H12.4 - Druk

Druk hè

Hoofdstuk 12.4: Druk
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Druk hè

Hoofdstuk 12.4: Druk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen


  • Wat is druk?
  • Hoe bereken je druk?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is druk?
APPLET 

'Druk ontstaat als je ergens, nou ja... tegenaan drukt. Hoe groot de druk is, wordt bepaald door hoe hard je drukt, maar ook door het oppervlak waar de kracht over verdeeld wordt. Daarom oefenen de naaldhakken van Angelina Jolie meer druk uit dan de poot van een olifant.‘

Druk = Een kracht uitoefenen op een oppervlakte 


Slide 3 - Tekstslide

Luchtdruk
Ook in de lucht zijn botsende moleculen = Luchtdruk
De luchtdruk meet je met een barometer.

Luchtdruk op aarde is 100.000 N/m²

'Op een oppervlakte van 1 m² drukt de 
lucht met een kracht van 100000 N.' 

Slide 4 - Tekstslide

Rekenen met druk
1 N/m² = 1 Pa
100000 N/m² = 100000 Pa = 1 Bar 

In een fietsband is de luchtdruk soms wel 6 Bar.
6 Bar = 600000 Pa = 600000 N/m²

Slide 5 - Tekstslide

Rekenen met druk

Formule:

𝐷𝑟𝑢𝑘 = 𝐾𝑟𝑎𝑐ℎ𝑡 : 𝑂𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒

𝑃 = 𝐹 : 𝐴

Slide 6 - Tekstslide

Oefenvraag 1
De kracht van botsende moleculen op een deksel is 100 N. De oppervlakte van de deksel is 0,50 m². Bereken de druk.

  1. F = 100 N       A = 0,50 m²
  2. P
  3. P = F : A
  4. P = 100 : 0,50 = 200
  5. P = 200 N/m²

Slide 7 - Tekstslide

Oefenvraag 2
Op een tank werkt een zwaartekracht van 300.000 N. Het oppervlakte van de rupsbanden is 20 m². Bereken de druk op de rupsbanden.

  1. F = 300000 N     A = 20 m²
  2. P
  3. P = F : A
  4. P = 300000 : 20 = 15000
  5. P = 15000 N/m²

Slide 8 - Tekstslide

Oefenvraag 3
Damian drukt met zijn vinger op een punaise. De druk die de punt van de punaise uitoefent is 50.000 Pa. De oppervlakte van de punt van de punaise is 0,001 m2. Bereken de kracht waarmee Damian op de punaise drukt. 
  1. Gegeven
  2. Gevraagd
  3. Formule
  4. Berekening
  5. Antwoord

Slide 9 - Tekstslide

Oefenvraag 3
Damian drukt met zijn vinger op een punaise. De druk die de punt van de punaise uitoefent is 50.000 Pa. De oppervlakte van de punt van de punaise is 0,001 m2. Bereken de kracht waarmee Damian op de punaise drukt. 
  1. P = 50000 Pa       A = 0,001 m²
  2. F
  3. F = P x A
  4. F = 50000 x 0,001 = 50
  5. F = 50 N

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
H12.3 - Krachten en Hefbomen
maken opdrachten 7 t/m 25
H12.4 - Druk
maken opdrachten 1 t/m 15

Slide 11 - Tekstslide