Tijdvakkenquiz m2
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De eerste mensen leefden van de jacht en het verzamelen van voedsel, hoe noemen we zo'n samenleving?
A
Samenleving van jagers en boeren
B
Samenleving van jagende mensen
C
Samenleving van jagers en verzamelaars
D
Samenleving van rondtrekkende mensen
Slide 6 - Quizvraag
Mensen gingen rond 3000 v.C. voor het eerst van de landbouw leven
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer eindigt de prehistorie?
A
Als mensen in steden gaan wonen
B
Met de uitvinding van het schrift
C
Met het uitsterven van de dinosauriërs
D
Met de komst van de landbouw
Slide 8 - Quizvraag
Wie had de meeste macht in het oude Egypte?
A
Farao
B
Koning
C
Keizer
D
Volk
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert
Slide 10 - Quizvraag
Romeinen
Grieken
Legden de basis voor de wetenschap
Veroveren grote delen van Europa, het midden-oosten en Noord-Afrika
Het Christendom verspreid zich onder hun heerschappij
Slide 11 - Sleepvraag
De val van het Romeinse rijk zorgde voor meer onveiligheid. Wat was hier geen gevolg van?
A
Het christendom werd steeds belangrijker
B
Veel boeren verloren hun zelfstandigheid
C
Veel boeren zochten bescherming van een heer
D
Handel over grote afstanden nam af
Slide 12 - Quizvraag
Welke grote godsdienst ontstond in de middeleeuwen?
A
Het Hindoeïsme
B
Het jodendom
C
Het christendom
D
De islam
Slide 13 - Quizvraag
Waarom ontstonden er vanaf +- het jaar 1000 weer meer steden?
A
De uitvinding van het riool en het bouwen van stadsmuren
B
Ambachtslieden gingen zich organiseren in gilden
C
Verbeteringen in de landbouw en meer langeafstandshandel
D
Vorsten probeerden hun macht te vergroten
Slide 14 - Quizvraag
Welk werelddeel ontdekte Columbus?
A
Afrika
B
Europa
C
Amerika
D
Azië
Slide 15 - Quizvraag
Wie was de leider van de opstandige republiek der Zeven Verenigde Nederlanden?
A
Willem de Leeuw
B
Willem van Oranje
C
koning Willem I
D
Willem van Nederland
Slide 16 - Quizvraag
Waarmee werd de VOC rijk?
A
De piraterij
B
De handel in slaven
C
De handel in Azië
D
De handel in Amerika
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent absolute macht?
A
Dat iemand zo machtig is als een koning
B
Dat iemand zo machtig is als een keizer
C
Dat één iemand de baas is
D
Dat iemand alles zelf mag beslissen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een wereldeconomie?
