Hfd 2 vragen

1a welke processen horen bij de inbound?
A
Ontvangst,inslag
B
Ontvangst, opslag, uitslag
C
Ontvangst, opslag, inslag
D
Opslag,ontvangst
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
Ontvangst en opslag antwoordenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1a welke processen horen bij de inbound?
A
Ontvangst,inslag
B
Ontvangst, opslag, uitslag
C
Ontvangst, opslag, inslag
D
Opslag,ontvangst

Slide 1 - Quizvraag

2b Zet de processen
in de juiste volgorde.

Slide 2 - Woordweb

1c Waar begint het van de interne logistiek?

Slide 3 - Open vraag

2a Wat is crossdocking?

Slide 4 - Open vraag

2b Leg uit hoe je met crossdocking kosten bespaart

Slide 5 - Tekstslide

2c Geef 4 voordelen van crossdocking

Slide 6 - Tekstslide

timer
0:30
3 Wat is
groupagevervoer?

Slide 7 - Woordweb

4 de ontvangstvoorbereiding,
zet de stappen in de juiste
volgorde
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

5 welke informatie staat er in de loslijst?
A
afzender, aantal collo, afleveradres, artikelprijs
B
afzender, afleveradres,chauffeur,
C
kenteken, artikelprijs, chauffeur, transporteur
D
transporteur, kenteken, aantal KG, prijs.

Slide 9 - Quizvraag

6 Noem 4 fouten
die Freek gemaakt
heeft

Slide 10 - Woordweb

7 Waarom moet je de losplaats of losplek vrijmaken?
A
omdat de chauffeur direct weg moet
B
omdat de klant de goederen daar komt ophalen
C
omdat dit overzicht biedt en je veilig kunt werken
D
omdat je een akkoord van je leidinggevende moet hebben

Slide 11 - Quizvraag

8a Wat zijn retourgoederen?
8b Waarom kan er sprake zijn van retourgoederen?
8c welke informatie staat er op een retourbon?
8d wat is het verschil tussen emballage en retourgoederen?

Slide 12 - Tekstslide

Waarom zit er statiegeld
op emballage?

Slide 13 - Woordweb

10 Wat is het verschil tussen transportmaterieel en transportmateriaal
A
Transportmaterieel wordt door de leverancier meegeleverd, transportmateriaal is in het magazijn aanwezig.
B
Transportmaterieel gebruik je buiten en transportmateriaal gebruik je binnen.
C
Er is geen verschil, transportmaterieel en transportmateriaal is het zelfde.
D
Transportmaterieel zijn voertuigen die kunnen rijden en/of bewegen, transportmateriaal kan niet rijden en/of bewegen.

Slide 14 - Quizvraag

11 Waarom zijn losdocks genummerd?

Slide 15 - Open vraag

12a Wat is een dockplanning?
12b Wanneer maak je een dockplanning?

Slide 16 - Tekstslide

13 Waarom moet een chauffeur zich eerst aanmelden als hij goederen komt leveren?
A
Vanwege de veiligheid, je controleert eerst de papieren.
B
Zodat je na overleg met de chauffeur een dock kunt vrijmaken.
C
Omdat eerst de financiën geregeld moeten worden.
D
Zodat je volgens planning een losplaats kan toewijzen.

Slide 17 - Quizvraag

14a Wat is bulktransport?
14b Geef twee voorbeelden die met 
bulktransport worden vervoerd

Slide 18 - Tekstslide

15a Wat is een gegaste container?
15b Hoe kan je een gegaste container herkennen?

Slide 19 - Tekstslide

16a Waarom worden er
gevarenidentificatienummers
gebruikt?

Slide 20 - Woordweb

16b waarvoor staan de
nummers boven en onder de
streep op een oranje ADR bord?

Slide 21 - Woordweb

16c zoek het gevaarsindentificatienummer van diesel op.

Slide 22 - Open vraag