kader3 hst 5 berekeningen

kader3 hst 5 berekeningen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

kader3 hst 5 berekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Brutoloon
Loonheffingen -
Nettoloon


Bruto en nettoloon

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een begeleider van de kinderopvang verdient bruto 1981 euro per maand. Er wordt 633 euro ingehouden wat is haar nettoloon?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1: Nettoloon berekenen

Nettoloon = brutoloon – inhoudingen

Je verdient € 2.458 bruto per maand. De inhoudingen zijn € 663,25.

Wat is je nettoloon?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een dierenarts verdient bruto 3010 euro per maand. Hij krijgt netto 2100 euro op zijn rekening. Hoeveel wordt er ingehouden?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt deze maand €2200 verdiend maar je moet daar nog €175 belasting over betalen. Bereken je nettoloon.
(zet de berekening erbij)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kai heeft een brutoloon van € 2.193 per maand. De belastingen bedragen € 486 en de premies zijn € 151. Hoeveel is zijn nettoloon, geef je berekening.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nettoloon naar brutoloon
Nettoloon + inhoudingen = brutoloon

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nettoloon van Lex is €2350,-. Lex heeft €875,- aan inhoudingen betaald.
Wat is de brutoloon van Lex?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Brutoloon = 1960 euro
nettoloon = 1372 euro?
Hoeveel % zijn de inhoudingen van het
brutoloon?
timer
0:45

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jeroen zijn brutoloon is €5119,-
De inhoudingen zijn 41%
Wat is zijn brutoloon? Rond af op 2 decimalen

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je verdient €324 per maand. Bereken je weekloon.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hanan krijgt elke maand €150,- zakgeld. Hoeveel krijgt zij per week?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De beroepsbevolking in de gemeente Hunzelo bestaat uit 56.000 mensen. Van de beroepsbevolking in Hunzelo is 6% werkloos. Bereken het aantal werklozen in Hunzelo.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er vragen????

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies