WP 2+6, les 1

Eindopdracht 1.1
-Alles wat ingeleverd is, is nagekeken en staat ook in je onderwijsboom

-
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Eindopdracht 1.1
-Alles wat ingeleverd is, is nagekeken en staat ook in je onderwijsboom

-

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkprocessen periode 1.2
2 werkprocessen:

* K1-W2 Adviseert en instrueert over preventie
* K1-W6 Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk

PAK DE WERKBOEKJES VOOR DE BPV ER OOK BIJ!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdrachten 
Samen kijken naar de eindopdrachten in Its Learning

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria
  • Je benoemt de aandachtspunten voor communicatie
  • Je kunt de verbale en non-verbale communicatie van andere observeren en interpreteren
  • Je benoemt wat actief luisteren inhoudt
  • Je stemt jouw verbale en non-verbale communicatie af op de zorgvrager en zijn of haar netwerk
  • Je luistert actief en toont begrip voor de houding van de ander 




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta je onder communicatie?

Slide 6 - Open vraag

non verbaal zonder woorden
verbaal met woorden
Het overbrengen van informatie heet het inhoudsniveau van de communicatie. 
Het betrekkingsniveau is het niveau waarop de zender aangeeft hoe de ontvanger de inhoud moet opvatten, en hoe hij zichzelf ziet in de relatie tot de ander.
De verbale en de non-verbale communicatie moeten met elkaar overeenkomen. Als dat niet het geval is, dan spreken we van tegenstrijdige communicatie.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen verbale en non verbale communicatie?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief luisten,
hoe doe je dat?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manieren kun je
non-verbaal communiceren?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Met een bepaalde gezichtsuitdrukking breng je je gevoelens over. Een ander woord voor gezichtsuitdrukking is mimiek.
Intonatie is de hoogte van je stem.
Het stemvolume is hoe hard iemand praat
 Je gebruikt gebaren om je woorden extra nadruk te geven.
De manier waarop iemand zit, staat of loopt noemen we zijn lichaamshouding. 
1

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Luisteropdracht
- verhaaltje
- vragen beantwoorden met:
JA - NEE -WEET NIET

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:41
Wat gaat er mis in deze video?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen verstoringen zijn bij communicatie?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen bij interpreteren
Een boodschap kan verkeerd geïnterpreteerd worden doordat mensen selectief waarnemen. 

Iemand kan namelijk alleen datgene waarnemen waar hij zijn aandacht op richt. 
En dat kan per persoon verschillen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Concreet waarneembaar gedrag
Een interpretatie is nooit alleen gebaseerd op je gevoel. Het is altijd gebaseerd op concreet waarneembaar gedrag. 

Concreet waarneembaar gedrag is gedrag dat je bij de ander ziet. 

Je baseert je interpretatie dus op iets wat je de zorgvrager hoort zeggen, iets wat hij doet of iets wat hij juist niet doet.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten bij observeren en interpreteren:
  • Houd rekening met waarden, normen en ideeën die je observatie beïnvloeden.
  • Houd rekening met het verschil tussen het verzamelen van informatie en het interpreteren ervan.
  • Onderscheid feiten en meningen in een observatie.
  • Bepaal voor jezelf hoe je de invloed van subjectieve factoren zo veel mogelijk kunt beperken.
  • Houd in je observaties rekening met wat je ziet, hoort, voelt en ruikt.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je bijgebleven
van deze les?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werkboekjes
Neem het werkboekje K1-W6 door.
Kijk of je leerdoelen kan formuleren en daar zelf op kan reflecteren en feedback vragen voor je portfolio

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdrachten
Maak de opdrachten 4A en 4 B
Echt contact maken
Goed in gesprek

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies