Strux Geldzaken Hfdst 1, les 4 Quizz

Terugblik...
Wat bedoelen we met de volgende begrippen?
- Loonheffing
- Uitkering
- Werkloos
- Arbeidsongeschikt
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terugblik...
Wat bedoelen we met de volgende begrippen?
- Loonheffing
- Uitkering
- Werkloos
- Arbeidsongeschikt

Slide 1 - Tekstslide

Presentatie
- Quiz over hoofdstuk 1 inkomen

Slide 2 - Tekstslide

Verwerking
Wat: opdracht 9 t/m 13
Hoe:  opdr. 9 en 10 klassikaal, opdr. 11, 12 en 13 2-tal
Tijd: 1 lesuur
Resultaat: Je weet het verschil tussen bruto en nettoloon. 
Klaar:   Opdracht 13

Slide 3 - Tekstslide

Evaluatie
Productdoel:  Je weet het verschil tussen bruto en nettoloon. 


Procesdoel: Ik doe wat er van mij gevraagd wordt. 

Slide 4 - Tekstslide

Het geld dat je elke maand krijgt, bijvoorbeeld jouw loon of een uitkering
A
belasting
B
vaste lasten
C
inkomen
D
verzekering

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een bron van inkomsten?
A
Uitkering
B
Extra huiswerk
C
Kleding
D
Cadeautje

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een bron van inkomsten?
A
Uitkering
B
Extra huiswerk
C
Kleding
D
Cadeautje

Slide 7 - Quizvraag

Loon en salaris betekent hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Noem 4 bronnen van inkomsten.

Slide 9 - Open vraag

Van je brutoloon gaat nog geld af.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Joep verdient €2000,- bruto
Hier gaat nog €100,- loofheffing en €50,- premie vanaf. Wat verdient hij netto?
A
50
B
150
C
1850
D
2150

Slide 11 - Quizvraag

Wie betaalt de loonheffing?
A
De werknemer
B
De werkgever
C
De klant
D
De overheid

Slide 12 - Quizvraag

Waar gaat het geld voor sociale premies heen?
A
de werkgever
B
jouw bankrekening
C
de overheid

Slide 13 - Quizvraag