwoord + e
bijvoeglijk naamwoord + s
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud
Slide 27 - Sleepvraag
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands
Slide 28 - Sleepvraag
Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist vorm?
A
La plage est grand.
B
La plage est grandes.
C
La plage est grande.
D
La plage est grand.
Slide 29 - Quizvraag
sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
grand
bleue
bleu
grande
intelligent
blonde
intelligente
blond
Slide 30 - Sleepvraag
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord? --> is het bij enkelvoud le / la jean?