7. Stilistisch argument (taalgebruik en stijl)
👉 Vraag: Hoe is de tekst geschreven? Vind ik de stijl goed of niet?
Voorbeeld: “De korte, krachtige zinnen zorgen voor veel spanning.”
Stilistisch argument = de manier van schrijven (taal en stijlmiddelen)
Focus: woordkeuze, zinsbouw, stijlfiguren.
Je zegt iets over hoe de schrijver schrijft.
Voorbeeld: “De schrijver gebruikt veel beeldspraak en korte zinnen, dat maakt de tekst spannend.”
Esthetisch argument = het effect van de stijl (mooi of lelijk, origineel of cliché)
Focus: het oordeel over de schoonheid of originaliteit van de tekst.
Je zegt of je de stijl/het verhaal mooi, verrassend of juist cliché vindt.
Voorbeeld: “Ik vind dit gedicht slap en clichématig, omdat de schrijver gewone woorden gebruikt
(‘verdriet had je niet verdiend’).”