H7.2a

Wat je kun je na de les?
  • Je kunt het verschillen tussen een molecuul  en een atoom uitleggen
  • Je kunt de bouw van een atoom uitleggen.
  • Je kunt effecten van ioniserende straling benoemen.
  • Je kunt de begrippen radioactieve stoffen, instabiele kern, stabiele kern en isotoop beschrijven.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wat je kun je na de les?
  • Je kunt het verschillen tussen een molecuul  en een atoom uitleggen
  • Je kunt de bouw van een atoom uitleggen.
  • Je kunt effecten van ioniserende straling benoemen.
  • Je kunt de begrippen radioactieve stoffen, instabiele kern, stabiele kern en isotoop beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Interactieve Video
PO

Slide 3 - Tekstslide

Interactieve Video

Slide 4 - Tekstslide

Interactieve video
We gaan niet de hele video kijken. 
Aan een video kan je informatie of vragen toevoegen. Kies daarvoor de optie "interactieve video"

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide


Slide 7 - Open vraag

Moleculen en Atomen
Wat is het verschil tussen een atoom en een molecuul?

Kijk het filmpje en beantwoord deze vraag

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Ontleden van Water
  • Wat kun je ontleden in zijn elementen.
  • Een element kun je chemisch niet verder ontleden.
  • Een element kan maar uit 1 atoomsoort bestaan.

Waterstof komt dus altijd voor als H2 maar er zijn ook elementen die maar uit 1 atoom bestaan, zoals Koolstof (C).

Slide 11 - Tekstslide

  • Open de applet
  • Selecteer 'Atoom'
  • Bekijk de vragen en probeer het antwoord te ontdekken door middel van de applet

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Atoom bouwen
Bouw met protonen neutronen en elektronen een atoom.
  1. Wat verandert als je er een proton bij doet?
  2. Wat verandert als je er een neutron bij doet?
  3. Wat verandert er als je er een elektron bij doet?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Radioactiviteit
Radio = Zenden  --> dus 'Actiefzenden'
Sommige stoffen geven spontaan (zelf) ioniserende straling af.
  • De kern is dan instabiel
Wat is ioniserende straling?
  • Dit is straling die atomen kapot kan maken.
  • Stoffen die ioniserende straling uitzenden noemen we radioactief.

Slide 16 - Tekstslide

Ionen
Ion = geladen atoom (elektronen teveel of te weinig)
Straling kan atomen ioniseren

Slide 17 - Tekstslide

Hoe verder je naar rechts gaat hoe groter het Ioniserend vemogen is. Dat betekent dat UV-licht atomen kapot kan maken

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Maken van H7.2 opdracht 16, 18, 20, 26 en 27

Slide 19 - Tekstslide

De lading van een Proton is:
A
Positief
B
Negatief
C
Neutraal

Slide 20 - Quizvraag

De kern van een atoom vind je ...
A
Elektronen en Neutronen
B
Protonen en Elektronen
C
Protonen en Neutronen
D
Protonen, Elektronen en Neutronen

Slide 21 - Quizvraag

Welk deeltje heeft een neutrale lading?
A
Proton
B
Elektron
C
Neutron

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een Isotoop?

Slide 23 - Open vraag