Kapitel 1 Lektion 4B 26-9 H2b

Klascode: 
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Handy im Rucksack
  • Buch auf dem Tisch
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klascode: 
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Handy im Rucksack
  • Buch auf dem Tisch
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?

-Wiederholung 
-Grammatik
-An die Arbeit!
-evaluieren

Klassenarbeit K1: 14. Oktober




Slide 2 - Tekstslide

Kapitel 1 : Hamburg
Aan het einde van deze les:
- kan ik het bepaald en onbepaald lidwoord gebruiken
-kan ik vertellen dat iets van mij is (bezittelijk vnw)









Slide 3 - Tekstslide

Das ist (een) Frau.
A
ein
B
eine
C
keine
D
kein

Slide 4 - Quizvraag

Hast du (geen) Geschwister?
A
kein
B
ein
C
eine
D
keine

Slide 5 - Quizvraag

das haus steht in rotterdam
Wat moet met hoofdletters?
A
Haus, Rotterdam
B
Das, Haus, Rotterdam
C
Das, Rotterdam
D
Das, Haus

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal: Het kind heeft geen moeder.
A
Das Kind hat kein mutter
B
Das kind hat keine mutter
C
Das Kind hat keine Mutter
D
Das kind hat kein Mutter

Slide 7 - Quizvraag

Je hebt de 1e naamval geleerd!! (Nominativ)

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling: wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
hun, jullie
B
mijn, jou
C
jouw, uw
D
haar, jij

Slide 9 - Quizvraag

Bezittelijke voornaamwoorden (Possesivpronomen)

Dat is mijn broer                       Das ist mein Bruder.
Dat is jouw zus                          Das ist meine Schwester.



Wat valt op??

Slide 10 - Tekstslide

mijn    mein(e)           mein Bruder, meine Schwester
jouw    dein(e)            dein Vater, deine Mutter
zijn       sein(e)             sein Onkel, seine Tante
haar     ihr(e)                ihr Opa, ihre Oma
onze    unser(e)           unser Kind, unsere Kinder (mv)
jullie    euer, eure       euer Vater, eure Mutter
hun     ihr(e)                 ihr Kind, ihre Kinder
uw       Ihr(e)                 Ihr Sohn, Ihre Tochter


Wanneer komt er een extra 'e' ??????
Welk bezittelijk vnw komt meerdere keren voor????

Slide 11 - Tekstslide

Wir machen gemeinsam L4 Aufgabe 10+11 (S. 34)





Slide 12 - Tekstslide

Was?
L4 Aufgabe 12,13

S. 34,35
Wie? 
im Buch 
Wie lange? 
10 Min
Hilfe (hulp)?
Grammatik F
S.48-50
Fertig (klaar)? 
Aufgabe 14
Hausaufgaben
12,13,14
Selbstständig an die Arbeit!

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Wat kun je daarmee?

Wat neem je mee uit deze les?

Hoe ging het samenwerken met je 
klasgenoot?

Slide 14 - Tekstslide

Nächste Stunde

herhaling lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden 

Check rommel rond je tafel
Schuif je stoel aan

Danke schön !


Slide 15 - Tekstslide