Herhaling toetsweek juni 2024



Herhaling stof toetsweek
juni 2024
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Herhaling stof toetsweek
juni 2024

Slide 1 - Tekstslide

 Goedemiddag!


* 10 minuten lezen
* groepen maken voor themaweek
* herhaling toetsweek
(turf je goede antwoorden!)
* evaluatie / vragen voor de toetsweek?


Telefoon in je tas!

Klaarleggen:

-etui
-agenda
-leesboek
-laptop



timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Spelling
Log in op LessonUp en klik op deze link.

Je gaat ZELFSTANDIG alle opdrachten maken.







Slide 3 - Tekstslide

Fictie is waargebeurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het doel van fictie?
A
informatie geven
B
amuseren
C
overtuigen van een mening
D
uitleggen hoe je iets moet doen

Slide 5 - Quizvraag

Een verhaal dat verzonnen is, maar wel echt gebeurd kan zijn, noem je ...
A
non-fictie
B
realistische fictie
C
niet realistische fictie

Slide 6 - Quizvraag


A
non fictie
B
niet-realistische fictie
C
realistische fictie

Slide 7 - Quizvraag


A
realistische fictie
B
non fictie
C
niet-realistische fictie

Slide 8 - Quizvraag


A
realistische fictie
B
non fictie
C
niet-realistische fictie

Slide 9 - Quizvraag


A
non fictie
B
niet-realistische fictie
C
realistische fictie

Slide 10 - Quizvraag


A
niet-realistische fictie
B
non fictie
C
realistische fictie

Slide 11 - Quizvraag

Een bijfiguur heeft de belangrijkste rol in een verhaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

'Personage' is een ander woord voor bijfiguur.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Een psychologisch verhaal noem je ook wel een....
A
avontuur
B
moeilijk verhaal
C
probleemboek
D
hersenkraker

Slide 14 - Quizvraag

Welk genre is dit?

Slide 15 - Open vraag

Welk genre is dit?

Slide 16 - Open vraag

Welk genre is dit?

Slide 17 - Open vraag

Welk genre is dit?

Slide 18 - Open vraag

Lees de volgende titels van boeken:
'De gouden voetbalschoen'
'Snelle Jelle'
'Matchfixing'
'De coolste voetbaltrucs'
Bij welk genre horen deze titels?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

De trailer die je zag is...
A
niet realistische fictie
B
non-fictie
C
realistische fictie

Slide 21 - Quizvraag

Spelling
Spelling

Slide 22 - Tekstslide

Is de spelling van deze zin goed of fout?
Ken jij het verhaal van Jannes de vries.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Verbeter de zin.
Ken jij het verhaal van Jannes de Vries.

Slide 24 - Open vraag

Op een zandplaat naast het eiland Schiermonnikoog, is een walrus gezien.
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quizvraag

De naam van een maand schrijf je met een hoofdletter.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Is de spelling van deze zin goed of fout?
francien word heel snel duizelich.
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quizvraag

Verbeter de zin.
francien word heel snel duizelich.

Slide 28 - Open vraag

Zet het juiste leesteken achter de zin.
Hou op met dat geklets

Slide 29 - Open vraag

Zet het juiste leesteken achter de zin.
Wanneer begint de themaweek

Slide 30 - Open vraag

Zet het juiste leesteken achter de zin.
Als ik nu vertrek, ben ik over 1 uur thuis

Slide 31 - Open vraag

Kies het goed gespelde woord.
A
weinig
B
wijnig

Slide 32 - Quizvraag

Kies het goed gespelde woord.
A
Augustus
B
augustus

Slide 33 - Quizvraag

Vul de goede vorm in.
(verven) Mijn moeder ________ vorig jaar mijn kamer groen.
A
verft
B
verfde
C
verfden
D
verfd

Slide 34 - Quizvraag

(beantwoorden)
Waarom______________jij mijn vraag niet?
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoordde
D
beantwoorde

Slide 35 - Quizvraag

(beantwoorden)
Waarom______________jij mijn vraag niet?
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoordde
D
beantwoorde

Slide 36 - Quizvraag

(antwoorden)
Waarom _______________ je moeder niet op jouw vraag?
A
antwoord
B
antwoorde
C
antwoordt
D
antwoorden

Slide 37 - Quizvraag

(horen)
Heb jij mijn vraag wel goed_______________?

Slide 38 - Open vraag

(haasten-vt)
Ik__________me naar de trein.

Slide 39 - Open vraag

(bewegen - vt)
De bomen______________in de wind.

Slide 40 - Open vraag

snijden (tt)
Thijs___________zich in zijn vinger.

Slide 41 - Open vraag

Aantal goede antwoorden:
0 - 10
10 - 15
15 - 20
20 - 25
25 - 30
30-36

Slide 42 - Poll

Spelling
Je hebt nu 36 vragen beantwoord.

Heb je 18 punten gehaald? Dan heb je een 5,5.
20 punten = 6.0
24 punten = 7.0
28 punten = 8.0
32 punten = 9.0
36 punten = 10

En? Hoe goed moet jij nog leren voor je toets?







Slide 43 - Tekstslide

Hoe goed moet jij nog leren voor je toets?
0 = Ik hoef niet meer te leren, ik weet alles al.
10 = HELP!!! Ik haal nooit een voldoende.
010

Slide 44 - Poll

Spelling
En wat nu?

Je mag even iets voor jezelf doen. Ja, je mag ook gamen. (Maar niet op je telefoon!)







Slide 45 - Tekstslide