MODETH les 4 mimische spieren en aangezichtsschedel

MODTH MIMISCHE SPIEREN & AANGEZICHTSSCHEDEL
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Introductie

Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.

Instructies

De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.

Onderdelen in deze les

MODTH MIMISCHE SPIEREN & AANGEZICHTSSCHEDEL

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 4 
MIMISCHE SPIEREN & AANGEZICHTSSCHEDEL

Module 5 Gezichtsmassage 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Herhalen 
  • De boten uit het aangezichtsschedel
  • De spieren uit de kaak, voorhoofd en ogen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • De student kent de boten uit het aangezichtsschedel
  • De student kent de spieren uit de kaak, voorhoofd en ogen.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangezichtsschedel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schema mimische spieren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangezichts
schedel
  • Jukbeen
  • Bovenkaak
  • Onderkaak
  • Kaakrand
  • Kaakhoek
  • Opstijgende tak
  • Kopje
  • Neusbeen
  • Oogkas
  • Tongbeen

Slide 7 - Tekstslide

heb je hoge jukbeenderen, een kort voorhoofd of een brede kaak? Deze uiterlijke kenmerken worden bepaald door je aangezichtsschedel.
De aangezichtsschedel bepaalt voor een groot deel de vorm van je gezicht. De aangezichtsschedel ondersteunt ook een aantal zintuigen. Denk aan de neus, de ogen en de mond.
De aangezichtsschedel bestaat uit de volgende beenderen:
  • het neusbeen
  • het ploegschaarbeen
  • het jukbeen
  • de bovenkaak
  • de onderkaak
  • het tongbeen
Aangezichts
schedel
De beenderen zijn gegroepeerd om 3 holten:
  • Neusholte
  • Mondholte
  • Oogholte

Functie; steun en vorm geven aan het gelaat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jukbeen
Vormt de ondergrond van de wang.

Hieraan zit het slaapbeenuitsteeksel (vormt met het jukbeenuitsteeksel van het slaapbeen de jukboog).

Slide 9 - Tekstslide

Het jukbeen (os zygomaticum) ligt aan de onderkant en aan de buitenkant van de oogkas en vormt de ondergrond van de wang. Het jukbeen ligt voor het wiggebeen en het slaapbeen. Aan de onderzijde van het jukbeen zit het slaapuitsteeksel, dat samen met het jukbeenuitsteeksel van het slaapbeen de jukboog vormt.
Bovenkaak
Is het grootste beenstuk van de aangezichtsschedel. 
In de bovenkaak liggen de kaakholten. 
Let op: De bovenkaak beweegt niet.


Slide 10 - Tekstslide

De bovenkaak (maxilla) ligt aan de voorzijde van de aangezichtsschedel. De bovenkaak is een botvergroeiing van twee beenderen. Het is het grootste botstuk van de aangezichtsschedel. De bovenkaak heeft verschillende functies:
Aan de bovenkant vormt de bovenkaak de bodem van de oogkassen. Onder de oogkasranden zitten openingen. Hier lopen bloedvaten en zenuwen doorheen.
In de bovenkaak liggen de kaakholten. Een kaakholte is een neusbijholte. Neusbijholten filteren, verwarmen en bevochtigen de ingeademde lucht. Ook verminderen neusbijholten het gewicht van de zware schedel en hebben ze een functie als klankkast, waardoor het stemgeluid wordt versterkt.
De zijwanden van de bovenkaak vormen de neusholte. De neusholte staat in verbinding met de neusbijholten en filtert de ingeademde lucht. Vanuit de schedelbasis lopen reukzenuwen naar het bovenste gedeelte van de neusholte.
De bovenkaak draagt de wortels van de bovenste tanden en kiezen.
Onderkaak
Is het enige beweegbare beenstuk van de schedel.
Hieraan zitten:
  • Kopjes = gewrichtsuitsteeksels = achterste uitsteeksel. 
  • Voorste uitsteeksels = spieruitsteeksels
  • Kaakhoek
  • Kaakrand






Slide 11 - Tekstslide

De onderkaak (mandibula) is een hoefijzervormig bot dat is ontstaan uit de vergroeiing van twee botstukken. In de onderkaak zitten openingen waar bloedvaten en zenuwen doorheen lopen. Het horizontale deel van de onderkaak vormt de basis van de kin. De onderkaak draagt de wortels van de onderste tanden en kiezen.
De onderkaak bestaat uit meerdere delen:
De gewrichtskopjes van de onderkaak (caput mandibulae) liggen aan beide kanten van de onderkaak, in het achterste gedeelte. Deze vormen samen met het slaapbeen het kaakgewricht.
De voorste uitsteeksels (processus coronoideus) liggen ter hoogte van het jukbeen, aan beide zijden van de onderkaak. Deze uitsteeksels zijn een aanhechtingsplaats voor de slaapkauwspieren. Je noemt ze ook wel spieruitsteeksels.
De kaakhoek (angulus mandibulae) ligt aan beide zijden, aan de onderzijde van de onderkaak.
Daar waar de onderkaak overgaat in de hals, ligt de kaakrand.

Uitsteeksels
Gewrichtsuitsteeksel; Vormen met het slaapbeen het kaakgewricht
Voorste uitsteeksel; vormen een aanhechtingsplaats voor de slaapkauwspieren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaakrand & kaakhoek
Kaakrand; Plaats: waar de onderkaak overgaat in de hals.

Kaakhoek: Gevormd door: 
  • Opstijgende deel
  • Horizontale deel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neusbeen en neusholte
Gevormd door:

  • Zeefbeen (dak)
  • Voorhoofdsbeen (bovenzijde)
  • Neusbeentjes (bovenzijde)
  • Gehemeltebeenderen (onderkant)
  • Bovenkaakbeenderen (zijwanden & bodem)

Slide 14 - Tekstslide

Het neusbeen (os nasale) bestaat uit twee met elkaar vergroeide neusbeentjes. Het is aan de bovenkant verbonden met het voorhoofdsbeen en aan de zijkanten met de bovenkaak. De neusbeentjes vormen het harde gedeelte van de neusrug
Neusholte 
De zijwanden van de bovenkaak vormen de neusholte. De neusholte staat in verbinding met de neusbijholten en filtert de ingeademde lucht. Vanuit de schedelbasis lopen reukzenuwen naar het bovenste gedeelte van de neusholte

Slide 15 - Tekstslide

H
Oogkas
Gevormd door:

Voorhoofdsbeen (bovenwand en achterwand)
Wiggebeen (achterwand)
Zeefbeen (binnenzijwand)
Traanbeen (binnenzijwand)
Jukbeen (buitenzijwand en onderzijde)
Bovenkaak (onderzijde) 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tongbeen
Plaats: achterzijde tong 
Is een sesambeen

Aan tongbeen zitten:
  • Tongspieren
  • 2-buikige kaakspier


Slide 17 - Tekstslide

Aan de achterzijde van de tong ligt het tongbeen (os hyoideum). Het is een sesambeen en heeft dus geen directe verbinding met andere botdelen. Pezen houden het tongbeen op zijn plaats. Aan het tongbeen zijn de tongspieren en de tweebuikige kaakspier bevestigd.
Botten in je schedel zijn
A
naadverbindingen
B
vergroeiingen
C
kraakbeen
D
gewricht

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er beschermd door onze schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangezichtspieren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wist jij dat je spieren bepalen of je blij of boos kijkt? 

Een gezichtsmassage heeft invloed op je spieren in het gezicht. Om deze massage goed te kunnen uitvoeren moet je dus weten welke spieren er in het gezicht, de hals en het decolleté voorkomen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel aangezichtspieren denk je dat wij hebben?

Slide 22 - Open vraag

24 aangezichtsspieren
Wij hebben 24 aangezichtsspieren, waarvan 19 Mimische spieren en de overige zijn skeletspieren van het gelaat. 
Alle aangezichtsspieren zijn opgebouwd uit dwarsgestreepte (willekeurige) spieren, net als alle andere skeletspieren.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweging spier
Mimische spieren en skeletspieren van het gelaat hebben allemaal een verschillende oorsprong, aanhechting en werking. 
De oorsprong en aanhechting bepalen het verloop van de spier. 
Bij het samentrekken van mimische spieren beweegt de aanhechting in de richting van de oorsprong
Skeletspieren van het gelaat hebben hun oorsprong en aanhechting beide aan een beendeel.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mimische spieren 
  •  Voorhoofdspier
  •  Wenkbrauwrimpelaar
  • Oogkringspier
  • Kleine jukbeenspier
  • Grote jukbeenspier

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorhoofdspier 
  • O: Schedelpeesblad
  • A: Wenkbrauwen en neuswortel
  • Werking:

Trekt wenkbrauwen omhoog
Horizontale voorhoofdsrimpels


Slide 26 - Tekstslide

Musculus Frontalis
A; aan de huid van wenkbrauwen en neuswortel
Verbazing
Oorsprong:
aan het schedelpeesblad
Aanhechting:
aan de huid bij de wenkbrauwen en neuswortel
Werking:
trekt de wenkbrauwen omhoog
veroorzaakt horizontale voorhoofdsrimpels
Wenkbrauwrimpelaar
  • O: Neus deel voorhoofdsbeen
  • A: Midden boven wenkbrauwen
  • Werking:

Trekt wenkbrauwen naar binnen en omlaag
Verticale voorhoofdsrimpels


Slide 27 - Tekstslide

Musculus Corrugator Supercili
Boos kijken
Verticale voorhoofdsrimpels, vooral boven de neus
Oorsprong:
aan het neusdeel van het voorhoofdsbeen
Aanhechting:
aan de huid midden boven de wenkbrauwen
Werking:
trekt de wenkbrauwen naar binnen en omlaag
veroorzaakt verticale voorhoofdsrimpels, vooral boven de neus
Oogkringspier
  • O: Binnen ooghoek
  • Aanhechting:

Buiten ooghoek
Bovenkant wenkbrauwen
Onderkant wangen
  • Werking:
Sluit de ogen
Kraaienpootjes


Slide 28 - Tekstslide

Musculus Orbicularis Oculi
Kraaienpootjes door verslapping en intensief gebruik van de oogkringspier.

Kleine jukbeenspier

O: Jukbeen
A: Bovenlip
W: Trekt bovenlip omhoog

Slide 29 - Tekstslide

Musculus zygomaticus minor
W: trekt buitenste gedeelte van de bovenlip omhoog

Grote jukbeenspier

O: Jukbeen

A: Mondhoek
W: Trekt mondhoek naar boven en buiten


Slide 30 - Tekstslide

Musculus zygomaticus major
O: aan het jukbeen, onder de oogkringspier
A: aan de huid van de mondhoeken

Skeletspieren van het gezicht

Deze spieren moeten goed vastzitten, omdat je voor het kauwen veel spierkracht nodig hebt.
  • Wangkauwspier
  • Slaapkauwspier

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wangkauwspier
  • O: Jukboog
  • A: Onderkaak bij de kaakhoek
  • Werking:

Heft onderkaak
Kaaksluiter


Slide 32 - Tekstslide

Musculus Masseter

Slaapkauwspier
  • O: Slaapbeen
  • A: Onderkaak
  • Werking:
Heft onderkaak
Kaaksluiter
Waaiervormige spier


Slide 33 - Tekstslide

Musculus temporalis
Waaiervorminge spier

Hoe heb je de les ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Deze slide heeft geen instructies