4.2 Oorzaken van conflicten

4.2 Oorzaken van conflicten






3 havo
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.2 Oorzaken van conflicten






3 havo

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les: wat betekent separatisme?
A
De wens van het volk om zich van een staat te scheiden
B
De wens van het volk om invloed te hebben in een land
C
De wens van het volk om te bepalen welke religie er is in een land

Slide 2 - Quizvraag

Wat weet je nog van de vorige les: wat is een voorbeeld van een intern conflict?
A
De strijd tussen Pakistan en India
B
De opstanden in Catalonië
C
De strijd tegen ISIS
D
WO II

Slide 3 - Quizvraag

Lesdoelen 
  • Je weet welke oorzaken van conflicten er zijn
  • Je begrijpt het verband tussen het uitbreken van conflicten, het tot stand brengen van vrede en de rol van de overheid daarin
  • Je kunt in een conflict de verschillende partijen en hun standpunten onderscheiden en tegen elkaar afwegen  

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken van conflicten
In §4.1 heb je geleerd dat een conflict  zich kan afspelen binnen een land, maar ook tussen verschillende landen. 

Een conflict heeft zelden één oorzaken, vaak is er sprake van meerdere oorzaken.  


Slide 5 - Tekstslide

Economische oorzaken
  • De aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen in een land zorgt voor problemen, maar ook voor inkomsten. Helaas komen de opbrengsten niet altijd ten goede aan de bewoners.

  • De winning van deze grondstoffen > zorgt voor ecologische problemen. Bijv. vergiftiging van rivieren in Peru door goudwinning. En in Nigeria maken lekkende oliepijpleidingen hele gebieden onbruikbaar voor bewoning.

  • Door onrechtvaardigheid ontstaan conflicten. 

Slide 6 - Tekstslide

Onherbergzame gebieden zijn soms rijk aan grondstoffen. Het probleem is dat mensen die in deze gebieden wonen hier niet van profiteren. De winning van grondstoffen leidt vaak tot grote ecologische problemen. Leg uit waarom in deze gebieden wel of geen grote kans is op conflicten.

Slide 7 - Open vraag

Waar gaat het geld meestal naartoe dat wordt verdient met delfstoffen (natuurlijke hulpbronnen)?
A
Het gebied waar het wordt gevonden
B
Het bedrijf dat de delfstoffen wint
C
Eerlijk verdeeld tussen beide partijen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

1. Welke oorzaken zijn er genoemd voor het conflict tussen Iran en Saudi-Arabië?
2. Tot welke van de 4 oorzaken in §4.2 behoren de redenen genoemd bij 1.

Slide 10 - Open vraag

Demografische oorzaken

'Jeugdbult': een groot aandeel van 15-29 jarige in de bevolking.

Grote werkloosheid zorgt voor extra onrust.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze kaart?
Tip: In welke gebieden is de situatie alarmerend? In welke gebieden is vrede juist vooral duurzaam/stabiel? Is dat logisch?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Waar denk je dat eerder een conflict voorkomt?
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Gelijk

Slide 15 - Quizvraag

Rol van de overheid
  • In conflictgebieden is vaak dictatuur (= de macht in een land bij een persoon of groep), zoals in Noord-Korea en Iran.

  • Soms is er ook sprake van een fragile state, een zeer zwakke staat, zoals Centraal-Afrikaanse Republiek. In deze landen heeft de overheid vrijwel geen controle en is er veel corruptie en economische chaos.

Slide 16 - Tekstslide

Gouden regels voor vrede
Des te minder deze regels van toepassing zijn op een land, des te groter de kans is op een conflict.
(zie bron in boek)

Slide 17 - Tekstslide

Lees het stuk tekst van 'De rol van de overheid'. Welke gouden regels gelden -grotendeels- niet in Peru?

Slide 18 - Open vraag

Paragraaf 4.2
Ik heb extra uitleg nodig over: Economische oorzaken
Ik heb extra uitleg nodig over: Culturele en demografische oorzaken
Ik heb extra uitleg nodig over: De rol van de overheid
Ik heb extra uitleg nodig over de hele paragraaf
Ik denk er even over na en kom er volgende week op terug
Ik begrijp de hele paragraaf

Slide 19 - Poll

Studieplanner
Maak de opdrachten van §4.2 en controleer je antwoorden zelf. 


Slide 20 - Tekstslide