Samenlevingsvormen

Welke samenlevingsvormen
ken je?
1 / 13
volgende
Slide 1: Open vraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welke samenlevingsvormen
ken je?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke samenlevingsvormen kiezen mensen tegenwoordig? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke samenlevingsvorm(en) krijgen beide ouders automatisch het ouderlijk gezag over hun kinderen?
A
Huwelijk
B
Geregistreerd partnerschap
C
Samenwonen met samenlevingscontract
D
Samenwonen zonder samenlevingscontract

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: Bij samenwonen met een notarieel samenlevingscontract ben je automatisch elkaars erfgenaam als partners
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Je bent alleen erfgenaam van je partner als jouw partner jou in zijn/haar testament heeft laten opnemen.
Gemeenschap van goederen
Beperkte gemeenschap van goederen
Huwelijkse voorwaarden / partnerschaps-voorwaarden
De partners maken zelf afspraken over het gezamenlijk en privévermogen
Verkregen schenkingen en erfenissen door een partner tijdens het huwelijk vallen in het privévermogen van deze partner
Deze vorm is niet aan te raden als één van beide partners een eenmanszaak of vof heeft
Alle bezittingen en schulden voorafgaand aan en tijdens het huwelijk vallen in het gezamenlijk vermogen
Hierbij wijk je af van de standaardregeling

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scheiding van tafel en bed niet mogelijk
Wordt vrijwel altijd in het buitenland erkend
Je moet altijd naar de rechter als je dit wil beëindigen
Is juridisch gezien de 'zwaarste' samenlevingsvorm
Het 'ja-woord' geven is hier niet verplicht
Huwelijk
Geregistreerd partnerschap

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de bijdrage aan levensonderhoud die je na een scheiding betaalt aan je ex-partner of kind?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: de alimentatieverplichting komt te vervallen wanneer de betalende partner opnieuw trouwt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De alimentatieverplichting eindigt juist als de ontvangende partner opnieuw trouwt
Bij een echtscheiding moet ook het ouderdomspensioen verdeeld worden. Beide partners hebben in principe recht op de helft van het ouderdomspensioen dat door de andere partner tijdens het huwelijk is opgebouwd.
Tim heeft bij aanvang van zijn huwelijk met Sascha € 3.500 aan pensioen opgebouwd. Sascha heeft op dat moment € 2.300 aan pensioen opgebouwd. Tim en Sascha gaan na 20 jaar uit elkaar. Het totaalbedrag dat tijdens het huwelijk door de twee partners samen aan pensioen is opgebouwd, bedraagt € 68.000. Hiervan heeft Tim 60% ingebracht en Sascha 40%. Bereken het totaalbedrag aan pensioen dat voor Sascha zal zijn aan het einde van het huwelijk (inclusief het gedeelte waar ze recht op heeft).
A
68.000 x 0,5 + 3.500 = € 37.500
B
68.000 x 0,6 x 0,5 + 68.000 x 0,4 x 0,5 + 2.300 = € 36.300
C
68.000 x 0,6 x 0,5 + 2.300 = € 22.700
D
68.000 x 0,6 x 0,5 + 68.000 x 0,4 + 2.300 = € 49.900

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Check de weektaak voor opgaven over dit onderdeel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies