Les 2: Bloedsomloop

Bloedsomloop
Meneer de Vries
22-11-2023
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSpeciaal OnderwijsLeerroute 1Leerroute 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloedsomloop
Meneer de Vries
22-11-2023

Slide 1 - Tekstslide

Les doelen
Aan het einde van deze les weet de leerling:
Waar het bloedvatenstelsel uit bestaat;
Begrijpt de leerling dat bloed een transportmiddel is van zuurstof en voedingsstoffen voor de cellen;
Wat het verschil is tussen de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop;
Weet de leerlingen wat er bedoelt wordt met een dubbele bloedsomloop.


Slide 2 - Tekstslide

Les planning
Herhaling les doelen vorige les
Nieuwe theorie
Controleren of de belangrijkste begrippen zijn overgekomen
Zelfstandig werken
Vooruitblik volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Witte bloedcellen kunnen hier ziekteverwekkers zoals
A
bacteriën
B
virussen
C
Bacteriën en virussen

Slide 4 - Quizvraag

Zijn bloedplaatjes hele cellen of delen van cellen?
A
Delen
B
Hele

Slide 5 - Quizvraag

Vervoeren van zuurstof
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 6 - Quizvraag

Nodig voor de bloedstolling
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 7 - Quizvraag

Bloedvatenstelsel
Bloedvatenstelsel bestaat uit:
  • Het hart
  • De bloedvaten

Het hart pompt het bloed door de bloedvaten

Het stromen van bloed door de bloedvaten noem je bloedsomloop


Slide 8 - Tekstslide

Bloed als transport middel
Bloed is een transportmiddel van:
  • Zuurstof (naar de cellen toe)
  • Koolstofdioxide (van de cellen af terug naar de longen)
  • Voedingsstoffen zoals glucose, vetten en eiwitten
  • Zorgt voor bloedstolling bij een wond

Slide 9 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop
Mensen hebben een dubbele bloedsomloop:
  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Het hart
Het hart heeft een linkerhelft en een rechterhelft.

Rechterhelft pompt het zuurstof arme (koolstofdioxiderijke)  bloed naar de longen.

Van de longen stroomt het zuurstofrijke bloed terug naar de linkerhelft van het hart.

De linker helft pomp het zuurstofrijke bloed naar andere delen van het lichaam.

Slide 11 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
In de kleine bloedsomloop stroomt het bloed van het hart naar de longen en weer terug.

De blauwe kleur geeft aan dat het bloed zuurstof arm is en koolstofdioxide rijk.

Slide 12 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
In de grote bloedsomloop stroomt het zuurstofrijke bloed naar de rest van het lichaam en weer terug naar het hart.

Dus het zuurstofrijke bloed wordt gepompt naar de rest van het lichaam.

Als het bloed daar zijn zuurstof heeft afgegeven kan het zuurstof arme bloed weer terug naar het hart.

Slide 13 - Tekstslide

Korte samenvatting

Slide 14 - Tekstslide


nr. 1
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 15 - Quizvraag


nr. 2
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 16 - Quizvraag


nr. 3
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm naar de longen
B
zuurstof rijk naar de longen
C
zuurstof arm naar organen
D
zuurstof rijk naar organen

Slide 17 - Quizvraag


nr. 4

(het streepje onderaan)
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofrijk
B
kleine bloedsomloop
C
gaswisseling in de haarvaten
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 18 - Quizvraag


nr. 5
1
2
3
4
5
6
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
C
van de linkerkant van het hart, naar de longen, naar rechterkant van het hart
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 19 - Quizvraag


nr. 6
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofrijk
B
kleine bloedsomloop
C
van de organen naar de rechterkant van het hart
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 20 - Quizvraag

Uit welke twee delen bestaat het bloedvatenstelsel?
A
Hart
B
bloedvaten
C
Hart en bloedvaten

Slide 21 - Quizvraag

Waarvoor is de bloedsomloop nodig?
A
Om zuurstof te vervoeren naar het lichaam
B
Om voedingstoffen te vervoeren naar het lichaam
C
Om zuurstof en voedingstoffen te vervoeren door het lichaam

Slide 22 - Quizvraag


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 23 - Quizvraag

Hoe worden de grote en de kleine bloedsomloop bij elkaar genoemd?
A
Dubbele bloedsomloop
B
Enkele bloedsomloop

Slide 24 - Quizvraag

De rechterharthelft pompt het bloed naar de
A
Naar de rest van het lichaam
B
Longen

Slide 25 - Quizvraag

De linkerharthelft pompt het bloed naar de
A
Naar de rest van het lichaam
B
Longen

Slide 26 - Quizvraag

In de longen wordt ........ opgenomen in het bloed.
A
Zuurstof
B
koolstofdioxide
C
Zuurstof en koolstofdioxide

Slide 27 - Quizvraag

In de longen geeft het bloed ............ af aan de lucht kleine
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof en koolstofdioxide

Slide 28 - Quizvraag


De rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de
A
Longen
B
Rechterhelft van het hart
C
Naar de rest van het lichaam

Slide 29 - Quizvraag

Er stroomt bloed met ........ zuurstof naar de linkerhelft van het hart.
A
Veel
B
Weinig

Slide 30 - Quizvraag

Opdracht
Maak het hoofdstuk bloedsomloop af
Als je klaar bent kun je als dit nog nodig is het hoofdstuk bloed afmaken
timer
30:00

Slide 31 - Tekstslide

Einde
Volgende les gaat over het hart.

Slide 32 - Tekstslide