1TH2 - Begin hoofdstuk 9

Hoofdstuk 2: Inzoomen
  • Terugblikken op proefwerk
  •  Bruine boon verslag woensdag inleveren
  • Overzicht nieuwe hoofdstuk + stellingen
  • Paragraaf 2.1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Inzoomen
  • Terugblikken op proefwerk
  •  Bruine boon verslag woensdag inleveren
  • Overzicht nieuwe hoofdstuk + stellingen
  • Paragraaf 2.1

Slide 1 - Tekstslide

Overzicht

Slide 2 - Tekstslide

Mannen en vrouwen hebben (naast geslachtsorganen) dezelfde organen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Orgaanstelsels in je lichaam communiceren nooit met elkaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Dit is een lengtedoorsnede van een boomstam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Organen hebben altijd maar één functie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een cel bevat alle levenskenmerken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Einde quiz

Slide 8 - Tekstslide

Lees paragraaf 2.1
- Lees paragraaf 2.1 in je boek (+- 10 min.)
Schrijf de blauwe woorden in je schrift met betekenis
 
- Uitleg 2.1
- Huiswerk

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • enkele belangrijke organen benoemen.
  • van enkele belangrijke orgaanstelsels de functies benoemen.
  • jouw lichaam vergelijken met het lichaam van dieren.
  • een dwars- en een lengtedoorsnede van een orgaan of organisme herkennen.

Slide 10 - Tekstslide

Inzoomen
Lichaam - Wat voel je?
Orgaanstelsels - bv. verteringsstelsel
Organen
Weefsels
Cellen


beenderenstelsel - ademhalingsstelsel - hart- en bloedvatenstelsel - spijsverteringsstelsel - zenuwstelsel

Slide 11 - Tekstslide

Mens en dier
- Veel hetzelfde
- Ook grote verschillen!

Bv. slangen of vogels

Slide 12 - Tekstslide

Doorsnede
  • organen bekijken
  •  Microscopie

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • enkele belangrijke organen benoemen.
  • van enkele belangrijke orgaanstelsels de functies benoemen.
  • jouw lichaam vergelijken met het lichaam van dieren.
  • een dwars- en een lengtedoorsnede van een orgaan of organisme herkennen.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 2-6 paragraaf 2.1
Zestien blauwe woordjes met betekenis

Slide 15 - Tekstslide