Meewerkend voorwerp

Het 
meewerkend
voorwerp
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Hoger onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Het 
meewerkend
voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit ken je al
  • PV
  • O
  • WWG/NWG
  • LV

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alex leent een boek.
  • PV: leent
  • O: Alex
  • WWG
  • LV: een boek
Dit ken je al

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het meewerkend voorwerp

Alex leent een boek aan Macha.
Alex leent aan Macha een boek.
Alex leent haar een boek.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag stel je om als antwoord "aan Macha" of "haar" te bekomen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan wie?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
  1. Persoonsvorm
  2. Onderwerp
  3. WWG of NWG
  4. Lijdend voorwerp
  5. Meewerkend voorwerp

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alex leent een boek aan Macha.
  • PV: leent
  • O: Alex
  •  WWG
  • LV: een boek
  • MV: aan Macha
Meewerkend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Jouw beurt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Jan
geeft
een zoen
aan Kim.
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Jan
geeft
aan Kim 
een zoen.
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Jan
geeft
Kim
een zoen.
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Kim,
die
geef
een zoen.
ik
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Sta
me
een uurtje bedenktijd
toe.
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Ik
hing
mijn jas
aan de kapstok.
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Dit
komt
me
bekend
voor.
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 16 - Sleepvraag

NWG
voorkomen : KWW
geen LV
wel MV
Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Wie
heeft
ze
een dvd-speler
gegeven?
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
Wie
heeft
haar
een dvd-speler
gegeven?
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste benamingen (witte vakjes) op
de corresponderende zinsdelen (groene vakjes).
We
gaan
de gevel van de kathedraal
een kleurtje
geven.
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verder oefenen? 

=> p. 60-64

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Aan" is altijd aanwezig bij het MV.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Jan geeft Kim een zoen
Als er "aan" staat is dit altijd een MW.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Ik hang mijn jas aan de kapstok.

Aan wie?  =>  Waar ?

MW kan zowel bij een WWG als een NWG.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Dit komt me bekend voor.

NWG, geen LV
Je plaatst het MV steeds achter het LV (indien aanwezig).
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Alex leent een boek aan Macha.
Alex leent aan Macha een boek.
Alex leent haar een boek.

Er bestaat een herhalend MV.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Je geliefde, die geef ik een kus.
Het meewerkend voorwerp

  •  werkt mee 
  • aan wie?
  • WWG en NWG
  • (aan+) NC/bijzin
  • herhalend MV


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies