Klas 2BK3 Lesweek 30- Les 1

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:
Handy in je tas.
Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft und dein Etui und dein Laptop (is dicht)

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:
Handy in je tas.
Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft und dein Etui und dein Laptop (is dicht)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Was machst du Heute?
• Wichtig!
• Grammatik 
• Hausaufgaben machen
• Unterricht abschließen

Slide 3 - Tekstslide

Was lernst du Heute?





  • Je leert de regels over het bezittelijk voornaamwoord kennen en je kunt ze gebruiken.














Slide 4 - Tekstslide

Achtung! (let op!)
  • Mittwoch 15. Mai -> Praktische opdracht Kapitel 8
Deadline -> Montag 20. Mai
  • Donnerstag 23. Mai -> SO Kapitel 8
Lernliste N-D
Lernliste D-N
Grammatik

Slide 5 - Tekstslide

Was weißt du schon? 
Lernliste N - D / 3 woorden per persoon

Goed geleerd? Haribo!
Niet goed genoeg geleerd? 

Na schooltijd de Lernliste N - D 3 keer (netjes) overschrijven
Inleveren bij mij in lokaal 1.05.

Slide 6 - Tekstslide

 het bezittelijk voornaamwoord
 het bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Tekstslide

het bezittelijk voornaamwoord

Vandaag ga je het bezittelijk voornaamwoord in het Duits leren.
Maar wat is eigenlijk het bezittelijk voornaamwoord?
Kijk naar het volgende uitlegfilmpje.
  

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

het bezittelijk voornaamwoord.
Wat is dat ook alweer?
Dat is mijn tas.
Blijf van onze spullen af.

Belangrijk of onbelangrijk?

Slide 10 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord.
Dat is ik tas.
Blijf van wij spullen af.

Is dat jij fiets?
Welke boeken is van zij?

Slide 11 - Tekstslide

Eintrittskarte 
Was weißt du noch von ein- und kein-

Einloggen mit der Link auf der nächste Seite
Beantworte die Fragen. 
Du bist leise.

Slide 12 - Tekstslide

Laptop starten
Doe mee!
Ga naar LessonUp.app 
en voer de code in

Je hebt 2 minuten de tijd
Gebruik je eigen voornaam.
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

(een) Ich habe ___________ Schwester
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 14 - Quizvraag

(geen) Das ist ____________ T-Shirt.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 15 - Quizvraag

(een) Das ist ____________ Hund.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 16 - Quizvraag

(geen) Ich habe ____________ Schuhe.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 17 - Quizvraag

ein / eine + kein / keine
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Haustiere
          Mann
            Frau
            Kind
           Haustiere

Slide 18 - Tekstslide

ein / eine + kein / keine
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Haustiere
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Haustiere
extra e
extra e

Slide 19 - Tekstslide

Ik ken de regels van ein- en kein-
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

 het bezittelijk voornwoord
 het bezittelijk voornaamwoord

Slide 21 - Tekstslide

het bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord is een woord dat een bezit aangeeft. Het vertelt van wie of wat iets is. 

mijn schoenen

haar jas

hun huis

jouw sokken

zijn broek

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Hoe heet jouw oma?
A
Hoe
B
heet
C
jouw
D
oma

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Haar moeder heet Agnes
A
haar
B
moeder
C
heet
D
Agnes

Slide 24 - Quizvraag

Teken een tabel met drie kolommen in je schrift
In de eerste kolom schrijf je de Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden.
-
-
-
-
-

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u

Slide 26 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
De Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden (2e kolom)
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
Dat is mijn eten
jouw

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
De Duitse bezittelijke voornaamwoorden (3e kolom -> S.76)
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
Dat is mijn eten
jouw
Das ist mein Essen.
dein

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
STAPPENPLAN

1. Vertaal het bezittelijk voornaamwoord naar het Duits.
2. Kijk of het woord dat erachter staat een der, die of das woord is.
3. Besluit of er wel of geen uitgang “e” komt.

Slide 30 - Tekstslide

Ik begrijp de regels van het bezittelijk voornaamwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 32 - Quizvraag

(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 33 - Quizvraag

Das sind (onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 34 - Quizvraag

(jullie) Auto (o) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 35 - Quizvraag

(onze) Klassenlehrer (m) heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 36 - Quizvraag

Maaike ist (haar) Freundin (v).
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 37 - Quizvraag

(uw) Handy (o) klingelt, Frau Schmidt!
A
Ihre
B
Ihr
C
Unsere
D
Unser

Slide 38 - Quizvraag

Das ist (mijn) Fahrrad (o).
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 39 - Quizvraag

Ik begrijp de regels van het bezittelijk voornaamwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Uitleg via LessonUp vind ik......

Slide 41 - Woordweb

Hausaufgaben machen
- Laptop in de tas.
- Iedereen doet mee.
- 10 minuten tijd.
- De eerste 5 minuten is het stil, daarna zachtjes overleggen.
- Ik loop rond om vragen te beantwoorden.
- We kijken Aufgabe 22 uit het BK boek samen na.
- Fertig? Dan ga je de Lernliste N-D (seite 92 leren).

Slide 42 - Tekstslide

Hausaufgaben machen
BK 
KT
Machen:
Seite 77 -> Aufgabe 20, 21, 22

Lernen:
Seite 76 -> Bezittelijk voornaamwoord

Freitag:
huiswerk nakijken
Machen:
Seite 45 -> Aufgabe 18, 19, 20,21

Lernen:
Seite 44 -> Grammatik: bezittelijk voornaamwoord

Freitag:
huiswerk nakijken.
timer
5:00

Slide 43 - Tekstslide

Hausaufgaben machen
TH
Machen:
Werkblad opgave 1 tm 10
Seite 78 -> Aufgabe 16
Uitlegfilm kijken

Lernen:
Seite 195 -> Grammatik: bezittelijk voornaamwoord

Freitag:
huiswerk nakijken.

Slide 44 - Tekstslide

Aufgabe 22 / Seite 77

Slide 45 - Tekstslide

Hausaufgaben
Huiswerk nakijken.
Je gebruikt een andere kleur pen.
De antwoorden komen op het bord.
Ik loop rond om mee te kijken of het huiswerk af is.
Klaar? Dan kun je beginnen met je huiswerk van volgende week.
Gaat de wekker? Dan mag je je spullen opruimen.

timer
5:00

Slide 46 - Tekstslide

Freitag
- Bezittelijk voornaamwoord kennen
- Veel huiswerk nakijken
- Grammatica uitleg Sarah
- SAM schauen

Slide 47 - Tekstslide