Deel2-WasJeHanden

evaluatie
Lea Diana Alex Yvette Marie-Pierre Paulina done lezen en schrijven

Alida,  Josi, Armel, Tadeusz to do
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Hoger onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

evaluatie
Lea Diana Alex Yvette Marie-Pierre Paulina done lezen en schrijven

Alida,  Josi, Armel, Tadeusz to do

Slide 1 - Tekstslide

speeddate imperfectum
ik zoek iemand die.... (boek p 118, 119)
afwerken reeks 1 in groep

1. Wie leerde vroeger graag talen?
2. Wie hielp vroeger niet in het huishouden?
3. Wie woonde vroeger in een groot huis?
3. Wie at vroeger niet graag vis?
4. Wie kreeg graag boeken?

6. Wie sliep alleen in een kamer?
7. Wie speelde graag spelletjes?
8. Wie keek graag naar tekenfilms?
9. Wie schreef niet graag brieven?
10. Wie reed graag met de fiets?

Slide 2 - Tekstslide

speeddate imperfectum
Stap 1: reeks 2: maak de vragen
11. Ging jij vroeger graag zwemmen?
12. Stond jij vroeger graag vroeg op?
13. verdiende jij vroeger veel geld?
14. sprak jij vroeger Frans of Engels?
15. wilde jij vroeger dokter worden?
16. maakte je vroeger graag muziek?
17. Dronk jij v roeger graag melk?
18. deed jij veel aan sport?
19. Luisterde jij vroeger graag naar muziek?
20. Las jij vroeger graag boeken?






Slide 3 - Tekstslide

speeddate imperfectum
Stap 1: reeks 2: maak de vragen
Stap 2: speeddate. vraag aan je medecursist:
"Ik zoek iemand die vroeger graag ging zwemmen.
Ging jij graag zwemmen?"
+ noteer de naam


Slide 4 - Tekstslide

Deel 2: Was je handen

Slide 5 - Tekstslide

syllabus p 13
lezen: instructies gsm (oef 1.1)

Slide 6 - Tekstslide

imperatief: hoe?
oefenen met wheel


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Deel 2: was je handen
woensdag 12 oktober 2022

Slide 10 - Tekstslide

Yoga
syllabus p 17

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf een handleiding
- kies eerst een apparaat uit je huis / een applicatie
- schrijf daarna een korte handleiding over het object in google docs. Gebruik hiervoor de imperatief en structuurwoorden.
- Controleer vervolgens je zinnen: 
1. is de imperatief correct gevormd?
2. gebruik je logische structuurwoorden?
- Verwittig dan je lerares
- corrigeer tenslotte je tekst.

Slide 12 - Tekstslide

Boek Deel 6: Zo los je het op
Het werkt niet! 
lezen boek p 90

Slide 13 - Tekstslide

Advies met "je zou kunnen"
De gasprijzen zijn te hoog. Wat kan ik doen? Wat zou ik kunnen doen?
Je zou een dikke trui kunnen dragen.
Je zou van leverancier kunnen wisselen.
Je zou kortere douches kunnen nemen.
....

maak de oefening in google docs

Slide 14 - Tekstslide

Boek Deel 6: Zo los je het op
lezen p 90, 91
-> je zou kunnen

e-cvo oefenen

Slide 15 - Tekstslide

Boek Deel 6: Zo los je het op


lezen p 94
A/B oefening p 113, 114

Slide 16 - Tekstslide

Huis-tuin-en-keukenmiddeltjes
= middeltjes die je in huis hebt of zelf kan maken. Vaak zijn het middeltjes die je (grootouders) vroeger gebruikten.
cursist A: pagina 133 - cursist B: pagina 134
A: "Ik denk dat plantaardige olie goed tegen droge nagels is".
Klopt dat?
B: Ja, dat klopt + lees de tekst. 
Nee, dat klopt niet. "Wodka is goed tegen droge nagels."

Slide 17 - Tekstslide

Imperfectum: Deel 6
Grootmoeders middeltjes
p 121
klassikaal matchen
dan in duo's
Wat deed jouw oma tegen wagenziekte?
Wat deed jouw oma om de mond te spoelen tegen een slechte adem....

Slide 18 - Tekstslide