Franse Revolutie formatieve opdracht

Frankrijk vóór de revolutie
Lodewijk XVI werd koning van Frankrijk in 1774.
Hij had de absolute macht.
De maatschappij was toen verdeeld in drie standen.
De meeste Fransen behoorden tot de derde stand.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Frankrijk vóór de revolutie
Lodewijk XVI werd koning van Frankrijk in 1774.
Hij had de absolute macht.
De maatschappij was toen verdeeld in drie standen.
De meeste Fransen behoorden tot de derde stand.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is absolute macht?

Slide 2 - Open vraag

De 3 standen
1e stand: geestelijken
2e stand: adel
3e stand: de rest = 90% van de bevolking

Slide 3 - Tekstslide

De 3 standen
De meeste mensen behoorden tot de derde stand. 
  •  arme boeren en ambachtslui, 
  • de rijkere burgers in de steden. 
De derde stand moest de belasting betalen waarmee de koning het leger en het dure leven in de paleizen betaalde Maar de derde stand had geen stem in het bestuur van het land.

Slide 4 - Tekstslide

De 3e stand
Tot de derde stand behoorden ook de Fransen die in de steden woonden: belangrijke burgers, zoals schrijvers, advocaten, journalisten en artsen. 
Ook zij moesten belasting betalen. Ook zij hadden niets in te brengen in het bestuur van Frankrijk.
En daarover werden deze burgers steeds ontevredener.

Slide 5 - Tekstslide

De edelen: 2e stand
De adel of edelen vormden de tweede stand. Zij werkten vaak voor de koning en hadden de hoge banen in het bestuur van het land. De edelen hoefden geen belasting te betalen. 

betaalden geen belasting. Dit wilden ze graag zo houden. Zij waren tevreden

Slide 6 - Tekstslide

De geestelijken: 1e stand
Tot de eerste stand behoorden mensen van de kerk: bisschoppen, priesters, monniken. Ook de kerk had veel land en geld. De geestelijken hoefde ook geen belasting te betalen. 
En zij wilden dat natuurlijk ook graag zo houden. Zij waren tevreden.

Slide 7 - Tekstslide

Wie behoorden tot de derde stand?

Slide 8 - Open vraag

Welke stand was tevreden?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

oorzaak Franse Revolutie:
De schatkist van Frankrijk werd dus gevuld met het belastinggeld van de derde stand: de boeren en burgers.
Zij moesten zoveel belasting betalen dat ze geen geld voor eten overhielden.
Die gingen hierover steeds meer klagen.
Ze wilden veranderingen! Ze kwamen in opstand.

Slide 11 - Tekstslide

oorzaak Franse Revolutie:
Koning Lodewijk XVI had veel geld nodig om de enorme uitgaven voor het leger en de dure paleizen te betalen. Om het probleem van de lege schatkist het hoofd te bieden, besloot de Franse koning in 1789 om de Staten-Generaal bij elkaar te roepen. 

Slide 12 - Tekstslide

oorzaak Franse Revolutie:
De Staten-Generaal was een vergadering waarin alle drie de standen vertegenwoordigd waren. 
De derde stand kreeg al snel ruzie met de eerste en tweede stand.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wie zal er in de Staten-Generaal altijd verliezen?

Slide 15 - Open vraag

Na de Franse Revolutie
Met de Franse Revolutie kwam er een einde aan de monarchie:
het koninkrijk Frankrijk werd een republiek met een grondwet.
 In de grondwet staat dat iedere Fransman recht heeft op vrijheid en op gelijkheid. De standen werden afgeschaft. 


Napoleon voerde een groot aantal oorlogen waarmee hij bijna heel Europa veroverde.
In 1815 werd Napoleon definitief verslagen. Het huidige Frankrijk is wel weer een republiek
(De Vijfde Franse Republiek). De Franse Revolutie is nu al meer dan 200 jaar geleden, maar
14 juli is nog steeds een nationale Franse feestdag.

Slide 16 - Tekstslide

Na de Franse Revolutie
De Eerste Franse Republiek zou trouwens niet lang bestaan.
In 1804 werd Frankrijk een keizerrijk onder Napoleon Bonaparte. 
Napoleon voerde een groot aantal oorlogen waarmee hij bijna heel Europa veroverde.
In 1815 werd Napoleon definitief verslagen.

Slide 17 - Tekstslide

opdracht spotprent
Samen de opdracht maken

En dan zelf een spotprent tekenen over:
  1. de standensamenleving
  2. De regering van Lodewijk XVI
  3. de Revolutie
  4. Lodewijk Napoleon

Slide 18 - Tekstslide