Domein F

Examentraining
Domein F
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Examentraining
Domein F

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
1. herhaling theorie domein f
2. samen oefenen tussendoor
3. oefenopgaves maken

Slide 2 - Tekstslide

Speltheorie

Producenten en consumenten moeten veel keuzes maken

We gebruiken in de economie vaak economiespellen om een echte situatie in theorie na te bootsen.

Dit heet speltheorie.


wiskundige manier om keuzeproblemen op te lossen. Gaat over gedrag van mensen. We gaan uit van rationeel gedrag



Slide 3 - Tekstslide

simultaan / sequentieel spel
Simultaan spel: spelers moeten gelijktijdig hun actie bepalen.

Bij een sequentieel spel nemen de spelers na elkaar een beslissing. De eerste speler heeft daarbij wellicht voordeel, omdat hij rekening kan houden met de reactie van de andere speler.

Slide 4 - Tekstslide

Spelers kiezen gelijktijdig
Eén speler kiest eerst
opbrengstenmatrix (simultaan spel)
spelboom (sequentieel spel)
Wat moet je kennen?

Slide 5 - Tekstslide

DOMINANTE STRATEGIE
Een dominante strategie is een strategie die een partij het beste resultaat oplevert, onverschillig de keuze van de andere partij.


Slide 6 - Tekstslide

Het nash-evenwicht​
Wat is het nash-evenwicht?

Een Nash-evenwicht is een situatie binnen de speltheorie waarbij geen enkele speler zijn opbrengst kan verbeteren door eenzijdig een andere keuze te maken.​

Slide 7 - Tekstslide

Gevangenendilemma
Dominante strategie? Sub optimale uitkomst?

Slide 8 - Tekstslide

Uitwerking gevangenendilemma
Bedrijf 1: Als bedrijf 2 zijn prijs verlaagt kan bedrijf 1 het beste kiezen voor prijs verlagen (winst 310 ipv 300). Als bedrijf 2 kiest voor prijs gelijkhouden dan kan bedrijf 1 het beste kiezen voor prijs verlagen (winst 420 ipv 330). Dus ongeacht wat bedrijf 2 doet bedrijf 1 kan het beste kiezen voor prijs verlagen want dat levert in beide situaties het meeste op.
Bedrijf 2: Als bedrijf 1 zijn prijs verlaagt kan bedrijf 2 het beste kiezen voor prijs verlagen (winst 410 ipv 400). Als bedrijf 1 kiest voor prijs gelijkhouden dan kan bedrijf 2 het beste kiezen voor prijs verlagen (winst 520 ipv 450). Dus ongeacht wat bedrijf 1 doet bedrijf 2 kan het beste kiezen voor prijs verlagen want dat levert in beide situaties het meeste op.
Conclusie: beide bedrijven hebben een dominante strategie voor prijzen verlagen maar dit is de sub-optimale utikomst want de winst voor beide bedrijven zou hoger zijn bij prijs gelijkhouden

Slide 9 - Tekstslide

Spelboom, sequentieel spel

Slide 10 - Tekstslide

Externe effecten
Extern effect: Een gevolg van vraag of aanbod waar geen prijs voor wordt betaald. 

Negatieve externe effecten: Extern effect waarbij de welvaart daalt.

Positieve externe effecten: Extern effect waarbij de welvaart groeit. 

Slide 11 - Tekstslide

Gevangendilemma
collectieve dwang
Meeliftersgedrag
Rationeel gedrag
zelfbinding
Er is sprake van zelfbinding als een partij vrijwillig afwijkt van zijn dominante strategie.

Bij zelfbinding ‘bindt’ een partij zich vrijwillig aan het maken van een bepaalde keuze.
Zelfbinding kan op allerlei manieren, maar wordt voor de tegenpartij pas geloofwaardig wanneer er kosten verbonden zijn aan het niet-uitvoeren van de voorgenomen strategie.

Slide 12 - Tekstslide

Verzonken kosten

Verzonken kosten zijn kosten die al gemaakt zijn en niet kunnen worden teruggedraaid vanwege het specifieke karakter van de uitgave.

Slide 13 - Tekstslide

Opgave maken
Opgave Uitgestelde vluchten

Slide 14 - Tekstslide