Intraveneuze medicatie

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Zaterdagavond heb ik ........ met de familie.
A
gebowlt
B
gebowled
C
gebowlet
D
gebowld

Slide 3 - Quizvraag

Het woord 'gebowld' is voltooid deelwoord van 'bowlen'.
Omdat de l geen medeklinker in 't kofschip is, eindigt het voltooid deelwoord op een d.

Slide 4 - Tekstslide

Na de zomer moeten de ........ er weer af.
A
vakantiekilo'tjes
B
vakantie kilootjes
C
vakantiekilootjes
D
vakantie kilo'tjes

Slide 5 - Quizvraag

Het verkleinwoord van 'kilo' is 'kilootje'.
Een samenstelling van Nederlandse woorden schrijf je zonder spaties.

Slide 6 - Tekstslide

De hulpverleners staan op goed zichtbare ....... posities of positie's

Slide 7 - Woordweb

Het meervoud 'posities' krijgt geen apostrof, omdat dit niet nodig is voor de uitspraak.

Slide 8 - Tekstslide

Ik stuur je een bericht via ........ .
A
email
B
e-mail

Slide 9 - Quizvraag

Het woord 'e-mail' schrijf je in het Nederlands met een streepje. De e is een afkorting van 'electronic'. Samenstellingen met afkortingen krijgen een streepje (sms-bericht, hbo-school).

Slide 10 - Tekstslide

0,14 X 1,2 =
A
16,8
B
1,68
C
0,168
D
0,0168

Slide 11 - Quizvraag

24,28 X 0,4 =

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maken opdrachten intraveneuze medicatie
Belangrijk:
CE Nederlands: 26 oktober 
CE Rekenen: 7 december

Slide 31 - Tekstslide