rijksvaccinatieprogramma tot 9 weken

Boek
Nu PEDAGOGISCH WERK
Didactiek
Communicatie
en Organisatie
hoofdstuk 6.5
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Boek
Nu PEDAGOGISCH WERK
Didactiek
Communicatie
en Organisatie
hoofdstuk 6.5

Slide 1 - Tekstslide

Consultatiebureau en rijksvaccinatieprogramma 
(zie schema blz. 211 en 228)
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
tijd 3:06

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werkt een inenting?
tijd 1:20

Slide 3 - Tekstslide

Vaccinatie is: 
  • Vooraf beschermen tegen gevaarlijke ziekte.
  • Dode of verzwakte vorm van micro-organismen worden toegediend
  • Het lichaam maakt antistoffen aan en daardoor beschermt het zich voor langere tijd of zelfs levenslang
Kunstmatige: * actieve immunisatie:

Hierbij worden verzwakte of dode ziekteverwekkers ingespoten.
Het lichaam gaat dan antistoffen maken = Vaccineren.
Hierna zal zo iemand die ziekte niet meer krijgen of alleen in heel lichte mate. 
De vaccinatie is dus van groot preventief belang. B.v. DKTP, griepvaccin

Slide 4 - Tekstslide

Vaccinatie is: 
  • Vooraf beschermen tegen gevaarlijke ziekte.
  • Dode of verzwakte vorm van micro-organismen worden toegediend
  • Het lichaam maakt antistoffen aan en daardoor beschermt het zich voor langere tijd of zelfs levenslang
Natuurlijke: * passieve immuniteit:
Datgene wat een kind bij de geboorte aan antistoffen van de moeder meekrijgt. 
Via de placenta, via de borstvoeding. 
Daardoor krijgt een pasgeborene het eerste half jaar bijna nooit een kinderziekte. 
Na een half jaar zijn die antistoffen uit het bloed van het kind verdwenen. 
Dus langer borstvoeding, langer antistoffen.


Natuurlijke aangeboren: dit heeft iedereen in zekere mate bij de geboorte.

Slide 5 - Tekstslide

Vaccinatie is: 
  • Vooraf beschermen tegen gevaarlijke ziekte.
  • Dode of verzwakte vorm van micro-organismen worden toegediend
  • Het lichaam maakt antistoffen aan en daardoor beschermt het zich voor langere tijd of zelfs levenslang
Natuurlijke* actieve immuniteit:
Als ziektekiemen het lichaam binnendringen, 
                  reageert het lichaam hierop door antistoffen te maken. 
Het is een natuurlijke reactie, waarbij het lichaam actief is. 
Bij sommige infectieziekten duurt die immuniteit heel lang (soms zelfs levenslang). 
Bij andere kort.
                  



Natuurlijke aangeboren: dit heeft iedereen in zekere mate bij de geboorte.
Geheugencellen kunnen later bij een herbesmetting snel de productie van die antistoffen weer op gang brengen. 
Je lichaam is dus op een natuurlijke wijze actief gemaakt voor een blijvende afweer tegen die ziekteverwekker.

Slide 6 - Tekstslide

Vaccinatie is: 
  • Vooraf beschermen tegen gevaarlijke ziekte.
  • Dode of verzwakte vorm van micro-organismen worden toegediend
  • Het lichaam maakt antistoffen aan en daardoor beschermt het zich voor langere tijd of zelfs levenslang
Natuurlijke* passieve immunisatie:
Hierbij worden na het uitbreken van een bepaalde ziekte, 
             of als de mogelijkheid bestaat dat men besmet is met een bepaalde ziekte, 
             kant en klare antistoffen toegediend, b.v anti-tetanus-serum= Serum



Natuurlijke aangeboren: dit heeft iedereen in zekere mate bij de geboorte.
Doordat de antistoffen weer uit het lichaam verdwijnen, treedt er geen blijvende immuniteit op tegen die ziekteverwekker. 
Er zijn ook geen geheugencellen 'geprogrammeerd' die kunnen reageren op een nieuwe besmetting met die ziekteverwekker.

Slide 7 - Tekstslide

Het vaccinatieschema
In het vaccinatieschema staat wanneer kinderen hun vaccinaties krijgen aangeboden. 
Het Nederlandse schema is historisch gegroeid en volledig afgestemd op het voorkomen van ziekten in Nederland. 
Het is voor ieder kind in Nederland het beste schema, er is daarom geen medische reden om bij een gezond kind van het schema af te wijken. Het schema wordt aangepast als er nieuwe vaccins komen of nieuwe wetenschappelijke inzichten.

Voor veel infectieziekten is sprake van groepsbescherming. 
Dat betekent dat wanneer veel kinderen ingeënt zijn tegen een bepaalde infectieziekte, deze ziekte minder vaak voor komt. Ook kinderen die niet ingeënt zijn en kinderen waarbij de inenting niet werkt, lopen dan minder risico de infectieziekte te krijgen. Ze worden als het ware beschermd door de groep van ingeënte kinderen.

Om deze groepsbescherming te krijgen én te behouden is het belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen ingeënt zijn. 
Als bijna alle kinderen ingeënt zijn, kan een ziekte zelfs helemaal verdwijnen.

Slide 8 - Tekstslide

Het vaccinatieschema

Slide 9 - Tekstslide

Het vaccinatieschema
Twee vaccinaties bieden je kindje de eerste bescherming tegen de ziekten difterie, 
kinkhoest, tetanus en polio (DKTP), hib-ziekte, hepatitis B en pneumokokkenziekte. 
De prikken vinden meestal plaats in het bovenbeen.

Deze ziekten zijn juist voor heel jonge kinderen gevaarlijk. 
Daarom is het belangrijk zo snel mogelijk te vaccineren. 
Tussen de 6 en 9 weken werkt het immuunsysteem van je kindje al goed en bieden de vaccinaties de beste bescherming.
difterie
kinkhoest
tetanus
6-9 weken

Slide 10 - Tekstslide

Voor veel infectieziekten is sprake van groepsbescherming. 
Dat betekent dat wanneer veel kinderen ingeënt zijn tegen een bepaalde infectieziekte, deze ziekte minder vaak voor komt. 
Ook kinderen die niet ingeënt zijn en kinderen waarbij de inenting niet werkt, lopen dan minder risico de infectieziekte te krijgen. Ze worden als het ware beschermd door de groep van ingeënte kinderen.

Om deze groepsbescherming te krijgen én te behouden is het belangrijk dat zo veel mogelijk kinderen ingeënt zijn. 
Als bijna alle kinderen ingeënt zijn, kan een ziekte zelfs helemaal verdwijnen.
Waarom vaccineren?

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is het voor sommige ziekten nodig een vaccinatie te herhalen?

Slide 12 - Open vraag

Wat is tetanus?

Slide 13 - Open vraag

Bij vaccinatie worden er:
A
verzwakte micro-organismen toegediend
B
dode micro-organismen toegediend
C
verzwakte of dode micro-organismen toegediend
D
verzwakte of levende, actieve micro-organismen toegediend

Slide 14 - Quizvraag

De eerste twee vaccinaties worden gegeven tussen de:
A
3 en 6 weken
B
6 en 9 weken
C
9 en 12 weken

Slide 15 - Quizvraag

Met natuurlijke passieve immuniteit wordt bedoelt:
A
krijgen kinderen voor hun geboorte afweerstoffen van hun moeder mee
B
krijgen kinderen alleen als zij borstvoeding gehad hebben
C
krijgen kinderen nadat zij een ziekte doormaken
D
krijgen kinderen nadat zij ingeënt zijn

Slide 16 - Quizvraag

met incubatietijd wordt bedoeld
A
Ziekte die veroorzaakt word door een micro-organisme
B
Besmetting zonder ziekteverschijnselen
C
de tijd tussen 1 en 4 dagen na een vaccinatie
D
Besmetting met ziekteverschijnselen

Slide 17 - Quizvraag

Vaccineren - Zondag met Lubach
Lubach legt in 13 minuten nog een keer uit hoe vaccineren werk op zijn manier
13:13

Slide 18 - Tekstslide