IJstijd concept

De IJstijd
Thema: Ver terug in de tijd
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De IJstijd
Thema: Ver terug in de tijd

Slide 1 - Tekstslide

De IJstijd

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Link

Thema: Ver terug in de tijd
De IJstijd
Wat is een ijstijd?
Een ijstijd is een periode waarin de gemiddelde temperatuur lager is dan de tijd ervoor en erna. Het is hele lange periode van ijzige kou. Een periode die wel 100.000 jaar kon duren! 

Wanneer?
Er zijn er meer geweest. 6 in totaal.
De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden 
en eindigde ruim 10.000 jaar geleden.  



Slide 4 - Tekstslide

Thema: Ver terug in de tijd
De IJstijd
IJskoud

Tijdens een ijstijd sneeuwde het heel veel. 
De sneeuw bevroor op de grond en vormde zo een 
steeds dikkere laag. Die laag ging van de Noordpool over 
Scandinavië en over een stuk van Nederland. 
Je kunt je voorstellen dat het heel koud
Niet alleen in de winter, maar ook in de zomer. 
In de winter kon het wel 50 graden vriezen. 
De natuur was daardoor heel droog. 
Er groeiden weinig planten.



Slide 5 - Tekstslide

Thema: Ver terug in de tijd
De IJstijd

Slide 6 - Tekstslide

Thema: Ver terug in de tijd
De IJstijd
Mensen in de ijstijd

In Europa zijn 6 ijstijden geweest in de afgelopen 2,5 miljoen jaar. 
Tijdens de laatste ijstijden leefden er mensen,  neanderthalers




                                        Ze leken wel op ons, maar hadden meer haar op hun lichaam. 
                                        Dat moest ook wel tegen de kou!  Ook waren ze iets kleiner                                              dan wij en hadden ze een grotere neus.
 



Slide 7 - Tekstslide

Thema: Ver terug in de tijd
De IJstijd
Dieren
 
Neanderthalers waren jagers. Ze aten vooral vlees. Ze gebruikten speren als wapens. Ze jaagden op bijzondere dieren die in de ijstijd leefden. Bijvoorbeeld op de mammoet. Die leek op een olifant, maar hij was heel harig en had nog grotere slagtanden. Of ze jaagden op de sabeltandtijger. Zijn hoektanden waren zo lang als een potlood. Beide diersoorten bestaan niet meer, ze zijn uitgestorven.


Slide 8 - Tekstslide

Thema: Ver terug in de tijd
De IJstijd

Slide 9 - Tekstslide

Thema: Ver terug in de tijd
De IJstijd
Hoe ontstaat een ijstijd
klik op het vraagteken

Slide 10 - Tekstslide

Thema: Ver terug in de tijd
De IJstijd

Slide 11 - Tekstslide

Thema: Ver terug in de tijd

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een gletsjer?
A
een ijsmassa die over het land schuift
B
een ijsberg
C
een ijsje
D
schaatsbaan

Slide 13 - Quizvraag

ken je een film die over de ijstijd gaat?
A
Casper het spookje
B
kikker in de kou
C
nova zembla
D
ice age

Slide 14 - Quizvraag

Welk dier leefde niet in de ijstijd
A
sabeltandtijger
B
mammoet
C
giraf
D
harige neushoorn

Slide 15 - Quizvraag

Wat was er nodig om te overleven in de ijstijd voor dieren?
A
grote voeten
B
een dikke harige vacht
C
lange tanden
D
goeie oren

Slide 16 - Quizvraag

Hoe weten we dat er mensen leefden in de ijstijd?
A
Dat hebben ze ons verteld
B
We hebben spullen gevonden in de aarde
C
Dat weten we niet
D
Dat hebben we in boeken gelezen

Slide 17 - Quizvraag

Waar leefden de mensen van in de ijstijd?
A
Van jagen en van vruchten van bomen en struiken.
B
Van eten dat ze in de supermarkt kochten.
C
Ze aten niet
D
Ze gingen naar de bakker en de slager

Slide 18 - Quizvraag

Hoe leefden de mensen in de ijstijd.
A
Ze hadden huizen gebouwden woonden op een vast plekje
B
alleen
C
Ze trokken rond op zoek naar eten
D
er leefden geen mensen

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kwamen die grote stenen in ons land
A
Die werden door de gletsjer meegenomen
B
Die waren er al
C
Die sjouwden de mensen overal mee naar toe
D
weten we niet

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noemen we die stenen?
A
Olifant stenen
B
Menhirs
C
Grote stenen
D
Zwerfkeien

Slide 21 - Quizvraag