GMK P7 - Anticonceptie

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

'De pil' wordt NIET gebruikt bij:
A
Acne
B
Menstruatieproblemen
C
Uitstellen van de overgang
D
Voorkomen zwangerschap

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ethinylestradiol =
A
Oestrogeen
B
Progestageen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is geen bijwerking tijdens langdurig gebruik van OAC ?
A
Gewichtstoename
B
Borstkanker
C
Hartkloppingen
D
Trombose

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is geen toedieningsvorm van anticonceptie?
A
Creme
B
Injectie
C
Pleister
D
Vaginale ring

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Een eenfase pil bevat:
A
Alleen oestrogeen
B
Alleen progestageen
C
Altijd oestrogeen en progestageen
D
Soms oestrogeen, soms progestageen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is gebruik van een eenfase pil?
A
1x per dag voor 3 weken; dan 1 week niet
B
1x per dag continu
C
1x per week
D
1x per 12 weken

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een eenfase combinatiepil?
A
Cerazette
B
Depo-provera
C
Microgynon
D
Trigynon

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van een driefase pil?
A
Meestal 'tri' in de naam
B
Verschillende kleuren tabletten
C
Geen stopweek
D
Bootst natuurlijke cyclus na

Slide 22 - Quizvraag

Wat is gebruik van een driefase pil?
A
1x per dag voor 3 weken; dan 1 week niet
B
1x per dag continu
C
1x per week
D
1x per 12 weken

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Hoe vaak moet je een vaginale ring inbrengen?
A
1x per dag
B
1x per week
C
1x per 3 weken
D
1x per 2-3 jaar

Slide 25 - Quizvraag

Kun je de menstruatie uitstellen als je een vaginale ring gebruikt?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Hoe vaak moet je een pleister plakken?
A
1x per dag
B
1x per week
C
1x per 3 weken
D
1x per 12 weken

Slide 28 - Quizvraag

De pleister is niet betrouwbaar bij:
A
Ondergewicht
B
Overgewicht
C
<35 jaar
D
>35 jaar

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van de minipil?
A
Kan gebruikt worden bij borstvoeding
B
Niet planbare menstruatie
C
Dagelijks innemen (geen stopweek)
D
Alleen oestrogeen

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Hoe vaak moet je een prikpil toedienen?
A
1x per dag
B
1x per week
C
1x per 12 weken
D
1x per 2-3 jaar

Slide 33 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van de prikpil?
A
Kan gebruikt worden bij borstvoeding
B
Toedienen door arts
C
Alleen progestageen
D
Na stoppen nog 9 maanden onvruchtbaar

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Waar wordt het implantatiestaafje geplaatst?
A
Baarmoeder
B
Bovenarm
C
Bovenbeen
D
Vagina

Slide 36 - Quizvraag

Hoe lang kan implanon blijven zitten?
A
Altijd 12 weken
B
Altijd 1 jaar
C
Altijd 2 jaar
D
3 jaar (2 jaar bij overgewicht)

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Welke anticonceptie bevat geen hormoon?
A
Evra
B
Flexi-T
C
Mirena
D
Nuvaring

Slide 40 - Quizvraag

Welk anticonceptivum bevat een combinatie van oestrogeen en progestageen?
A
Minipil
B
Prikpil
C
Pleister
D
Hormoonspiraal

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide