3Md Uitleg spelling Engelse leenwerkwoorden, maken 6, 7, en dictee

Welkom!
  • Telefoons in de tassen
  • Tassen op de grond
  • Werkboek, schrift en schrijfspullen op tafel
  •  Werkboek open op blz. 117
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  • Telefoons in de tassen
  • Tassen op de grond
  • Werkboek, schrift en schrijfspullen op tafel
  •  Werkboek open op blz. 117

Slide 1 - Tekstslide

Programma:
- Uitleg spelling bijv. nw. en Engelse leenwerkwoorden
  

- Maken opdracht 4, 5, 6 en 7 (dictee volgende les)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Spelling Blok 2:

- Je frist jouw kennis over de spelling van het voltooid deelwoord op.

- Je weet hoe je werkwoorden uit het Engels in het Nederlands moet spellen.

- Je kunt bijvoeglijk naamwoorden goed spellen.

Slide 3 - Tekstslide

Spelling Blok 2

- Spelling bijvoeglijk naamwoord (herhaling)

- Spelling Engelse leenwerkwoorden

- Maken opdracht 4 en 5

- Maken opdracht 6 en 7

Slide 4 - Tekstslide

De ..... discussie duurde veel te lang.
  1. Oververhitte
  2. Oververhitten
  3. Oververhite
  4. Oververhiten

Slide 5 - Tekstslide

Wil jij mijn .... das aangeven?
  1. Zijde
  2. Zijden
  3. Zijd

Slide 6 - Tekstslide

Ik heb de ......... (breken) vaas snel gelijmd, zodat mijn moeder het niet zou zien.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe spel je een bijv. nw. juist?

1 Meestal eindigt een bijv. nw. gewoon op een -e.                         een mooie fiets

2 Geeft het bijv. nw. een materiaal aan, dan  schrijf je -en.        een zilveren kettinkje

3 Is het een modern materiaal? Schrijf dan geen uitgang.        een nylon panty

4 Is het bijv. nw.  afgeleid van een voltooid deelwoord?


De ........... (verplichten) toets - de toets is verplicht - de verplichte toets

Schrijf het bijv. nw. dan zo kort mogelijk op.


Uitzondering: als het voltooid deelwoord eindigt op -en, dan neem je dit over.

De .............. (verlopen) boeten - de boete is verlopen - de verlopen boete

Slide 8 - Tekstslide

En nu jullie!
Maken opdracht 4 en 5 blz. 88 en 89

Slide 9 - Tekstslide

Noem een werkwoord dat
we lenen uit de Engelse taal.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden

smashen

faxen

liken

streamen

racen

downloaden

passen (een pass geven)

barbecuen

googelen

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg spelling Engelse ww.

Engelse werkwoorden vervoeg je in het Nederlands net als de zwakke werkwoorden:

- tegenwoordige tijd:            ik-vorm, ik-vorm + t en hele werkwoord

- verleden tijd:                         't k o f s ch i p - x                ik-vorm + te(n) of de(n)

- voltooid deelwoord:           't k o f s ch i p - x                -d of -t


Ik jog - hij jogt - wij joggen     ik jogde - wij jogden              wij hebben gejogd

ik race - hij racet - wij racen   ik racete - wij raceten           wij hebben geracet

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg spelling Engelse ww.

Uitzondering!

Sommige Engelse werkwoorden behouden hun dubbele medeklinker, om zo de Engelse uitspraak te behouden:


paintballen - ik paintball - ik paintballde

passen - ik pass - ik passte

stressen - ik stres - ik streste

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Huiswerk

- Maken opdracht 1 - 4, 6 en 7 (blz. 90 en 91)



Laatste 10 minuten: dictee!

Slide 15 - Tekstslide

Dictee (opdr. 8)

1         ’s Morgens baal ik altijd als het alarm op mijn telefoon afgaat.

2         De journalist heeft de kritische alinea uit zijn stuk geschrapt.

3         Het paard Bonfire galoppeerde ervandoor

4         In de Noordzee wordt veel haring gevist

5         De politie achtervolgde de kunstdieven over de parallelweg

6         Dierentuin Blijdorp ligt in het centrum van Rotterdam

7         Veel mensen waren niet blij met de verplichte belasting in Zuid-Limburg.

8         De verpleger leidde de invalide man naar de eetzaal.

9         Meneer De Haan bleek een allergie te hebben voor pinda’s.

10       Wat daar nu gebeurt, lijkt wel een illusie.

Slide 16 - Tekstslide