Betogen - herhalen

Welkom
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
Bespreken oefenbetoog over fietshelmen
Herhalen stof van het betoog
Oefenen met het betoog
Tegenwerping

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel van vandaag
We toetsen onze kennis van het betoog
Aan het einde van de les weten we hoe we moeten argumenteren

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen stof van een betoog
Hou je telefoon klaar!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel van een betoog?
A
Informeren
B
Instueren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 5 - Quizvraag

Uit hoeveel alinea's bestaat een betoog bij het examen?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 6 - Quizvraag

Welke dingen moeten in de inleiding?

Slide 7 - Open vraag

Waarmee begin je iedere alinea?

Slide 8 - Open vraag

Noem vier signaalwoorden

Slide 9 - Open vraag

Wat zet je in de slotalinea?

Slide 10 - Open vraag

Wat is geen concluderend signaalwoord
A
ten slotte
B
dus
C
maar
D
concluderend

Slide 11 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit: Wat is het AUB schema

Slide 12 - Open vraag

"De voorspelling van het weer is goed"

feit of mening?
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quizvraag

"Schooluniformen zijn het beste voor leerlingen"
objectief/subjectief
A
objectief
B
subjectief

Slide 14 - Quizvraag

Het GLR moet een schooluniform invoeren?
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

Geef een argument waarom het GLR wel een schooluniform moet invoeren (werk het uit met AUB)

Slide 16 - Open vraag

Geef een argument waarom GLR geen schooluniform moet invoeren (werk dit uit met AUB)

Slide 17 - Open vraag

Lees de titel en inleiding
De Fietshelm is onnodig, en dit is waarom 

De fietshelm is een beschermmiddel dat eigenlijk nooit te zien is in het fietsende Nederland. Er fietsen ruim 12 miljoen mensen bijna elke dag op hun fiets, en een fietshelm is hierbij nooit in beeld. Nederlanders gebruiken hun fiets om naar hun school, werk of naar de supermarkt te gaan. Ze leren al te fietsen van jongs af aan, omdat het een erg veilig, gezond en gewoon vervoersmiddel is in Nederland. En daarom zal het verplicht dragen van een fietshelm erg ongebruikelijk worden. 

 

Ten eerste, is de fietshelm een super goed beschermmiddel tegen een letselongeval, en zal de helm vooral op jonge leeftijd tijdens het leren van fietsen erg gebruikelijk zijn. Hierdoor kan een kind leren vallen en opstaan, zonder gewond te raken met behulp van de fietshelm. Ten tweede is het op drukke wegen veilig om fietshelmen te dragen, zodat als een aanrijding plaatsvindt, er geen ernstige verwondingen kunnen plaatsvinden. 

 

Aan de andere kant, zijn fietshelmen onnodig. Kinderen leren namelijk al van jongs af aan hoe ze moeten fietsen, en wat de verkeersregels zijn van fietsen. Dit zorgt ervoor dat kinderen alles goed moeten weten, voordat ze alleen gaan fietsen. Ook is fietsen erg veilig, Nederland heeft speciaal fietspaden aangelegd door heel Nederland, voor de vele hoeveelheid fietsers. Hierdoor blijven de auto’s en fietsers gescheiden, en gebeuren er weinig tot geen ongelukken.  

 

Met het standpunt fietshelmen moeten verplicht worden, ben ik mee oneens. In Nederland kun je namelijk superveilig fietsen, omdat er speciale wegen zijn aangelegd, en het je tot in de puntjes in aangeleerd. Ook is een fietshelm super onhandig om overal mee naartoe te nemen, en staat ook niet bepaald modieus. 

 

Slide 18 - Tekstslide

Wat valt jullie op aan de titel?

Slide 19 - Open vraag

Staan alle onderdelen in de inleiding? leg uit!

Slide 20 - Open vraag

De eerste alinea

Ten eerste, is de fietshelm een super goed beschermmiddel tegen een letselongeval, en zal de helm vooral op jonge leeftijd tijdens het leren van fietsen erg gebruikelijk zijn. Hierdoor kan een kind leren vallen en opstaan, zonder gewond te raken met behulp van de fietshelm. Ten tweede is het op drukke wegen veilig om fietshelmen te dragen, zodat als een aanrijding plaatsvindt, er geen ernstige verwondingen kunnen plaatsvinden. 

 

 

 

Met het standpunt fietshelmen moeten verplicht worden, ben ik mee oneens. In Nederland kun je namelijk superveilig fietsen, omdat er speciale wegen zijn aangelegd, en het je tot in de puntjes in aangeleerd. Ook is een fietshelm super onhandig om overal mee naartoe te nemen, en staat ook niet bepaald modieus. 

 

Slide 21 - Tekstslide

Ten eerste, is de fietshelm een super goed beschermmiddel tegen een letselongeval, en zal de helm vooral op jonge leeftijd tijdens het leren van fietsen erg gebruikelijk zijn. Hierdoor kan een kind leren vallen en opstaan, zonder gewond te raken met behulp van de fietshelm. Ten tweede is het op drukke wegen veilig om fietshelmen te dragen, zodat als een aanrijding plaatsvindt, er geen ernstige verwondingen kunnen plaatsvinden.

Wat vind je van deze alinea? Is de argumentatie goed, is de opbouw goed? aub-schema goed?

Slide 22 - Open vraag

Lees de tweede alinea
Aan de andere kant, zijn fietshelmen onnodig. Kinderen leren namelijk al van jongs af aan hoe ze moeten fietsen, en wat de verkeersregels zijn van fietsen. Dit zorgt ervoor dat kinderen alles goed moeten weten, voordat ze alleen gaan fietsen. Ook is fietsen erg veilig, Nederland heeft speciaal fietspaden aangelegd door heel Nederland, voor de vele hoeveelheid fietsers. Hierdoor blijven de auto’s en fietsers gescheiden, en gebeuren er weinig tot geen ongelukken.  

Slide 23 - Tekstslide

wat vind je van de tweede alinea?

Slide 24 - Open vraag


Slide 25 - Open vraag

Met het standpunt fietshelmen moeten verplicht worden, ben ik mee oneens. In Nederland kun je namelijk superveilig fietsen, omdat er speciale wegen zijn aangelegd, en het je tot in de puntjes in aangeleerd. Ook is een fietshelm super onhandig om overal mee naartoe te nemen, en staat ook niet bepaald modieus. 

Slide 26 - Tekstslide

"Ook is een fietshelm super onhandig om overal mee naartoe te nemen, en staat ook niet bepaald modieus. "
Waarom mag dit niet in de slotalinea?
A
Het is nieuwe informatie
B
Het is een argument
C
Dit is je eigen mening
D
In je slot mag geen mening staan.

Slide 27 - Quizvraag

"Met het standpunt fietshelmen moeten verplicht worden, ben ik mee oneens."

Dit onderdeel hoort thuis in:
A
Slot
B
Inleiding
C
eerste alinea
D
tweede alinea

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Tegenwerping, weerlegging, tegenargument
Tegenwerping: aangeven dat je niet met de tegenpartij eens bent.
 
Weerlegging: beargumenteren waarom je het niet eens bent. Je probeert zijn argumenten te ontkrachten.

Tegenargument: beargumenteren waarom je het niet eens bent met het standpunt.

Slide 30 - Tekstslide

Wat is een tegenwerping?
A
Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.
B
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
C
Voorwaarde of beperking bij een toezegging
D
Jouw opvatting over iets stellen tegenover de mening van een ander

Slide 31 - Quizvraag

Tegenwerping
Men zegt wel dat schooluniformen bijdragen aan de gelijkheid van leerlingen, maar leerlingen kunnen zich ook op andere manieren onderscheiden van de rest. Denk maar eens aan het dragen van dure sierraden, of dure schoenen of de schooltas die ze hebben. Leerlingen met een dure merktas, laten nog steeds zien dat ze meer geld hebben.

Slide 32 - Tekstslide

Ze zeggen wel dat het eten van vlees slecht is, maar........ (vul hier een tegenargument in)

Slide 33 - Open vraag

Een tegenwerping wordt meestal ingeleid door een...
A
tegenstellend signaalwoord
B
concluderend signaalwoord
C
redengevend signaalwoord
D
opsommend signaalwoord

Slide 34 - Quizvraag