nieuwsbegrip week 6 winter in Nederland

Het is winter!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het is winter!

Slide 1 - Tekstslide

Winter

Slide 2 - Woordweb

lief - hebber
liefhebber
liefhebbers
kou - de - golf
koude - golf
koudegolf
Ne - der - land
Neder - land
Nederland
pro - ble - men
problemen
tem - pe - ra - tuur
temperatuur

Slide 3 - Tekstslide

Vragen stellen tijdens het lezen
wie
wat
waar
waarom
wanneer
welke
en HOE

Slide 4 - Tekstslide

Met welk woord stel je een vraag over een tekst?
wie
wat
waar
waarom
wanneer
welke
hoe
hoi
dag

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de titel van het verhaal
A
het is zomer
B
het is winter!
C
het is winter in nederland
D
het is herfst

Slide 7 - Quizvraag

plezier in de winter

Slide 8 - Woordweb

problemen in de winter

Slide 9 - Woordweb

Waar gaat het verhaal over?


A
het is winter in Nederland
B
Het is winter in Europa
C
mensen houden van schaatsen
D
de sneeuw zorgt voor plezier en problemen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het nieuws over Nederland?
A
Sneeuw zorgt voor plezier en problemen
B
Iedereen is blij
C
Iedereen is verdrietig
D
Iedereen wil schaatsen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een goede vraag over dit stuk?
A
Wie zijn blij?
B
Hoe heet jij
C
Wanneer kom je op bezoek?

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een ijsdag
A
Je mag de hele dag ijs eten
B
Het is precies 0 graden
C
Het is de hele dag onder de nul graden
D
Dan ligt er in heel Nederland ijs

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer is er een koudegolf?


A
5 ijsdagen achterelkaar
B
3 van de 5 ijsdagen zijn 10 graden onder nul
C
Er moeten 10 ijsdagen zijn
D
De kou komt in golven

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

plezier
problemen
sneeuwpop maken
schaatsen
treinen rijden niet
uitglijden
botsingen

Slide 18 - Sleepvraag

Welk plezier was er?
A
kinderen gingen sleeën
B
er konden geen treinen rijden
C
kinderen gingen sneeuwballen gooien
D
auto's gleden van de weg

Slide 19 - Quizvraag

Welke problemen waren er?
A
kinderen gingen sleeën
B
er konden geen treinen rijden
C
kinderen gingen sneeuwballen gooien
D
auto's gleden van de weg

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Heb jij sneeuwballen gegooid?
Ja
Nee

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Tekstslide

Heb jij weleens geschaatst?
ja
nee

Slide 24 - Poll

Een filmpje over schaatsen

Slide 25 - Tekstslide

5

Slide 26 - Video

00:21
wat vindt deze mevrouw NIET mooi
A
de molentjes
B
het ijs
C
de blauwe lucht
D
de drukte

Slide 27 - Quizvraag

00:48
Waarom mogen mensen niet meer naar Kinderdijk komen?
A
het is te koud
B
het ijs is niet goed
C
het is vol
D
het is te warm

Slide 28 - Quizvraag

01:12
waarom zakten mensen door het ijs?
A
Ze waren te dik
B
Ze konden niet schaatsen
C
het ijs was te dun
D
er waren teveel mensen

Slide 29 - Quizvraag

01:30
wat doet deze jongen hier in de zomer?
A
vissen
B
zwemmen
C
zonnen
D
spelen

Slide 30 - Quizvraag

01:57
Hoe hard ging deze man?
A
40-50 km/ uur
B
60-70 km/ uur
C
80-90 km/ uur
D
100 km/ uur

Slide 31 - Quizvraag

De winter vind ik:

Slide 32 - Poll