6.4 biologisch evenwicht

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

fotosynthese
A
alleen in het licht
B
in het licht en in het donker
C
alleen in het donker

Slide 2 - Quizvraag

fotosynthese
A
alleen in plantencellen
B
alleen in dierlijke cellen
C
alleen in schimmels en bacteriën
D
in alle cellen van elk organisme

Slide 3 - Quizvraag

Welke stoffen worden er gemaakt bij fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
glucose (suiker)
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 4 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 5 - Quizvraag

Wat levert de energie voor fotosynthese?
en
Wat zijn de fabriekjes voor fotosynthese?
A
zonlicht levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
B
glucose levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
C
glucose levert de energie en de de celkernen zijn de fabriekjes
D
zonlicht levert de energie en de celkernen zijn de fabriekjes

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Noem 3 biotische factoren

Slide 9 - Open vraag

Noem 3 abiotische factoren

Slide 10 - Open vraag

Organismen zijn afhankelijk van
A
alleen abiotisch factoren
B
alleen biotische factoren
C
zowel abiotische als biotisch factoren

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Zet de volgende begrippen in de juiste volgorde van groot naar klein:
ecosysteem, individu, populatie, levensgemeenschap

Slide 13 - Open vraag

Noem 4 populaties die in een bosecosysteem kunnen voorkomen

Slide 14 - Open vraag

Hoe noemen we alle populaties die in een bepaald gebied voorkomen?
A
ecosysteem
B
levensgemeenschap
C
individu
D
populatiegroep

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Is bij een biologisch evenwicht het aantal individuen in een populatie altijd even groot?
Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Geef een voorbeeld van hoe het kan komen dat de populatie konijnen in een duingebied groter kan worden.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Wat is hier de
optimum temperatuur?
A
38 graden Celcius
B
5 graden Celcius
C
22 graden Celsius
D
tussen de 5 en de 38 graden Celcius

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de optimumtemperatuur voor ons lichaam om zo goed mogelijk te functioneren?

Slide 21 - Open vraag