Kennismaking

Welkom allemaal
1. Start je laptop
2. Log in in LessonUp
3. Open in een 
ander tabblad de methode
timer
4:00
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal
1. Start je laptop
2. Log in in LessonUp
3. Open in een 
ander tabblad de methode
timer
4:00

Slide 1 - Tekstslide

Dagplanning
Namenrondje
Voorstellen
Afspraken
Grammatica

Slide 2 - Tekstslide

Kort namenrondje

Slide 3 - Tekstslide

Wie ben ik?
Mevrouw Mordant
28 jaar
Nederlands docent, mentor en leerlingcoördinator (lokaal 21)


Slide 4 - Tekstslide

Afspraken
1. Je hebt altijd je spullen bij je
2. Gedraag je netjes naar elkaar
3. Je houdt je aan de regels van school

Slide 5 - Tekstslide

Iedere les mee:
- Je opgeladen laptop
- Je oplader 
- Een pen, etui, potlood


- Aangeven als iets niet lukt!
- Maak je huiswerk en je opdrachten.
- Je mag je huiswerk en spullen 1x vergeten tussen 2 vakanties in. Vaker vergeten? Uur nablijven.

Slide 6 - Tekstslide

Vragen?

Slide 7 - Tekstslide

Methode Nederlands
Open het tabblad met methode Nederlands en klik rechtsboven op het poppetje.
Klik dan op 'groepscode invoeren'. Vul in: 
2K1: XLLU9CI4                          2K3: GPLGQJYZ

Slide 8 - Tekstslide

Quiz!

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Lidwoorden
werkwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden


Slide 10 - Tekstslide

wat zijn de drie lidwoorden?

Slide 11 - Open vraag

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een dier, mens, plant, ding en  gevoel
Voor een zelfstandig naamwoord kan je altijd een lidwoord  zetten.
Eigennamen zijn ook zelfstandig naamwoorden.


Slide 12 - Tekstslide


Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord

Slide 13 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Lidwoord (lw)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)

Slide 14 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord

Slide 15 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord.

voorbeeld: De groene appel. "Groene" zegt iets over "de appel" en is dus een bijvoeglijk naamwoord.

Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk!
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijf je vaak met -en.

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 17 - Open vraag


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb veel nagedacht.
A
werkwoord
B
lidwoord
C
zelfstandig naamwoord

Slide 18 - Quizvraag

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Een 
het
de
denkt
spinnen
pauze
geheugen
toetje
toetsen
getekend
dans

Slide 19 - Sleepvraag

Hoe goed lukte de leerstof van deze les?
Heel slecht
Slecht
Matig
Goed
Foutloos

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Tekstslide

In deze quiz wordt je kennis over Nederland getest in een snelle manier, want je zal niet veel tijd krijgen om na te denken! Snel denken dus!

Slide 22 - Tekstslide



Het is de bedoeling dat iedereen voor zich speelt, zeg dus antwoorden vooral niet hardop!
Wie kent Nederland het best?
Veel plezier!

Slide 23 - Tekstslide


Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
Den Haag
D
Holland

Slide 24 - Quizvraag

Waar ligt de grootste haven van Nederland?
A
Zeeland
B
Rotterdam
C
Amsterdam
D
Moerdijk

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
8
B
10
C
12
D
11

Slide 26 - Quizvraag

Welke bloem zien veel mensen als typisch Nederlands?
A
Narcissen
B
Rozen
C
Buddleias
D
Tulpen

Slide 27 - Quizvraag

In welke stad staan de regeringsgebouwen?
A
Den Haag
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 28 - Quizvraag

Waar staat de provincie Friesland vooral bekend om?
A
Watersport
B
Het dialect
C
De flag
D
De mensen

Slide 29 - Quizvraag

Welk schoeisel komt uit Nederland?
A
Sandalen
B
Klompen
C
Sneakers
D
Regenlaarzen

Slide 30 - Quizvraag

Is de kerktoren in Bedum schever dan de toren van Pisa?
Wel schever
Niet schever
Sleep de kerktoren van Bedum naar het juiste antwoord.

Slide 31 - Sleepvraag

Waar ligt de bekendste pier van Nederland?
Scheveningen
IJmuiden
Sleep de foto naar het juiste antwoord.

Slide 32 - Sleepvraag

Welk deel van het koninkrijk der Nederlanden ligt buiten Europa?
A
Nieuw Nederland
B
De Antillen der Nederlanden
C
De Antillen
D
De Nederlandse Antillen

Slide 33 - Quizvraag

Wat hiervan is een typisch Fries gerecht?
A
Suikerbrood
B
Roze koeken
C
Friet
D
Sardine

Slide 34 - Quizvraag

Den Bosch heeft een bekend streekgerecht. Hoe heet dit?
A
Bossche bol
B
Bloedbrood
C
Kievitseieren
D
Gebakken griesmeel

Slide 35 - Quizvraag

Waar ligt het 3 landenpunt?
A
Venlo, Limburg
B
Epen, Limburg
C
Mesch, Limburg
D
Vaals, Limburg

Slide 36 - Quizvraag

En de laatste vraag!
Zet 'm op!

Slide 37 - Tekstslide

Welke vlag is van Nederland
A
B
C
D

Slide 38 - Quizvraag