Over taal blok 2 leerjaar 1 Op niveau

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Nederlands
Over taal blok 2
vrijdag 2-12-2022

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen!
Terugblik vorige les
lesdoel
Theorie
Zelfstandig werken
nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Doel:
  • je begrijpt de betekenis van verschillende schooltaalwoorden
  • je begrijpt de betekenis van verschillende moeilijke woorden
  • je kunt antoniemen herkennen
  • je kunt beeldtaal herkennen en begrijpen

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden van antoniemen zijn: wit, zwart / groot, klein. Wat denk je dat een antoniem is?

Slide 6 - Open vraag

0

Slide 7 - Video

Antoniem in gesprek
Ben jij druk?
Nee joh, ik ben een hele rustige leerling.
Het valt dus wel mee met de drukte?
Nou, heb wel drukke dagen en dan zal het voor de docenten tegenvallen om mij les te geven.

 

.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een antoniem van zon ?
A
Zonnestralen
B
Warmte
C
Regen
D
Strand

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een antoniem van groot?
A
Dun
B
Klein
C
Lang
D
Dik

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het antoniem van luxe?
A
Spartaans
B
Goedkoop
C
Klein
D
Bescheiden

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het antoniem van een niet-roker?
A
Een roker die gestopt is
B
Een roker
C
Iemand die begint met roken

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een antoniem van interesse?
A
Geïnteresseerd
B
Boeiend
C
Desinteresse
D
Oplettendheid

Slide 13 - Quizvraag

Woorden met een tegengestelde betekenis noem je synoniemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Woorden met een tegengestelde betekenis noem je antoniemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

BEELDTAAL

Slide 16 - Tekstslide

BEELDTAAL
Je hoeft niet altijd woorden te gebruiken om iets te vertellen.
Met plaatjes en symbolen kun je ook vertellen.

Plaatjes en symbolen zijn vaak makkelijker dan woorden.
Over de hele wereld snapt iedereen beeldtaal.



Slide 17 - Tekstslide

BEELDTAAL
Pictogrammen en iconen zijn plaatjes die iets duidelijk maken (beeldtaal).





Bijvoorbeeld geven ze aan 
waar de nooduitgang of het toilet is, of er wifi in een restaurant is.

Slide 18 - Tekstslide

Welk beeldtaal ben je vandaag tegengekomen?

Slide 19 - Open vraag

BEELDTAAL IN HET VERKEER
In het verkeer zie je overal beeldtaal. 
Door op verkeersborden te letten, kun je ongelukken voorkomen.
Wat geeft dit verkeersbord aan?

Slide 20 - Tekstslide

I ❤️ EMOJI'S
Gebruik jij wel eens smileys of emoji's?

Slide 21 - Tekstslide

Typ het berichtje hieronder over en zet er zo veel mogelijk emoji's in.

Hoeveel zakgeld krijgt jij van je ouders? Ik ga meer vragen, omdat ik een nieuwe telefoon wil kopen. Ik hoop dat ze 'ja' zeggen, anders baal ik echt. Ik zie je zo bij de voetbal!

Slide 22 - Open vraag

En nu aan de slag!

Slide 23 - Tekstslide

Ik heb wat aan deze les gehad?
Nee
JA

Slide 24 - Poll