1.2 Krachten meten

1.2 Krachten meten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.2 Krachten meten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling 1.1 
  2. Uitleg paragraaf 1.2   
  3. Zelfstandig werken    
  4. Afsluiting/Vragen 1.2 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 1.1 Krachten herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram

Slide 4 - Quizvraag

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt heet
A
Wrijvings- kracht
B
Zwaarte- kracht
C
Gravitatie- kracht
D
Span- kracht

Slide 5 - Quizvraag

Welk symbool geeft kracht aan in de natuurkunde?
A
B
B
P
C
K
D
F

Slide 6 - Quizvraag

Wat is NIET een soort kracht?
A
Spierkracht
B
Massakracht
C
Magnetische kracht
D
Veerkracht

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de eenheid van kracht?
A
ton
B
N
C
kg
D
F

Slide 8 - Quizvraag

Er zijn drie dingen belangrijk als je een kracht tekent.
Welke hoort er niet bij?
A
de richting van de pijl
B
de lengte van de pijl
C
het aangrijpingspunt
D
de dikte van de pijl

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
  1. Je kunt het verband beschrijven tussen de uitrekking van een veer en de kracht die op de veer werkt.  
  2. Je kunt de kracht meten met een krachtmeter/veerunster.  
  3. Je kunt de kracht berekenen die nodig is om een massa op te tillen.  
  4. Je kunt uitleggen wat een krachtenschaal is.  
  5. Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.  
  6. + Je kunt beschrijven dat g niet op alle hemellichamen gelijk is.

Slide 10 - Tekstslide

Voorkennis
Is je al eens iets bijzonders opgevallen toen je aan een veer of elastiek trok ?

Slide 11 - Tekstslide

Krachten meten
Krachten kun je meten met een krachtmeter, 
 ofwel veerunster. Je leest het aantal Newton af
waarmee de aarde aan het voorwerp trekt

Slide 12 - Tekstslide

Verschillende krachtmeters. Hoe stugger de veer, des te groter de kracht die je kan meten is.

Slide 13 - Tekstslide

Kracht en uitrekking 
Het verband tussen de kracht en
uitrekking bij een veer is 
rechtevenredig.
 D.w.z; 2x keer meer kracht,
dan ook 2 x meer
 uitrekking.

Slide 14 - Tekstslide

Grafiek
Je krijgt een rechte lijn door de
oorsprong. Deze lijn zegt iets 
over de stugheid van de veer.

Slide 15 - Tekstslide

Zwaartekracht berekenen
Om de zwaartekracht te berekenen gebruik je een formule: Deze formule ziet er als volgt uit:
Fz = m * g
Fz = zwaartekracht (Fz)
m = massa (kg)
g = gravitatie constante (10 N/kg) (op aarde)

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeldsom
Bereken de zwaartekracht op meneer Bakker met een massa van 85 kg.
Gevraagd: Fz = ?
Gegeven: m = 85 kg, g = 10 N/kg
Formule: Fz = m * g
Invullen: Fz = 85 kg * 10 N/kg
Antwoord: Fz = 850 N 

Slide 17 - Tekstslide

Een glas water heeft een massa van 300 gram. bereken de zwaartekracht

Slide 18 - Open vraag

Bereken de massa van meneer Heijster. Zijn zwaartekracht op aarde is 950 Newton

Slide 19 - Open vraag

Krachtenschaal

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bepaal de massa's van de gewichtjes aan de krachtmeter a,b en c.

Slide 22 - Tekstslide

Zwaartekrachten op planeten
Uit Fz = m x g
blijkt dat je niet 
overal hetzelfde gewicht hebt.

Slide 23 - Tekstslide

Leo is de hoofdpersoon in een sciencefictionfilm. Zijn massa is 46 kg.

Bereken hoe groot de zwaartekracht op Leo's lichaam is:

a) als Leo zich op aarde bevindt.
b) als Leo zich op de maan bevindt.

c) als Leo zich op Jupiter bevindt.

Slide 24 - Tekstslide

Leo aarde:
gevraagd: Fz = ?
Gegeven: m = 45 kg
                     g = 10 N/kg
Formule: Fz = m * g
Invullen: Fz = 45 kg * 10 N/kg
Antwoord: Fz = 450 N


Slide 25 - Tekstslide

Leo maan
gevraagd: Fz = ?
Gegeven: m = 45 kg
                     g = 1,6 N/kg
Formule: Fz = m * g
Invullen: Fz = 45 kg * 1,6 N/kg
Antwoord: Fz = 72 N

Slide 26 - Tekstslide

leo jupiter
gevraagd: Fz = ?
Gegeven: m = 45 kg
                     g = 24,8 N/kg
Formule: Fz = m * g
Invullen: Fz = 45 kg * 24,8 N/kg
Antwoord: Fz = 1116  N

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

0

Slide 30 - Video