werken in een ziekenhuis deel B

Werken in het ziekenhuis deel B
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werken in het ziekenhuis deel B

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

waar staat de afkorting SEH voor?
A
Spoed Echte Hulp
B
Spoed Eisende Hulp
C
Spoed Eisende Huisarts
D
Snel Eisende Hulp

Slide 3 - Quizvraag

Na inschrijving bij de balie volgt 'triage'. Wat is triage?
A
methode om ernst en urgentie van situatie te bepalen
B
manier om naw gegevens te achterhalen
C
alvast bloed afnemen en bloeddruk meten
D
manier om patient gerust te stellen

Slide 4 - Quizvraag

Bij triage voor kinderen onder de 18 worden er extra vragen gesteld. Waarom is dat?
A
omdat bij kinderen moeilijker te achterhalen is wat er is gebeurd
B
om het kind gerust te stellen
C
om mishandeling uit te sluiten
D
omdat sommige kinderen gescheiden ouders hebben

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

                                Botbreuk


scheurtje in het bot of echt doorgebroken
(open of gesloten breuk)
- pijn, zwelling en verkleuring van de huid
- staat in een abnormale stand
- kan niet goed bewogen worden
- kan niet steunen op het lichaamsdeel

Slide 7 - Tekstslide

Behandeling botbreuk
- niet bewegen!!
- open wond > losjes afdekken met een dekverband
- bel 112
- niet  laten eten/drinken
- sieraden verwijderen
- een gebroken been ondersteunen met een dekenrol/tas/jas


Slide 8 - Tekstslide

hoe kan een arts zien of het bot gebroken is?
A
met een röntgenfoto
B
met een MRI
C
met een scan

Slide 9 - Quizvraag

welk materiaal beschermt bij de straling van een röntgenfoto?
A
goud
B
lood
C
koper
D
zilver

Slide 10 - Quizvraag

SOA?

Slide 11 - Woordweb

Als je denkt dat je een SOA hebt opgelopen, waar ga je dan naar toe?
A
Huisartsenpost
B
GGD
C
SEH
D
kindertelefoon

Slide 12 - Quizvraag

genotmiddelen

Slide 13 - Woordweb

genotmiddelen: 
koffie 
thee 
alcohol 
chocola 
softdrugs 
harddrugs 
sigaretten 
e-sigaret 
waterpijp 
suiker
redenen:
omdat het lekker is
omdat het stoer is
uit verslaving
voor de gezelligheid
om verdriet te vergeten
om geen pijn te voelen
als medicijn

Slide 14 - Tekstslide

verslavende middelen kunnen hier problemen geven
A
lichamelijk en geestelijk
B
sociaal
C
financieel
D
alledrie

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Actief Roken
Je rookt zelf
Passief Roken 
Je bent erbij als iemand rookt.
Je krijgt de schadelijke stoffen die iemand uitblaast ook binnen. 

Slide 17 - Tekstslide

ouderdomsziekte

Onstaat door het ouder worden. Voorbeelden:
osteoporose
artrose
hart- en vaatziekten
dementie
ziekte van Parkinson
diabetes type 2

welvaartsziekte

Ontstaat door ongezonde leefstijl. Voorbeelden:
hart- en vaatziekten
diabetes
COPD
kanker
Reuma

Slide 18 - Tekstslide

verschil flauwvallen/ bewusteloos?

Slide 19 - Woordweb

Flauw vallen:
- kortdurend bewusteloos
- minder ernstig
- komt vaker voor
Symptomen: 
- reageert wel op prikkels
- gelaat: bleek
- zweten en koude huid
- < 2 min. bewusteloos
- gewone spierspanning
-reflexen normaal

Bewusteloos:
- langer durend
- ernstig (schade?)

Symptomen:
- niet reageren op prikkels
- gelaat: blauw of bleek
- zweten en koude huid
- > 2 min. bewusteloos
-spierspanning verdwenen
-reflexen verdwenen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Wat is een gezonde bloeddruk?
A
120/60
B
140/80
C
120/80
D
140/60

Slide 23 - Quizvraag

Wat is hypertensie?
A
Lage bloeddruk
B
Hartafwijking
C
Hoge bloeddruk
D
infectieziekte

Slide 24 - Quizvraag

wat bedoelen we met de bovendruk?
A
druk als het hart samenknijpt
B
druk als het hart ontspant
C
druk als je inspanning levert
D
druk als je slaapt

Slide 25 - Quizvraag

welke druk noemen we ook 'diastole' druk?
A
bovendruk
B
onderdruk

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

wat moet je doen als de koortsstuip voorbij is?
A
kind in bed leggen
B
kind onder de douche zetten
C
kind in de stabiele zijligging leggen
D
je kind stevig vastpakken

Slide 28 - Quizvraag

welke symptomen horen bij een koortsstuip?
A
schokken, wit wegtrekken, draaiende ogen, kwijlen
B
huilen en schreeuwen
C
draaiende ogen, heel stijf blijven liggen, beven
D
wit wegtrekken, wel aanspreekbaar, kwijlen

Slide 29 - Quizvraag

wat is een normale temperatuur bij kinderen?
A
36,5 - 37,5
B
34 - 35
C
37 ,5 - 38,5
D
39 - 40

Slide 30 - Quizvraag

bij koorts moet je contact opnemen met de huisarts.....
A
altijd
B
als de koorts lang aanhoudt ( langer dan 5 dagen)
C
nooit
D
bij kinderen ouder dan 3 maanden

Slide 31 - Quizvraag

Cijferopdracht: presentatie kindergebit
inleveren:
woensdag 22 december

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

de opdracht (vraag 50, blz.102)
Maak een presentatie over de verzorging van een kindergebit.
- tekening kindergebit/ volwassen gebit
- tekening kies
- oorzaken slecht gebit bij kinderen
- tips voor betere mondhygiëne
-poetsinstructie
- poetsinstructie voor napoetsen
- zorg voor passend beeld
- zorg voor een passend muziekje

Slide 34 - Tekstslide

herhalen deel A
soorten zorg
verbaal/ non-verbaal
brandwonden
voorwerp in neus of oor
vergiftiging
tand eruit
inentingen
medicijnen

Slide 35 - Tekstslide

zelfzorg
mantelzorg
eerstelijns 
zorg

tweedelijns
zorg
hoestdrank kopen bij de drogist
je laat de hond uit van je zieke buurvrouw
Je gaat naar de huisarts voor een blaasontsteking
je moet naar de KNO arts voor controle voor je astma

Slide 36 - Sleepvraag

aan e-mail sturen is....
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 37 - Quizvraag

Deze brandwond doet geen pijn, heeft zwarte plekken. Je moet hiervoor altijd naar de huisarts.
A
eerste graad
B
tweede graad
C
derde graad

Slide 38 - Quizvraag

Je oppaskindje heeft een knikker in de neus. Wat doe je?
A
andere neusgat dichtknijpen en 1 keer laten snuiten
B
eruit halen met een pincet
C
water in laten lopen
D
niks. komt er vanzelf uit.

Slide 39 - Quizvraag

bij een vergiftiging moet je het kind altijd laten braken
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Wat moet je doen als een je tand eruit gaat bij een val van de fiets?

Slide 41 - Woordweb

De P in DKTP
staat voor ...
A
Pokken
B
Parkinson
C
Puber
D
Polio

Slide 42 - Quizvraag

Met 9 jaar krijgen kinderen nog 2 inentingen, namelijk DTP en BMR
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quizvraag

regels medicijngebruik

Slide 44 - Woordweb

vragen?

Slide 45 - Tekstslide