Les 2 / H2 'Risico & veiligheid' (V2)
1 / 35
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waarvoor staat de afkorting VGM?
A
Veiligheid, Gerechtigheid & Mensen
B
Veiligheid, Gezondheid & Maatschappij
C
Veiligheid, Gezondheid & Milieu
D
Vastberadenheid, Gezondheid & Milieu
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent Arbowet?
A
Arbeidsomstandighedenwet.
B
Arbeidsomstandighedencatalogus.
Slide 3 - Quizvraag
Waarom zijn de tijden die je maximaal mag werken in de wet opgeschreven?
A
Op deze manier weet ik hoe lang ik mag werken.
B
Zo weet ik precies wat de klanten nodig hebben.
C
Zo kan mijn baas uitrekenen hoe ik het beste kan werken voor een klant.
Slide 4 - Quizvraag
Welke maatregelen kan Inspectie SZW nemen?
A
Een boete geven.
B
Controle van een zieke werknemer thuis.
C
Een ernstig ongeval melden aan de werkgever.
Slide 5 - Quizvraag
Een voorbeeld van een bronmaatregel is.....
A
Vervuild puin storten in een stortkoker.
B
Geen gevaarlijke stof in de vorm van poeder, maar tabletten gebruiken.
C
Werknemers voldoende laten pauzeren.
D
Werknemers gehoorbescherming aanbieden.
Slide 6 - Quizvraag
Wie controleert de arbeidstijdenwet?
A
de werknemer
B
de arbodienst
C
Inspectie SZW
D
niemand controleert dat.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is risico?
A
Kans op letsel
B
Kans op gevaar
Slide 11 - Quizvraag
Groter risico = grotere kans op gevaar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Iemand raakt gewond tijdens het werken. Is dit:
A
Een incident
B
Een bijna-ongeval
C
Een ongeval
D
Een ongeluk
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wie voert de Taak-Risico Analyse uit?
A
Werkgever
B
Werknemer
Slide 19 - Quizvraag
Stel: je gaat werken aan een schakelkast. Wat hoort dan bij een LMRA?
A
Controleren of je telefonisch bereikbaar bent.
B
Je werkgever laten weten dat je begint met werken.
C
Controleren of je een parkeerkaartje hebt gekocht voor je bedrijfsbus.
D
Controleren of er geen spanning meer op de schakelkast staat.
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Is er bij een bijna-ongeval iemand gewond geraakt?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Geef aan: onveilige handeling of onveilige situatie?
Een gladde werkvloer.
Een gladde werkvloer.
A
Onveilige handeling
B
Onveilige situatie
Slide 24 - Quizvraag
Geef aan: onveilige handeling of onveilige situatie?
Het niet dragen van een helm op de bouwplaats.
Het niet dragen van een helm op de bouwplaats.
A
Onveilige handeling
B
Onveilige situatie
Slide 25 - Quizvraag
Welke factor is bepalend voor de risico's van werk?
A
De werkplek.
B
Toezicht door de werkgever.
C
De TRA (Taak Risico Analyse).
Slide 26 - Quizvraag
Wat is het doel van een Taak Risico Analyse (TRA)?
A
De werknemer bewust maken van de risico's.
B
Het uitsluiten van risico's.
C
Risico's op het werk in kaart te brengen.
Slide 27 - Quizvraag
Wanneer moet je een LMRA doen?
A
Alleen wanneer er een taakrisico analyse is gemaakt.
B
Altijd, voorafgaand aan het werk.
C
Alleen wanneer je werkt met collega’s bij dezelfde klus.
Slide 28 - Quizvraag
Werknemers hebben het recht het werk te onderbreken bij een ernstig gevaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Het is verstandig om een LMRA uit te voeren voordat je begint met je werkzaamheden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
In de Arbeidstijdenwet staan regels met betrekking tot werk- en rusttijden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Noem 3 dingen die je vandaag geleerd hebt.
Slide 34 - Woordweb
Wat vond je van deze les?
