§4.3 Problemen in de kledingindustrie

§4.3 Problemen in de kledingindustrie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§4.3 Problemen in de kledingindustrie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
11.35 -11.38  Welkom en Leerdoelen
11.40 -11.50 Formatieve Check 
11.50 - 11.56 Korte terugblik paragraaf 4.2
11.56 - 12.10  Uitleg paragraag 4.3
12.10 - 12.30 Samenwerkingsopdracht Nadelen kledingindustrie.
12.30-12.38 Bespreken moodboards
12.38 - 12.52 Filmpje radar over Greenwashing
12.52 -12.55 samenvatting les + Huiswerk opgeven



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je begrijpt hoe kleding geproduceerd wordt en hoe dit samenhangt met dumping.

  • Je kunt voorbeelden geven van de manieren waarop bedrijven meer kunnen doen aan mensenrechten.

  • Je kunt uitleggen hoe de productieketen van kleding duurzamer kan worden.

Slide 3 - Tekstslide

Wat doen broeikasgassen?
A
Ze zorgen dat de warmte van de zon wordt weerkaatst.
B
Ze zorgen dat de warmte van de zon wordt vastgehouden.
C
Broeikasgassen doen eigenlijk niets.
D
Ze zijn goed voor het milieu.

Slide 4 - Quizvraag

Herhaling. Sleep elke afbeelding naar het begrip waar het bij hoort.
Broeikaseffect (algemeen)
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 5 - Sleepvraag

Wie heeft de kleinste ecologische voetafdruk?
A
Nederlander die een minimumloon heeft.
B
Nigeriaan die zelfvoorzienend is
C
Meneer van der Heide
D
Jongeren van 13 jaar.

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm van milieuverontreiniging ontstaat vooral door landbouwbedrijven die pesticiden gebruiken?
A
Waterverontreiniging
B
Bodemverontreiniging
C
Luchtverontreiniging
D
Geluidsvervuiling

Slide 7 - Quizvraag

Wat is géén gevolg van afval?
A
bodemverontreiniging
B
waterverontreiniging
C
consumptievervuiling
D
luchtvervuiling

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kan bodemverontreiniging ontstaan?
A
Zonne-energie
B
Natuurlijke erosie
C
Chemische lekkages
D
Afvaldumping

Slide 9 - Quizvraag

Introductie vragen paragraaf 4.3
Je krijg nu 3 intro-vragen over de paragraaf problemen in de kledingindustrie.

Slide 10 - Tekstslide

Als je iets zou mogen bijdragen om het klimaat te verbeteren, waarvoor kies je dan?
A
Minder met het vliegtuig op vakantie
B
Minder kleding kopen
C
Minder vlees eten

Slide 11 - Quizvraag

Ik houd rekening met waar ik kleding koop en de omstandigheden
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel kleding koop jij per maand?

1) ondergoed, sokken, schoenen en acessoires tellen niet mee.
2) betalen je ouders? Vul dan in hoeveel kledingstukken je krijgt.
A
minder dan 1 kledingstuk
B
1 tot 3 kledingstukken
C
3 tot 5 kledingstukken
D
meer dan 5 kledingstukken

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

2

Slide 15 - Video

Waar ligt China?
China

Slide 16 - Sleepvraag

Dumping
  • Kleding wordt gemaakt in Oost-Azië in landen, zoals China en Myanmar. In grote fabrieken worden katoen, wol of kunststof verwerkt tot kleding.

  • Veel kleding wordt maar tijdelijk gedragen, waarna de consument de kleding weg doet. Deze kleding komt bijv. in Ghana terecht.
    > Dit is een vorm van dumping.

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel kleding wordt er in NL per jaar weggegooid?
A
1 miljard
B
2 miljard
C
3 miljard
D
4 miljard

Slide 18 - Quizvraag

01:20
Hoeveel liter water wordt er gebruikt bij een t-shirt?
A
1000 liter
B
2000 liter
C
2500 liter
D
2700 liter

Slide 19 - Quizvraag

03:08
In welke landen staan de fabrieken waar t-shirts worden gemaakt?

Slide 20 - Open vraag

Kleding: een wegwerpproduct?
  • Vanaf de jaren 1980 werd steeds meer kleding fast fashion.

  • De omloopsnelheid van kleding is groot, dit wil zeggen dat er vaak nieuwe collecties in de winkels komen hangen.

Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van fast fashion?

Slide 22 - Open vraag

Wat kan jij hier zelf tegen doen?

Slide 23 - Open vraag

Problemen bij de productie
  • Het recordtempo van productie en verkoop zorgt voor problemen in de productieketen:
    1. Grondstofwinning: natuurlijke hulpbronnen staan onder druk, zoals aardolie. Dit is nodig voor polyester. 
    2. Productiebedrijven: er wordt veel water en gif gebruikt om lappen stof te maken.
    Tevens werken werknemers hier wel 60 uur per week en worden niet altijd goed behandeld! Er is weinig oog voor mensenrechten.
    3. Transport van kledingstukken kost veel brandstof.

Slide 24 - Tekstslide

Productieketens
Grondstof
Transport
Halffabrikaat
Eindproduct
Fabricage
Grondstof

Slide 25 - Sleepvraag

 12.00 - 12.20 Opdracht Nadelen kledingindustrie
Ga naar de classroom / instructieblad en lees de opdracht goed door.

classroom: Aardrijkskunde klas 2 duurzaamheid 

Om 12.20 Gaan we de moodboards bekijken en kunnen jullie een toelichting geven.

Slide 26 - Tekstslide

Kleine verbetering
  • Ondanks de groeiende vraag naar fast fashion, worden er ook stappen genomen om duurzamer te produceren, dit kan door:
    - minder vervuilende verfstoffen te gebruiken voor textiel.
    - afvalstoffen hergebruiken als grondstoffen voor nieuwe producten.

  • Veel bedrijven doen aan greenwashing. Dit betekent dat deze bedrijven net doen alsof ze milieubewust bezig zijn, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Samenvatting
In deze les leerden we over de productie van kleding en de bijbehorende problemen zoals dumping en mensenrechten. We bespraken de impact van fast fashion en de milieu-uitdagingen in de productieketen. Er werden oplossingen besproken zoals duurzamere productie en het vermijden van greenwashing. Belangrijke begrippen waren: broeikaseffect, China, dumping, wegwerpproduct, productieproblemen, productieketens en groen wassen.

Slide 29 - Tekstslide