Paragraaf 3: lucht samenpersen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lucht

Paragraaf 3

Met welk instrument meet je de luchtdruk?

Tegendruk

Tegendruk is de druk die even groot is als de luchtdruk, waardoor je niets merkt van de luchtdruk. Haal je de tegendruk of luchtdruk weg, dan merk je dit meteen.

Hoe groot is de luchtdruk op zeeniveau?

1. 1013 Pa
2. 1013 hPa
3. 1000 Pa
4. 1013 Pa

Lesdoelen

• Je weet wat gasdruk betekent
• Je weet wat een manometer is en waarvoor je hem gebruikt
• Je weet wat overdruk betekent
• Je kent de wet van Boyle

Gasdruk

• Gasdruk is de druk die een gas uitoefent op de wanden van een afgesloten ruimte
• Luchtdruk is alleen de atmosferische druk

Gasdruk in een band

Gasdruk in een boot

Manometer

• Gasdruk meten
• Luchtdruk op zeeniveau is 
• 1013 hPa = 1013 mbar = 1 bar
• Geeft niet de luchtdruk aan, maar het verschil in luchtdruk
• Overdruk: druk groter dan de luchtdruk

Wet van Boyle

• Als je het volume n x zo klein maakt, dan wordt de druk n x zo groot.
• Wanneer het volume 4x zo klein wordt dan wordt de druk dus 4x zo groot.

Voorbeeld

Een compressor zuigt 1600 liter lucht van 1,0 bar aan en perst dat in een fles van 8 liter.

Hoe groot is de gasdruk van de lucht in de fles?

Volume voor het samenpersen was 1600 liter, druk 1,0 bar

Volume na het samenpersen is 8 liter

1600 : 8 = 200 x zo klein

Dus de druk is 1,0 x 200 (x zo groot) = 200 bar 

Pieter pompt een fietsband op totdat de luchtdruk in de band 3,7 bar is.
Hoe noem je deze druk nog meer?

Met welk apparaat meet je de bandenspanning?

Pieter pompt een fietsband op totdat de luchtdruk in de band 3,7 bar is. Welke druk zal de manometer weergeven?

1. 2,7 bar
2. 3,7 bar
3. 4,7 bar
4. 3 bar

Pieter pompt een fietsband op totdat de luchtdruk in de band 3,7 bar is.
Vervolgens blaast Pieter evenveel lucht in een autoband waarvan het volume 10 x zo groot is.
Hoe groot is de luchtdruk in de autoband?

1. 3,7 x 10 = 37 bar
2. 3,7 - 1 x 10 = 27 bar
3. 3,7 : 10 = 0,37 bar
4. 3,7 - 1 : 10 = 0,27 bar

Huiswerk

Maken paragraaf 3

Opgave 22 t/m 26 

Blz. 103

Weet jij nu wat gasdruk betekent?

Ja

Nee

Weet jij wat een manometer is en waarvoor je hem gebruikt?

Ja

Nee

Weet jij nu wat overdruk betekent?

Ja

Nee

Ken jij de wet van Boyle?

Ja

Nee