Dissimilatie Aeroob en Anaeroob

Dissimilatie
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologySecondary Education

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dissimilatie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Wat is ATP
  • Aerobe dissimilatie
  • Anaerobe dissimilatie 

Slide 2 - Tekstslide

ATP
ATP is een molecuul 

ATP staat voor Adenosine trifosfaat. 

Adenine is een stikstofbase, die ook gebruikt wordt voor DNA. 
Ribose is een suiker groep. 
Aan deze twee groepen zitten drie fosfaat groepen.

Slide 3 - Tekstslide

Een molecuul is een...
A
Een "legohuisje" van atomen
B
Een lange streng van suikers
C
Een "legohuisje" van stikstofbases.
D
synoniem van atomen.

Slide 4 - Quizvraag

ATP
ATP is een energie houdend molecuul, dat betekend dat er veel chemische energie in op zit geslagen. Dit zit in de bindingen tussen de fosfaat groepen.

Slide 5 - Tekstslide

ATP en ADP
Wanneer energie wordt gebruikt voor een proces wordt er één fosfaat groep van ATP afgebroken, er blijft dan ADP over.

ADP staat voor Adenosine DIfosfaat.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke stelling is niet correct
A
"Mono" staat voor enkel
B
"tri" staat voor drie
C
"di" staat voor twee
D
"Hetero" staat voor hetzelfde.

Slide 8 - Quizvraag

Batterij
ATP is dus een soort van de batterij van het lichaam. 
Álle processen in het lichaam worden aangedreven met energie uit ATP.

Er blijft dan "ADP" over in het lichaam.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een andere term voor "maken"
A
Synthese
B
Homozygoot
C
Dissimilatie
D
Heterozygoot

Slide 10 - Quizvraag

Welke processen zijn processen die energie nodig hebben?
A
DNA synthese
B
Eiwitten synthese
C
Fotosynthese
D
Warmhouden van lichaam

Slide 11 - Quizvraag

ADP naar ATP
Er blijft dus ADP over in het lichaam. Dit is vergelijkbaar met een lege batterij.

Die moet dus weer opgeladen worden!

Slide 12 - Tekstslide

Dissimilatie
In het lichaam wordt dit gedaan via glucose dissimilatie oftewel het verbranden van glucose waarbij energie vrijkomt en wordt opgeslagen.

Dit wordt (voor een groot gedeelte) gedaan in het mitochondrium

Slide 13 - Tekstslide

Het mitochondrium wordt ook wel de "energiefabriek" van de cel genoemd. 

Hier wordt ADP omgezet in ATP via een proces dat 
"oxidatieve fosforylering" genoemd wordt. 

Daarover later meer.

Slide 14 - Tekstslide

Aeroob en Anaeroob
Er zijn twee vormen van dissimialtie.
Aeroob oftewel, verbranding mét zuurstof
en
Anaeroob, oftewel verbranding zónder zuurstof.

Het menselijk lichaam kan beide!

Slide 15 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie
Is een zéér effectieve manier van verbranding waarbij aan het einde van het proces 30 tot 38 ATP moleculen vrijkomen.
Het volgt 3 stappen:
  • Glycolyse
  • citroenzuurcyclus
  • Oxidatieve fosforylering

Slide 16 - Tekstslide

Glycolyse
Een glucose molecuul wordt gebonden aan twee fosfaat groepen (van 2 ATP moleculen). 
Deze kunnen nú opgebroken worden in twee pyrodruivenzuur moleculen.

Dit gebeurt buiten het mitochondrium en gebruikt géén zuurstof.

Slide 17 - Tekstslide

Is de glycolyse stap Aeroob of Anaeroob?
A
Aeroob
B
Anaeroob

Slide 18 - Quizvraag

Bij de glycolyse worden er dus twee fosfaat groepen van een ATP molecuul afgebroken en gebruikt.

Kost deze reactie dus energie?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Glycolyse
Bij het omzetten van pyroduivenzuur in citroenzuur worden de fosfaat groepen weer losgelaten en gebonden aan 4 ADP moleculen. Deze vormen dan weer ATP.
Er wordt dus 2 ATP geïnvesteerd in deze reactie máár het levert 4 ATP op.

Slide 20 - Tekstslide

Bij het omzetten van pyrodruivenzuur naar citroenzuur worden er 4 ATP moleculen gevormd.

Geeft deze reactie energie?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Je investeerd 2 ATP en haalt er 4 ATP uit. Hoeveel ATP moleculen heb je netto overgehouden aan deze reactie?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Citroenzuurcyclus
Heet ook wel de Krebs cyclus.
Deze stap vind plaats ín het mitochondrium en gebruikt zuurstof.

Slide 23 - Tekstslide

Is de citroenzuurcyclus een Aeroob proces of en Anaeroob proces
A
Aeroob
B
Anaeroob

Slide 24 - Quizvraag

Citroenzuurcyclus
Geïnvesteerd:

  • Citroenzuur
  • Water (H2O)
  • Zuurstof (O2)
  • 1 ADP

Resultaat:

  • Water (H2O)
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • elektronendragers 
  • 1 ATP

Slide 25 - Tekstslide

Kost de krebscyclus energie of levert het energie op?
A
Kost
B
Levert

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Oxidatieve fosforylering
Tijdens deze stap worden met elektronendragers energie opgewekt in een eiwit in het mitochondrium die "ATP synthetase" heet. oftewel "ATP maker".

Dit heeft te maken met energierijke elektronen die waterstofionen laten bewegen in verschillende moleculen in het binnen en buitenmembraan van het mitochondrium.

Slide 28 - Tekstslide

Oxidatieve fosforylering
Die elektronendragers  zorgen dus voor het leveren van de elektronen en in wat stappen , word hierdoor de ATP synthetase aangespoord om ATP te maken. 

Hier ontstaan tussen de 30 tot 38 ATP moleculen door.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Anaerobe dissimilatie is dus óók een optie, hierbij gebruikt het lichaam géén zuurstof. 
Dit gebeurt vaak bij heftig sporten (zuurstof levering is niet voldoende meer).

In dit geval stópt het proces bij de glycolyse.

Slide 31 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Het overblijfsel van deze stap (het niet volledig verbrande glucose molecuul) heet melkzuur.

Dit hoopt op in de spieren en geeft spierpijn.

Slide 32 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Geïnvesteerd:

  • Glucose
  • 2 ATP
  • 2 ADP
resultaat


  • Melkzuur
  • 4 ATP

Slide 33 - Tekstslide

Hoeveel ATP wordt er bij Anaerobe dissimilatie netto geproduceerd ?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quizvraag

Aeroob
resultaat:

  • Water (H2O)
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • 38 ATP
Anaeroob
resultaat:

  • Melkzuur 
  • elektronendragers
  • 2 ATP

Slide 35 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Anaerobe dissimilatie vind ook op andere plekken plaats, namelijk bij alcohol gisting.
Hier wordt Glucose omgezet in 

Alcohol + Koolstofdioxide + energie.

Slide 36 - Tekstslide