In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Randapparatuur
Fundament informatica
Module 2, Hoofdstuk 2
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van de les kan je verschillende randapparatuur benoemen en ken je de werking van verschillende soorten gegevensdragers (opslagmedia).
Slide 2 - Tekstslide
Wat was ook al weer het verschil tussen een supercomputer en een mainframe?
timer
1:00
Slide 3 - Open vraag
Wat is randapparatuur?
Slide 4 - Tekstslide
Wat is randapparatuur?
Alle onderdelen die iets met de invoer, uitvoer en opslag van gegevens te maken hebben.
Slide 5 - Tekstslide
Invoerapparaten
Toetsenbord
Muis
Joystick
Touchscreen
Scanner
Webcam
Sensoren (licht, beweging, etc.)
Cardreaders
Slide 6 - Tekstslide
Uitvoerapparaten
Beeldscherm
Printer
Speakers
Slide 7 - Tekstslide
Wat hoort niet tot randapparatuur?
timer
0:30
A
extern geheugen
B
leespen
C
intern geheugen
D
speakerset
Slide 8 - Quizvraag
Gegevensdragers
Slide 9 - Tekstslide
Gegevensdragers
Gegevensdragers (extern geheugen) is het medium waarop gegevens worden vastgelegd. De opslagcapaciteit wordt gemeten in bytes.
1 Terabyte is....
1.000 Gigabyte en...
1.000.000 Megabyte en...
1.000.000.000 Kilobyte
Slide 10 - Tekstslide
Soorten gegevensdragers
Magnetische gegevensdragers
Optische gegevensdragers
Elektronisch Flashgeheugen
Slide 11 - Tekstslide
Magnetische gegevensdragers
Gegevens worden op een schijf opgeslagen door middel van een magnetische lading.
Slide 12 - Tekstslide
Magnetische gegevensdragers
N-S zou bijvoorbeeld kunnen staan voor AAN (1) en S-N voor UIT (0).
Slide 13 - Tekstslide
Hoe worden gegevens op een magnetische gegevensdrager opgeslagen?
timer
1:00
Slide 14 - Open vraag
Optische gegevensdragers
Bij optische gegevensdragers wordt met behulp van een laserstraal informatie geschreven of gelezen.
Bij het wegschrijven van gegevens naar een optische gegevensdrager brandt een krachtige laserstraalputjes in de schijf.
Bij het uitlezen van gegevens op een optische gegevensdrager tast een veel minder krachtigere laserstraal het medium af. Aan de hand van de manier waarop de straal terugkaatst kan bepaald worden wat er op de schijf staat.
Slide 15 - Tekstslide
Optische gegevensdragers
Slide 16 - Tekstslide
Bij het lezen van gegevens van een optische gegevensdrager is de laser
timer
0:30
A
net zo krachtig dan bij het wegschrijven van gegevens
B
minder krachtig dan bij het wegschrijven van gegevens
C
krachtiger dan bij het wegschrijven van gegevens
Slide 17 - Quizvraag
Flashgeheugen
Bij flashgeheugen worden de gegevens opgeslagen aan de hand van een elektrische lading. Ook als het geheugen niet onder stroom staat kan het daardoor gegevens onthouden.
Voordelen in vergelijking met magnetische gegevensdrager:
Het is een stuk sneller
Minder kwetsbaar
Dunner en lichter
Zuiniger in elektriciteitgebruik
Slide 18 - Tekstslide
Flashgeheugen
Bekende variant is een Solid State Drive
Slide 19 - Tekstslide
Noem twee voordelen van flash geheugen ten opzichte van magnetische gegevensdragers
timer
1:00
Slide 20 - Open vraag
Noem twee invoerapparaten
Slide 21 - Open vraag
Noem twee uitvoerapparaten
Slide 22 - Open vraag
Waarom is een SSD-schijf veel sneller dan een traditionele harde schijf?
Slide 23 - Open vraag
Op welke drie manieren kunnen gegevens worden vastgelegd in externe gegevensdragers?
Slide 24 - Open vraag
Een invoerapparaat kan een sensor zijn. Geef een voorbeeld van zo'n sensor en de werking ervan.
Slide 25 - Open vraag
Welk onderdeel van deze les vond je het moeilijkste?