Les 1 Getallen

Getallen H4
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Getallen H4

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
- Ik kan handig rekenen.  
 
- Ik fris mijn kennis van het rekenen van de   basisschool op. 

Slide 2 - Tekstslide

9 x 5 =
A
35
B
45
C
55
D
65

Slide 3 - Quizvraag

5 x 2 x …. = 60
A
6
B
10
C
12
D
30

Slide 4 - Quizvraag

Welk getal zit in de tafel van 8?
A
20
B
34
C
54
D
56

Slide 5 - Quizvraag

Aan het eind van de les: (les 1)

- Ik weet dat een getal uit cijfers bestaat. 

- Ik ken de waarde van de cijfers in een getal (tot 2 cijfers achter de   

   komma). 

- Ik kan grote getallen (miljoen, miljard) schrijven in woorden en cijfers. 

- Ik ken het begrip deler en delers van een getal en kan hier mee 

   rekenen. 

- Ik ken het begrip veelvouden en kan hier mee rekenen. 


Slide 6 - Tekstslide

Aan het eind van de les: (les 2)

- Ik weet wat even en oneven getallen zijn en weet waar ik deze aan kan      herkennen. 

- Ik ken het verschil tussen gehele en decimale getallen. 

- Ik kan decimale getallen op een getallenlijn plaatsen. 

- Ik ken de begrippen: getallen met één en twee (etc.) decimalen. 

- Ik ken de waarde van de 7  Romeinse cijfers. 

- Ik kan de waarde van samengestelde Romeinse cijfers opschrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Welke waarde heeft de 6 in het getal:
3568,21

Slide 9 - Open vraag


Welke cijfer heeft de grootste waarde in het getal 2980,91?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn delers van 12?
A
3, 4, 6
B
2, 4, 6
C
2, 3
D
2, 3, 4, 6

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de delers van 7
A
1 en 7
B
1
C
7
D
geen

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn de delers van 36
A
2, 4, 6, 9, 18
B
4, 6, 9
C
1, 2, 4, 6, 9, 18, 36
D
geen

Slide 20 - Quizvraag

Extra uitleg: delers en veelvouden.
Wat is een deler van 50?
A
17
B
12
C
10
D
3

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn de delers van 48?
A
1 en 48
B
1,2,3,4,16,24
C
1,2,3,4,6,8,12,16,24,48

Slide 22 - Quizvraag

Is 5 een deler van 8?
A
nee
B
ja

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen deler van 22?
A
11
B
2
C
22
D
4

Slide 24 - Quizvraag

Is 5 een deler van 45?
A
JA
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een deler van 24?
A
4
B
5
C
7
D
9

Slide 26 - Quizvraag

Wat is GEEN deler van 36
A
2
B
3
C
36
D
7

Slide 27 - Quizvraag

Is 3 een deler van 13?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Wat is geen deler van 16
A
2
B
6
C
4
D
8

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen deler van 18?
A
4
B
3
C
1
D
2

Slide 30 - Quizvraag

is 13 een deler van 52?
A
nee
B
ja

Slide 31 - Quizvraag

Wat is geen deler van 27?
A
9
B
3
C
5
D
1

Slide 32 - Quizvraag

Opgave
Schrijf alle even getallen op tussen
13 en 27

Slide 33 - Open vraag

Opgave
Schrijf alle oneven getallen op tussen
17 en 33

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Decimale getallen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Welke getallen zijn decimale getallen?

A=6,6 B=606 C=6,06 D=6,006
A
A en B
B
A en C
C
A,C en D
D
alleen D

Slide 38 - Quizvraag

Decimale getallen
Decimale getallen zijn getallen met cijfers achter de komma.
1 decimaal
2 decimalen
3 decimalen

Slide 39 - Tekstslide

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal? 345,23762
A
5
B
4
C
6
D
7

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Je kunt een breuk schrijven als een decimaal getal.
= ...
101
A
1,0
B
0,1
C
0,01
D
0,001

Slide 42 - Quizvraag

Je kunt een breuk schrijven als een decimaal getal.
= ...
1001
A
1,0
B
0,1
C
0,01
D
0,001

Slide 43 - Quizvraag

Je kunt een breuk schrijven als een decimaal getal.
= ...
10001
A
1,0
B
0,1
C
0,01
D
0,001

Slide 44 - Quizvraag

Je kunt een breuk schrijven als een decimaal getal.
= ...
109
A
9,0
B
0,9
C
0,09
D
0,009

Slide 45 - Quizvraag

Je kunt een breuk schrijven als een decimaal getal.
= ...
1004
A
4
B
0,4
C
0,04
D
0,004

Slide 46 - Quizvraag

Je kunt een breuk schrijven als een decimaal getal.
= ...
10003
A
0,03
B
0,3
C
0,0003
D
0,003

Slide 47 - Quizvraag

0

Slide 48 - Video

0

Slide 49 - Video

Opgave
Wat is een decimaal getal?

Slide 50 - Open vraag

Opgave
Geef een voorbeeld van een heel getal.

Slide 51 - Open vraag

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Video

Aan het eind van de les: (les 1)

- Ik weet dat een getal uit cijfers bestaat. 

- Ik ken de waarde van de cijfers in een getal (tot 2 cijfers achter de   

   komma). 

- Ik kan grote getallen (miljoen, miljard) schrijven in woorden en cijfers. 

- Ik ken het begrip deler en delers van een getal en kan hier mee 

   rekenen. 

- Ik ken het begrip veelvouden en kan hier mee rekenen. 


Slide 54 - Tekstslide

Aan het eind van de les: (les 2)

- Ik weet wat even en oneven getallen zijn en weet waar ik deze aan kan      herkennen. 

- Ik ken het verschil tussen gehele en decimale getallen. 

- Ik kan decimale getallen op een getallenlijn plaatsen. 

- Ik ken de begrippen: getallen met één en twee (etc.) decimalen. 

- Ik ken de waarde van de 7  Romeinse cijfers. 

- Ik kan de waarde van samengestelde Romeinse cijfers opschrijven.

Slide 55 - Tekstslide